Financiën

Waar staat de ChristenUnie voor?

Van de gemeente verwachten wij dat zij een betrouwbare, goede rentmeester is van de beschikbare middelen.

Gemeenten worden geconfronteerd met enerzijds een drastische uitbreiding van het takenpakket, anderzijds met een ingrijpende bezuinigingsoperatie. Daarnaast zorgt de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (HOF) ervoor dat de gemeentelijke beleidsvrijheid ten aanzien van het doen van investeringen begrensd wordt. Gemeenten worden ook verplicht hun tegoeden bij het Rijk onder te brengen (schatkistbankieren). De verschillende maatregelen leggen samen een grote druk op het financieel beleid. Meer dan ooit moet de gemeentelijke overheid zich ervan bewust zijn dat de middelen worden opgebracht door de hele samenleving. Alle burgers betalen mee, hetzij via de afdracht van de rijksoverheid, hetzij via de OZB (Onroerende Zaak Belasting).

De rijksoverheid draagt met een aantal zorg- en welzijnstaken weliswaar ook het budget over, maar heeft daarop een aanzienlijke bezuiniging toegepast. En door de ontwikkelingen op de woningmarkt staan ook de inkomsten uit de OZB onder druk. Dat geldt al evenzeer voor de opbrengsten uit grondverkoop.

Gemeenten moeten daarom de tering naar de nering zetten. Niet alleen door op alle begrotingshoofdstukken te korten door middel van de kaasschaafmethode, maar vooral ook door duidelijk keuzes te maken en prioriteiten te stellen. Slochteren heeft dit bij de perspectiefwissel ook weloverwogen gedaan en staat er financieel goed voor.

Waar gaat de ChristenUnie voor?

Bezuinigen is kiezen

Het begint allemaal met het inzichtelijk maken in de begroting en jaarrekening welke prestaties voor de beschikbare financiën worden uitgevoerd en zijn gerealiseerd.

De ChristenUnie werkt mee aan bezuinigingen, maar stelt wel een paar grenzen:

  • Die posten die rechtstreeks te maken hebben met het lenigen van de nood van individuele burgers moeten zoveel mogelijk buiten schot blijven.
  • Als het gaat om wettelijke kerntaken van de overheid, zoals veiligheid, is terughoudendheid bij het terugbrengen van het budget op zijn plaats. Inzet op efficiency en samenwerking ligt daarbij veel meer voor de hand 

De gemeente als ambtelijke organisatie blijft werken aan een efficiënte organisatie en maakt dit ook zichtbaar.

Wij streven ernaar om de OZB alleen met inflatiecorrectie te laten stijgen en niet ter dekking van tekorten enorme schoksgewijze stijgingen toe te laten.

Lange termijn

Het opstellen van een begroting en meerjarenraming gebeurt eerlijk, realistisch en verstandig. Dit onder het motto: “Uitgaven realistisch begroten, ontvangsten terughoudend”. Onder toezicht komen van de provincie willen wij zoveel mogelijk voorkomen. De gemeente zorgt voor voldoende (weerstands)vermogen om onverwachte uitgaven als gevolg van risico’s te kunnen opvangen. Toekomstige generaties worden niet opgezadeld met de gevolgen van slecht financieel beleid van hun voorgangers.

Concrete voorstellen

  • In de afgelopen collegeperiode is in Slochteren in het kader van financiën steeds het uitgangspunt gehanteerd van het realistisch plannen van de uitgaven en terughoudend zijn in het ramen van inkomsten. Dit realistische begrotingsbeleid heeft veel goeds gebracht voor Slochteren. Zeker ook in vergelijking met veel gemeenten om ons heen. Denk daarbij aan een sluitende begroting en geen tekorten bij de jaarrekeningen. Dit beleid moet input zijn bij de te ontwikkelen gebiedsvisie van de te herindeling buurtgemeenten. Dit is voor de ChristenUnie een belangrijk aandachtspunt. Daarbij moeten ook relevante ontwikkelingen op het punt van wetgeving betrokken worden. Te denken valt bijvoorbeeld aan de wet HOF (wet Houdbare OverheidsFinanciën)

  • Ondanks economisch sombere tijden kon voor 2014 een robuuste en sluitende begroting worden vastgesteld met een gezond meerjarenperspectief. Dit inclusief een buffer voor eventuele toekomstige bezuinigingen. Daarbij zijn er goede reserves en is sprake van een gezonde grondexploitatie. Eventuele toekomstige Rijksbezuinigingen kunnen op basis van nu bekend zijnde gegevens goed worden opgevangen. Dit beleid van goed rentmeesterschap moet in de komende raadsperiode blijvend worden gehanteerd.

  • Verwacht mag worden dat bij de te decentraliseren taken binnen de WMO, participatie en Jeugd sprake zal zijn van een forse beleidsversobering. Dit betreffen keuzes van het Rijk waarop de gemeente geen invloed heeft. Het is niet mogelijk dat gemeente dit beleidsmatig en dus financieel gaan compenseren. Dit omdat de Algemene Uitkering hierin niet voorziet en het belastinggebied van de gemeente te gering is om dit te kunnen opvangen. Daarom zal zeer terughoudend moeten worden omgegaan met dergelijke compensatiemaatregelen. De ChristenUnie vindt het daarentegen erg belangrijk dat er een vloeiende en haalbare overgang komt van bestaand naar nieuw versoberd beleid. Inzet van tijdelijk incidenteel extra geld is daarom essentieel. Daar waar sprake is van een situationeel en structureel nijpend probleem, zal in lijn met het voorgaande, de wettelijke mogelijkheden en dit verkiezingsprogramma, compensatie nodig zijn.

  • De ChristenUnie vindt dat het gemeentebestuur zich zeer terughoudend moet opstellen waar het gaat om het verhogen van de lastendruk voor de inwoners. Onder meer efficiëntieverbetering[1], moet een voortdurend proces zijn om bijvoorbeeld deze lokale lastendruk binnen de perken te houden. Dit in combinatie met realistisch begroten en plannen en het maximaal binnenhalen van subsidiemogelijkheden. Verder moet de lastendruk altijd te koppelen zijn aan voorgenomen dan wel intensivering van beleid.

  • Indien de financiële draagkracht van burgers daartoe aanleiding geeft, behoort automatische kwijtschelding van verschuldigde belasting(en) en heffingen in individuele gevallen tot de mogelijkheid. Het gemeentebestuur maakt duidelijk op welke wijze een verzoek tot kwijtschelding kan worden ingediend. Het kwijtscheldingsbeleid is een belangrijk onderdeel van beleid in de strijd tegen sociaal isolement en armoede. Het College van B&W moet zich inspannen om het kwijtscheldingsbeleid bekend te laten zijn bij de groepen waarvoor het bedoeld is.

  • Financiële ondersteuning van maatschappelijke activiteiten is een hulpmiddel om de leefbaarheid te versterken. De ChristenUnie staat dan ook positief tegenover het subsidiëren van bijvoorbeeld sportverenigingen, vitalisering van het platteland, vergroten van de leefbaarheid, culturele activiteiten en – voorzieningen. In de afgelopen collegeperiode zijn daartoe fondsen gemaakt in het kader van leefbaarheid, accommodaties en innovatie. Tegelijkertijd is veel (Europees) subsidiegeld binnengehaald. Dit heeft veel initiatieven van burgers, organisaties en bedrijven mogelijk gemaakt en ondersteund. Waar mogelijk moet dit beleid worden uitgebouwd. Dit bijvoorbeeld door te participeren in het CLLD[2]-programma (opvolger van het vroegere Leaderprogramma, i.c.m. andere Europese structuurfondsen).

  • Daar waar mogelijk past de gemeente het principe toe dat de gemeente voor elke door de subsidievrager zelf opgebrachte Euro een bepaald percentage subsidie verstrekt. Zo stimuleert de gemeente eigen fondswerving door de subsidievrager. Bovendien creëert dit een situatie dat in te zetten overheidsgeld altijd een multiplieer (elke Euro wordt vermenigvuldigd door inbreng van andere partijen) met zich mee brengt

  • Het College doet jaarlijks verslag van de kostendekkendheid van de verschillende heffingen. Daarbij wordt ingezet op een zo efficiënt mogelijk vergunningenproces. Dit om de kosten zoveel mogelijk terug te dringen. Daarbij moet de berekeningswijze van de leges goed uitlegbaar zijn en steeds in een optimale balans met de reële kosten blijven. Dit moet al De gemeenteraad kan haar kaderstellende taak inhoud geven, door voor kostendekkende heffingen die ongewenste maatschappelijke consequenties impliceren, de dekkingsgraad lager te leggen. Bijvoorbeeld stel dat het aantal verleende evenementenvergunningen fors afneemt doordat de kostendekkende leges niet meer kunnen worden opgebracht. Dan kan dit als ongewenste maatschappelijk effect worden gekwalificeerd. Overwogen kan dan worden om de dekkingsgraad te verlagen.



[1] Efficiencyverbetering is niet het zelfde als een ombuiging.  Bij ombuiging of bezuiniging is sprake van laten vervallen van beleid. Dit heeft natuurlijk ook consequenties voor de omvang van de organisatie. Doorgaans gebeurt zoiets schoksgewijs, efficiencyverbetering is een continu proces en moet een grondhouding zijn van bestuur en organisatie. Dit geldt ook de kennis en kunde van de medewerkers. Deze moet aansluiten bij de ontwikkelingen. Het periodiek uitwisselen van medewerkers tussen verschillende (gemeentelijke) organisaties is daarbij een goed hulpmiddel.

[2] CLLD staat voor Community Led Local Development. CLLD staat voor een subsidieprogramma dat van onderop gemeenschappelijke geïnitieerde initiatieven, bedoeld om bijvoorbeeld sociaal en economische leefbaarheid te versterken, ondersteunt en faciliteert.