Coalitieakkoord 2006-2010

De fracties van de Partij van de Arbeid, Christenunie en VVD hebben in een aantal gesprekken overeenstemming bereikt over een aantal inhoudelijke punten, gebaseerd op de verkiezingsprogramma’s van deze drie partijen. Deze programmatische overeenstemming wordt beschreven in dit coalitieakkoord. Het coalitieakkoord vormt daarmee de inhoudelijke basis om met elkaar de komende vier jaar het college te gaan vormen. Het is de motivatie voor deze drie partijen om samen het draagvlak te vormen voor het college en voor het beleid dat door dit college zal worden voorgesteld en uitgevoerd. Per programma wordt aangegeven wat de partijen die het college gaan vormen de komende vier jaar willen bereiken, welke richtingen ingeslagen zullen worden.

Het coalitieakkoord kan met andere woorden gezien worden als het mission statement voor het nieuwe college. Waar het coalitieakkoord vooral richtinggevend, intentioneel van aard is, mag van een collegeprogramma verwacht worden dat de activiteiten die het college zich voorneemt, in concrete, afrekenbare termen (Wat gaan we daarvoor doen? Wat mag het kosten?) worden beschreven. In de budgetcyclus van de gemeente is er een document dat zich er bij uitstek voor leent om een voorzet te geven voor het te voeren beleid in het komende begrotingsjaar, met een doorkijk naar de drie daarop volgende jaren: de voorjaarsnota. Het college zal het uitgewerkte collegeprogramma aan de raad aanbieden in de vorm van de voorjaarsnota 2007.

Het coalitieakkoord volgt, omwille van de aansluiting op andere beleidsdocumenten de structuur van de programmatische indeling die is vastgesteld in het kader van planning en control.

Met dit coalitieakkoord willen wij het college het volgende motto als opdracht meegeven: samen doen, samen verantwoordelijk.

Bestuur

Dit college wil een meer sociaal gezicht geven aan het gemeentelijke beleid. Beleid dat rekening houdt met iedereen, met ieders mogelijkheden, verantwoordelijkheden en beperkingen en niemand buiten de boot laat vallen.
Hoewel het nieuwe college kiest voor een andere, socialere profilering, houdt dat niet per definitie een radicale koerswijziging op elk beleidsterrein in. Bestaand beleid dat leidt tot de gewenste maatschappelijke effecten zal vanzelfsprekend gecontinueerd worden.
Ook willen we burgers meer betrekken bij het beleid. Dat vraagt een betere communicatie, onder meer via de verenigingen dorpsbelangen, op basis van de reeds afgesloten en nog af te sluiten convenanten tussen de gemeente en de verenigingen dorpsbelangen.
Bij de totstandkoming van een integrale visie voor de gemeente Slochteren, uit te werken in een structuurvisie, willen we zo veel mogelijk inwoners een actieve rol geven. Ook in elke kern willen we de burgers betrekken bij het nadenken over en vormgeven van hun eigen leefomgeving, bij voorbeeld in een dorpsvisie.

Naast de verantwoordelijkheid die we burgers geven bij het maken van beleid, verleent de gemeente ook een breed scala aan diensten aan haar inwoners. Burgers moeten ook tevreden klanten zijn, die waardering hebben voor de service die aan het loket of via internet wordt geleverd. Uitgangspunt is dat de organisatie denkt vanuit de vraag van de burger en dat de medewerker en de klant samen komen tot de meest wenselijke oplossing.

Waar de gemeente Slochteren te klein of te kwetsbaar wordt en daarmee de kwaliteit van dienstverlening in het geding komt, ook gelet op de eisen die aan de gemeente worden gesteld door andere overheden, moeten we durven investeren in intensieve vormen van samenwerking met andere gemeenten.
Steeds moet de vraag gesteld worden hoe met de beschikbare middelen op efficiënte en effectieve wijze een optimaal resultaat behaald kan worden.

1. Veiligheid

Slochteren scoort hoog op veel veiligheidsaspecten. Dat willen we graag zo houden. Daarvoor is het nodig om veiligheid integraal aan te pakken.
Veiligheid begint bij preventie. Hier hoort ook goed jeugdbeleid bij dat voorkomt dat jongeren op het verkeerde pad komen, dat ouders en onderwijsgevenden ondersteunt bij opvoedingsproblematiek. Hoe sneller een probleem gesignaleerd en opgepakt wordt, hoe groter de kans dat ongewenst gedrag tijdig gecorrigeerd kan worden. Een instelling als HALT vervult op dit gebied een belangrijke rol.
Veiligheid moet ook zichtbaar zijn: in de inrichting van dorp en buurt, in de aanwezigheid van jeugd- en buurtagenten, in een inrichting van wegen die de veiligheid van alle, met een accent op de zwakkere verkeersdeelnemers zo veel mogelijk garandeert, bij voorbeeld door de verdere invoering van een 60 km regime.
Het college zal zo min mogelijk uitvoering geven aan regelgeving die leidt tot de aanwezigheid van ongewenste zaken en ontwikkelingen in deze gemeente zoals koffieshops en seksinrichtingen. Met de horeca zullen in de vorm van convenanten afspraken gemaakt worden. Daarmee wordt bereikt dat horeca-ondernemingen in voldoende mate invulling geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op het gebied van volksgezondheid en handhaving van de openbare orde.

2. Openbaar onderwijs

Alle kinderen in Slochteren hebben recht op goed onderwijs. Goed onderwijs is niet alleen gericht op het verwerven van de nodige kennis, maar op de totale ontwikkeling van het kind. Die ontwikkeling begint al op de peuterspeelzaal. Ieder kind moet in staat zijn een peuterspeelzaal of kinderopvang te bezoeken. Scholen moeten samen met het netwerk van maatschappelijke voorzieningen werken aan optimale kansen voor de ontwikkeling van het kind. Bij die ontwikkeling hoort ook de kunstzinnige en creatieve ontwikkeling (gefaciliteerd door het creafonds als financiële stimulans), de sociale ontwikkeling: gericht op weerbaarheid, zelfredzaamheid, zorg voor elkaar en sport en beweging als voorwaarde voor gezond leven.
Voor kinderen die uit de boot dreigen te vallen en hun ouders moet er een vangnet zijn: opvoedingsondersteuning, onderwijsbegeleiding, een zorgteam voor het onderwijs. Dit alles is gericht op het voorkomen van vroegtijdige uitval.

3. Onderhoud gemeenschapsvoorzieningen

Het instandhouden van gemeenschapsvoorzieningen voor ontmoeting, cultuur, sport en recreatie is een belangrijke taak van de gemeente. Juist in kleine kernen is de school vaak de laatste voorziening die in stand blijft en die mogelijkheden biedt voor clustering van voorzieningen onder één dak: dorpshuis, bibliotheek, sociaal steunpunt of zorgloket, sportzaal. Ook buiten schooltijd is het schoolplein met speelvoorzieningen de voor de hand liggende plaats voor kinderen om te spelen en elkaar te ontmoeten.
Om in het grote aantal kernen van de gemeente zo’n voorziening in stand te houden is het van belang dat gebouwen multifunctioneel worden gebruikt en dat het beheer ervan kostenbewust wordt gevoerd. Facilitair beheer en bouwkundig onderhoud moeten daarom op een zo efficiënt mogelijke wijze zijn georganiseerd.

4. Maatschappelijke activering, waaronder de WMO

Ongeacht leeftijd, leefsituatie of eventuele fysieke of psychische beperkingen mag niemand zich buitengesloten voelen uit de lokale samenleving. Alle maatschappelijke en culturele voorzieningen, waaronder een sociaal steunpunt in de vorm van het lokaal loket moeten voor iedereen toegankelijk zijn, dus aangepast voor mensen met een handicap. Het aanbod van zorg en ondersteuning moet georganiseerd zijn vanuit de vraag van de cliënt. Het vormgeven van cliëntenparticipatie is een voorwaarde om bij het aanbieden van zorg en ondersteuning uit te gaan van de wensen, behoeften en belangen van de zorgvragers.
Naast zorg op maat is ook preventie van belang. Bij een gezonde leefstijl hoort voldoende beweging. Sportstimulering, het instandhouden van sportaccommodaties en een goede toeristisch-recreatieve infrastructuur (voor fietser, wandelaar, ruiter en vaarrecreant) zijn ook een stimulans voor mensen om in alle fasen van hun leven voldoende te blijven bewegen.
De functie van bibliotheken is aan het veranderen. Deze vervullen een belangrijke taak in het wegwijs maken van mensen in de steeds gecompliceerdere informatiesamenleving.
Voor alle maatschappelijke voorzieningen geldt dat ze zonder de inzet van vrijwilligers onbetaalbaar zouden zijn. Het is van groot belang dat we vrijwilligers blijven motiveren, stimuleren en ondersteunen om hun belangrijke werk voor de inwoners van deze gemeente te blijven doen.

5. Werk en inkomen

De gemeente ondersteunt iedereen die niet in staat is zelf voldoende inkomen te verwerven. We zullen de mogelijkheden onderzoeken voor het bieden van extra financiële tegemoetkoming aan hen die langdurig zijn aangewezen op het bestaansminimum.
De gemeente voert een beleid dat gericht is op het voorkomen en uitbannen van armoede. Goede informatie die iedereen uit de doelgroep ook daadwerkelijk bereikt zorgt er voor dat mensen alle mogelijkheden en regelingen gaan benutten die er bestaan. Wie in financiële problemen is geraakt moet geholpen worden door adequate schuldhulpverlening. Schuldproblematiek staat meestal niet op zichzelf, maar zijn vaak een symptoom van een bredere problematiek. Om die problematiek integraal aan te pakken moet er voldoende algemene hulpverlening beschikbaar zijn.

We willen iedereen in staat stellen volop mee te doen en betaald werk te verwerven. Dat vraagt om een breed activerings- en reïntegratieaanbod. Daarbij kan gedacht worden aan maatschappelijk relevante activiteiten: WMO, vrijwilligerswerk, kinderopvang en dergelijke. Dit aanbod is niet vrijblijvend: wie er voor kiest om zich hieraan te onttrekken ervaart de financiële gevolgen.

Fraude moet zo veel mogelijk voorkomen worden door goede informatievoorziening, en indien het voorkomt daadkrachtig bestreden worden.

Een voorbeeldfunctie van de gemeente in het aanbieden van werkervaringsplaatsen en stageplaatsen kan andere werkgevers (profit en not-for-profit) over de streep trekken om aan die maatschappelijke verantwoordelijkheid ook een concrete invulling te geven. Daarnaast moet de gemeente een goed ondernemersklimaat bevorderen, met een accent op startende ondernemers.

6. Beheer openbare ruimte

Wij willen investeren in een mooie en leefbare gemeente en daarom in de kwaliteit van de openbare ruimte. Waar nieuw wordt gebouwd, moet ook voldoende ruimte zijn voor spelen, bewegen, recreëren, kunst en cultuur. Samen met de bewoners willen wij een mooie leefomgeving maken en beheren.
De landbouw willen wij ondersteunen en faciliteren bij het beheer van het landschap en het ontwikkelen van de kwaliteit van de groene ruimte, als aanvulling op de landbouw als belangrijke en economisch gezonde bedrijfstak met een goed toekomstperspectief.

De gemeente heeft een voorbeeldfunctie op het gebied van milieu en beheer van de openbare ruimte. Dat komt tot uitdrukking in het inkoop- en aanbestedingsbeleid, waarin duurzaamheid, milieuvriendelijkheid, energiebesparing en het tegengaan van kinderarbeid relevante criteria zijn. We willen investeren in groen en in ecologisch groenbeheer. Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen houden we rekening met het unieke open landschap van Slochteren. Ook water is een belangrijk element in ons landschap. In een waterstructuurvisie geven we aan wat nodig is om water goed te beheren en waar nodig te beheersen, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht.

7. Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting

Het behoud van het karakter van Slochteren, het lint en de open ruimte staat voorop. Daarbinnen is aandacht en ruimte voor woongenot voor alle doelgroepen, ook in de kleine kernen. Doelgroepen als jongeren, jonge gezinnen en senioren worden op maat bediend met starterswoningen, sociale woningbouw, levensloopbestendige woningen, wonen op ruime kavels en woonzorgcombinaties. Financiering op maat, zoals een startershypotheek, moet het verwerven van een eigen woning voor brede groepen mogelijk maken.
Waar mogelijk kunnen vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen voorzien in de behoefte aan woon- en eventueel werkruimte.
Flexibele bestemmingsplannen moeten een creatieve invulling qua functie en beeldkwaliteit mogelijk maken
De ontwikkelingen rond het Schildmeer en in de kern Slochteren (het Erfgoedkwartier) krijgen de komende periode nadrukkelijk een extra accent.

8. Lokale lasten en algemene dekkingsmiddelen

Een gezond financieel beleid blijkt uit een sluitende meerjarenbegroting. Daarin wordt ook duidelijk welke van de hierboven beschreven beleidsintenties haalbaar en betaalbaar zijn. Bij het maken van keuzes moet helder zijn welke beleids- en keuzevrijheid de gemeente heeft en wat de financiële effecten van beleidsmatige keuzes zijn.
We zullen onderzoeken of het mogelijk is extra inkomsten te genereren, bij voorbeeld uit een precarioheffing. De levering van diensten en producten is kostendekkend. Belastingverhoging kan alleen gerechtvaardigd worden als het duidelijk is waarvoor de burger (meer) moet gaan betalen en wat dat hem oplevert.


G.A. Huizing-Albronda, lijsttrekker en formateur
Namens de fractie van de Partij van de Arbeid



J.J. Boersma, lijsttrekker en onderhandelaar
Namens de fractie van de Christenunie



S.W.P.J. Sengers, lijsttrekker en onderhandelaar
Namens de fractie van de VVD