Veiligheid

Waar staat de ChristenUnie voor?

De overheid heeft als enige de ‘zwaardmacht’[1]. Daar gaat zij zorgvuldig en terughoudend mee om. De overheid is zich er steeds van bewust dat zij een verantwoordelijkheid heeft om de zwakken te beschermen en criminaliteit te bestrijden. Tegelijk houdt zij ook oog voor de eigen verantwoordelijkheid van mensen (denk bijvoorbeeld aan inbraakpreventie).

Betrokkenheid van inwoners en organisaties uit de buurt is van groot belang bij de analyse van veiligheidsproblemen en bij het stellen van prioriteiten bij de oplossing daarvan. Bij de aanpak kunnen verschillende buurten om een verschillende aanpak vragen. Bij het werken aan veiligheid en leefbaarheid heeft iedereen een rol. Juist burgers, winkeliers, scholen, politie en de woningcorporatie dragen bij aan goede buurten. Dat zijn buurten waarin jongeren veilig naar school gaan en ruimte hebben om te spelen, waarin ouders met een gerust hart wonen, werken en winkelen en waarin ouderen zonder zorg over straat kunnen, actief kunnen zijn en nog voluit van het leven kunnen genieten. De ChristenUnie acht het van groot belang dat signalen uit buurten waarbij dit niet of minder aan de orde is, goed worden opgepakt en bespreekbaar worden gemaakt.

Waar gaat de ChristenUnie voor?

Ook bij de aanpak van problemen toont de ChristenUnie haar hart voor de samenleving. Rechtvaardig waar het moet, zachtmoedig waar het kan. De ChristenUnie heeft aandacht voor slachtoffers en hun omgeving en stimuleert een effectieve aanpak van daders.

De gemeente stelt een integraal veiligheidsbeleid vast, dat gebaseerd is op onderzoek en ervaringen in de verschillende buurten. In een veiligheidsplan worden na te streven doelen en verantwoordelijkheden beschreven van de organisaties die in samenwerking een rol spelen voor veiligheid. Partners in preventie en aanpak zijn behalve gemeente en politie onder andere welzijnswerk, jeugdzorg, onderwijs, verslavingszorg en gezondheidszorg. De ChristenUnie wil dat het integraal veiligheidsplan zo tijdig door de raad wordt vastgesteld, dat de gemeente invloed kan uitoefenen op het vaststellen van de prioriteiten voor de politie.

Minstens één keer per jaar moet er overleg zijn tussen gemeenteraad, burgemeester, politie en openbaar ministerie waarin gesproken wordt over resultaten. Daarbij wordt ook verslag gedaan van de inzet van mensen en middelen, onderlinge samenwerking, aanrijtijden, mate waarin zich incidenten hebben voorgedaan, trends in criminaliteitscijfers, idem bij ongevallen, dat soort zaken van politie, brandweer en ambulances.

Burgers, jong en oud worden actief betrokken bij de veiligheid op straat, in de wijk en in huis. De goede ervaringen om per buurt de kwaliteit van de omgeving, veiligheid en de onderlinge omgang bespreekbaar te maken en door middel van samen optrekken verder te brengen, wordt waar mogelijk uitgebouwd. 

Burgers vormen de ogen en oren van de buurt en de politie. Situationeel wordt besproken en gestimuleerd dat overlast gevende mensen door hun omgeving zelf worden aangesproken. De ChristenUnie stimuleert daarnaast dat inwoners gemakkelijk melding kunnen maken van overlast en van crimineel gedrag, waarbij de politie contact legt met de melder over de resultaten.

De ChristenUnie hecht aan de rol van de dorpsagent als aanspreekpunt voor burgers in de wijk en zijn coördinerende taak naar andere agenten en de gemeente toe om problemen in de wijk concreet aan te pakken.

Als het om veiligheid gaat, krijgt de burgemeester steeds meer wettelijke bevoegdheden om op te treden tegen geweld en overlast. Er moet genoeg menskracht beschikbaar zijn om deze wetten en regels goed te kunnen handhaven.

Drugs en drank

De ChristenUnie wil de aanwezigheid van coffeeshops en het gebruik van drugs en alcohol op straat actief tegengaan en streng optreden bij overlast. Signalen uit de buurt moeten hierbij zwaar wegen en serieus worden genomen.

De ChristenUnie wil dat de strijd tegen drankmisbruik gevoerd wordt samen met scholen, ouders, kerken, verslavingszorg, horeca, politie, sportverenigingen, sozen en andere betrokkenen. Per 1 januari 2013 geldt de nieuwe Drank- en Horecawet, waarbij de handhavingstaken zijn overgedragen aan de gemeente. De gemeenteraad moet in deze beginperiode dit dossier kritisch volgen. Wij vragen extra alertheid op de handhaving van leeftijdsgrenzen.

Concrete voorstellen

  • Bij onderzoeken naar veiligheid komt de gemeente Slochteren altijd positief naar voren. De criminaliteit en onveiligheidsgevoel scoren structureel laag, dus goed. Het is zaak dat dit zo blijft. Bij het opstellen van het integraal veiligheidsplan en de daaruit voortvloeiende prioriteiten voor inzet van politie en andere organisaties worden de resultaten van veiligheidsonderzoeken en de bevindingen van wijkbewoners meegenomen. Voor inwoners geldt dat het melden van overlastsituaties laagdrempelig moet zijn en dat het vervolg altijd wordt gemeld aan de aangever.
  • De ChristenUnie vindt het belangrijk dat er in elke hoofdkern een dorpsagent is.
  • De gemeenteraad moet een stevige vinger aan de pols houden bij beleid dat naar de veiligheidsregio's is verplaatst. Dus: tijdige inbreng voor de besluiten die voor de regionale brandweer worden genomen met het oog op goede en betaalbare brandweerzorg. En blijvende aandacht voor de rol van vrijwilligers.
  • De kosten van vandalisme worden verhaald op daders. De gemeente publiceert bijvoorbeeld op de website of in het Bokkeblad regelmatig de resultaten hiervan en de omvang van de schade ten gevolge van vandalisme door middel van een ‘vandalismemeter’.
  • Wij betrekken inwoners bij veiligheid en zetten in op burgernet en sms alert.
  • Sluitingstijden van horeca is lokaal maatwerk. Als er maar een totaalpakket is met horeca, politie, hulpverlening en omwonenden.
  • Ook met sportkantines en jeugdsozen en –honken, scoutinggroepen en dergelijke moeten duidelijke afspraken worden gemaakt om alcoholmatiging te bevorderen en -misbruik te voorkomen. De gemeentelijke organisatie moet hierin een voorbeeld zijn. Bij recepties en dergelijke wordt daarom geen alcohol meer geschonken.
  • Ingezet moet worden om overlast van blowen op specifieke plaatsen zoals speelplaatsen te voorkomen. Ook in de directe omgeving van scholen hoort blowen niet thuis. Hierop moet door de politie streng worden toegezien.


[1] Met de ‘zwaardmacht’ van de overheid wordt in Bijbelse termen verwezen naar wat ook wel het ‘geweldsmonopolie’ van de overheid wordt genoemd. Met de term ‘zwaardmacht’ wordt aangegeven dat de overheid de bevoegdheid om dwang door geweld toe te passen heeft gekregen als instelling van God’ (Romeinen 13:4).