Speerpunten

De ChristenUnie staat in een heel oude traditie om de rol van de overheid beperkt te zien. De overheid staat niet boven allerlei groepen en organisaties (zoals socialisten het zien), maar ernaast. Veel dingen kunnen worden geregeld door particulier initiatief en zonder overheidsbemoeienis. Maar waar het misgaat, daar moet de overheid wel ingrijpen en zorgen voor eerlijke spelregels. Daarin verschillen wij met de liberale partijen die geloven in de markt en de ogen sluiten voor de uitwassen ervan.

Ook op het kleine niveau van de Capelse gemeenschap heeft dit gevolgen. De ChristenUnie steunt vanuit deze visie[1] de ruimte voor de Capelse samenleving zelf zaken op te pakken. Wij noemden al eerder de buurtpreventie. Een ander voorbeeld is de wijkwinkel van Capelle Schollevaar waar vrijwilligers zorgen voor een luisterend oor tot en met begeleiding bij schulden; van het uitdelen van plastic zakken tot en met lessen Nederlands. Dit initiatief dat is gekomen vanuit de Ontmoetingskerk vinden wij een mooi voorbeeld van waar burgers zelf dingen kunnen organiseren in en voor de samenleving. De boodschappenplusbus is een ander mooi voorbeeld waarbij eenzaamheid onder ouderen wordt aangepakt. Dit soort zaken zijn zeer waardevol en de gemeente Capelle moet vrijwilligerswerk zoveel mogelijk ondersteunen. Ook kunnen bewoners / belanghebbenden de gemeenten goed van advies dienen en zo nodig bij de les houden. De WMO Adviesraad, cliëntenraad SoZaWe, de fietsersbond, de Natuurvrienden etc.; Capelle kent een rijk verenigingsleven en daar moet de gemeente goed gebruik van maken.

  • Bevorderen van vrijwilligerswerk en op voet van gelijkheid samenwerken;
  • Bij evaluatie en beleidsvoorbereiding verplicht belangengroepen / adviesraden erbij betrekken.

De samenleving is, naar de mening van de ChristenUnie, gebaat bij aandacht voor het publieke, voor het gezamenlijke, voor wat ons bindt. Wij willen vanuit een Bijbelse opdracht graag meewerken aan een samenleving waarin we ‘omzien naar elkaar’. De ChristenUnie is van mening dat geïnvesteerd moet worden in een ‘samenleving met samenhang’. Op drie beleidsterreinen krijgt de gemeente extra taken die eerder door de centrale overheid werden gevoerd: WMO, Jeugdwet en Participatiewet. Deze decentralisaties bieden naar onze mening kansen om die in de samenleving noodzakelijke ‘sociale cohesie’ met elkaar te bewerken. De gemeente hoort Capellenaren en organisaties, zoals het verenigingsleven, buurtwerk, jongerenwerk en de kerken, voldoende ruimte te bieden. De gemeente hoort zich te richten op de samenwerking, hoort deze te stimuleren, een visie te ontwikkelen en de randvoorwaarden te scheppen. Dan hebben wij het volste vertrouwen dat Capellenaren en organisaties hun verantwoordelijkheid zullen oppakken. De gemeente waarborgt ook dat de hulp die verleend moet worden snel op gang komt. Zo vinden wij lange wachtlijsten voor algemeen maatschappelijk werk onacceptabel. Aanvragen voor maatschappelijk werk moeten snel en adequaat worden afgehandeld. Dat betekent binnen een paar dagen en niet na 10 weken.

  • Bij de drie decentralisaties zorgen voor het actief betrekken van de belanghebbenden;
  • Voorkomen van wachtlijsten bij algemeen maatschappelijk werk.

De inbreng van de WMO-adviesraad vinden wij zeer waardevol en daarom willen wij die versterken. De ChristenUnie wil dat het College van B&W wanneer zij afwijkt van het advies van de WMO-adviesraad eerst de gemeenteraad informeert. Wat betreft de WMO wil de ChristenUnie ook dat de gemeente  doorgaat met periodiek meten van de tevredenheid van de cliënten van het WMO loket. Het budget voor de uitvoering van de WMO staat onder druk en het risico bestaat dat de gemeente bij de aanbesteding van onderdelen van de WMO de prijs centraal stelt. De ChristenUnie wil dat de gemeente bij aanbesteding werkt met reële salarisnormen. Thuiszorgmedewerkers zijn professionals die recht hebben op een redelijke beloning. Het gaat bij de WMO om mensen, niet om papier en boekhouden!

  • Wanneer het College van B&W afwijkt van een advies van WMO-raad wordt gemeenteraad geïnformeerd;
  • Blijven meten van tevredenheid van cliënten WMO;
  • Reële salarisnormen bij aanbesteding.

De ChristenUnie draagt het kinderhospice de ‘Pallieterburght’ een zeer warm hart toe. Wij hechten veel waarde aan een blijvende betrokkenheid bij deze zorgvoorziening voor ernstig zieke kinderen tussen ziekenhuis en thuis. Wij, de CU, willen zelf nagaan of een kleinschalig hospice voor ouderen mogelijk is in onze gemeente.

  • Nagaan of er behoefte is aan een hospice.

In deze tijd waar we te maken hebben met een financiële crisis wil de ChristenUnie dat de gemeente zorgdraagt voor een laagdrempelige toegang tot de schuldhulpverlening. Wachtlijsten moeten worden bestreden om te voorkomen dat mensen onnodig nog dieper in de problemen komen. De ChristenUnie wil dat de gemeente een buddyproject opzet, waarbij mensen met grote schulden door een 1 op 1 traject worden geholpen hun leven weer op de rails te krijgen. Ondersteuning voor-, tijdens en na het traject van schuldhulpverlening blijkt in de praktijk hard nodig te zijn. De gemeente faciliteert vrijwilligers om deze ondersteuning te kunnen leveren.

Dat vraagt ook om  afspraken met woningbouwcorporaties en energieleveranciers om betalingsachterstanden te signaleren en huisuitzetting te voorkomen. Er moet in een vroeg stadium en proactief overleg plaats vinden met de schuldhulpverlening en sociale dienst. Ook is samenwerking met maatschappelijk werk van belang voor de psychologische kant van schulden.

  • Geen wachtlijsten bij schuldhulpverlening;
  • Introduceren buddyproject  schulden.

Om schrijnende situaties tegen te gaan willen wij dat de gemeente een actief beleid voert om te voorkomen dat mensen door onwetendheid geen gebruik maken van de bijzondere bijstand terwijl ze daar wel recht op hebben. Tegelijk is het van groot belang dat misbruik van voorzieningen wordt opgespoord en gestraft. Alleen zo kunnen we de sociale voorzieningen betaalbaar houden en blijft er draagvlak. Tegelijk geeft de gemeente het goede voorbeeld door stage en werkervaringsplaatsen te bieden aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, zoals langdurig werklozen en arbeidsgehandicapten.

  • Scherpe aanpak fraude.

[1] ‘Soevereniteit in eigen kring’. Voor meer informatie verwijzen wij u naar het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie, http://wi.christenunie.nl

Samenwerking tussen burger en overheid.
  • Een helder beleid rond inspraak, interactieve beleidsvorming, publiek-private samenwerking e.d. zodat verwarring over verantwoordelijkheden voorkomen wordt. Dit beleid wordt duidelijk gecommuniceerd, ook naar de burger toe
  • Een duidelijk beleid rond communicatie, het gebruik van internet, klantgerichtheid, afhandeling van klachten. Daarbij moet vooral worden ingezet op een optimale digitale communicatie met de burgers. Daarbij moet het zogenaamde digitale loket, onder gebruikmaking van ervaringen elders, zwaarder worden neergezet.
  • Intern wordt gestuurd op de afgesproken afdoeningtermijnen behorende bij inkomende stukken en klachten. Daartoe worden prestatie-indicatoren vastgesteld, gemonitord en gepubliceerd op de website. Hier horen ook doelmatigheid en het schrappen van onnodige regels bij. Verder moet de gemeente Slochteren in vergelijking met andere gemeenten bovengemiddeld scoren op zaken als burgertevredenheid, doeltreffendheid en efficiency. Met andere woorden meer transparantie over de besteding van middelen in relatie tot de vastgestelde beleidsdoelen richting burgers en gemeenteraad.
  • De gemeenteraad tast met een zekere regelmaat af wat er leeft onder de Slochter bevolking. Dit bijvoorbeeld door het houden van sessies waarin een bepaald actueel thema wordt uitgediept. Verder door het betrekken van jongeren, ouderen en andere doelgroepen bij de politiek door speciale raadsvergaderingen, inspreekavonden, panels, regelmatige adviesvragen, etc.. Graag zien we dat doelgroepen, waaronder jongeren- en ouderenorganisatie bij de voorbereiding en uitvoering worden betrokken.
  • Daar waar een meerwaarde speelt optimaal inzetten op samenwerking met andere gemeenten als Groningen (Meerstad) en Hoogezand-Sappemeer, regionale verbanden en provincie
  • Een integraal veiligheidsbeleid dat bestaat uit:
    • veel aandacht voor preventie
    • buurtveiligheidsonderzoeken
    • politie (dorpsgericht werken, zichtbaarheid e.d.)
    • veilig wonen (woonkeurmerk)
    • probleemjongeren (zet ze in als veiligheidsadviseurs, voorlichters op scholen of dorpswachten)
    • investeren in HALT
    • daar waar mogelijk wordt vandaalschade verhaald op de dader
    • maximaal moet worden ingezet om seksinrichtingen als bordelen of escortservices te weren. Daarbij is ook een rol is weggelegd voor de burger zelf, dan wel organisatie waaronder de kerken. Het is daarbij goed dat op dit punt onderlinge samenwerking wordt gezocht.
  • Een gedragscode en ambtseed voor ambtenaren
  • Handhavingsbeleid in de breedst mogelijke zin van het woord wordt een topprioriteit. Intern wordt gewaarborgd dat er een optimale functiescheiding komt tussen (beleids)uitvoering en handhaving. Het verdient aanbeveling deze laatste functie in de portefeuille van de burgemeester onder te brengen. Een hard optreden tegen illegale bordelen, wietplantages, illegale bouwwerken, illegale bewoning e.d hoort bij dit handhavingsbeleid.
  • Een duidelijke opdracht, taakomschrijving en bevoegdheid voor de lokale rekenkamercommissie, en voldoende middelen om de gemeente goed te kunnen controleren
  • Een meldpunt overbodige, onnodige, betuttelende, beperkende regels
  • Organisaties die in aanmerking komen voor subsidie worden waar nodig geholpen de weg naar die subsidies te vinden.een bijsluiter bij de aanslagen voor de verschillende gemeentelijke belastingen met daarin gemeentelijke regels op dat punt
  • Daar waar mogelijk past de gemeente het principe toe dat de gemeente voor elke door de subsidievrager zelf opgebrachte Euro een bepaald percentage subsidie verstrekt. Zo stimuleert de gemeente eigen fondswerving door de subsidievrager.
Samen leven
     
  • Het beschikbaar stellen van middelen voor buurtschoonmaakacties (geen subsidie, maar gereedschap, afvalzakken en een cadeautje als dank) en kleine subsidies voor straatfeesten
  • Cursussen opvoedingsondersteuning voor de ouders van kinderen op zowel basisschool als voortgezet onderwijs
  • Betrokkenheid en participatie van ouders, ook bij openbare scholen
  • Campagnes tegen pesten en voorlichting herkennen van pesten, voorlichting herkenning kindermishandeling en andere gezinsproblemen
  • Gedragscodes op school
  • Betere aansluiting tussen peuterspeelzalen en basisschool
  • Daar waar mogelijk stimulering van buurtscholen (waarborging identiteit bijzondere scholen!)
  • De gemeente zorgt voor een goede samenwerking tussen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, scholen (openbaar en bijzonder), GGD enz. om achterstanden te voorkomen en adequaat te reageren op gesignaleerde achterstanden.het in de huisvestingsverordening opnemen van de vestiging van een peuterspeelzaal in/bij de school
  • Het voorzieningenniveau qua sport wordt binnen de hoofddorpen gelijk getrokken. Dit impliceert in ieder geval een vernieuwing/renovatie van de Duurswoldhal in Slochteren. In dit verband kan worden onderzocht welke kansen het biedt om binnen Slochteren tot concentratie van sportvoorzieningen in en rondom de Duurswold over te gaan. Dit onder meeneming van het zwembad ‘de Tobbe’.
  • Hier hoort ook bij dat gestimuleerd wordt dat er meer trapveldjes, basketbalveldjes, openbare tennisbanen, e.d. komen. Dit mede om sport en beweging meer te stimuleren. Bovendien geldt: sport verbroedert. De speelvoorzieningen in de wijken zijn in daarbij overeenstemming met de leeftijdsopbouw. Een aandachtpunt daarbij is het vandaalprof zijn van genoemde voorzieningen. Het verdient daarom aanbeveling om dergelijke voorzieningen bij voorkeur geconcentreerd middenin woonwijken te situeren. Vanuit de buurt kan er zo ook de nodige sociale controle plaatsvinden.
  • Samenwerking tussen sportclubs van verschillende sporten, om zo een afwisselend aanbod te creëren en meer faciliteiten te bieden
  • De gemeente stimuleert sport- en cultuurkennismakingsprogramma’s voor kinderen/jeugd/jongeren en ook ouderen. Bijvoorbeeld door het uitgeven van probeerbonnen
  • Het bibliotheekwerk is een blijvende basisvoorziening in de gemeente Dit geldt ook voor de algemene muzikale vorming. Dit mede met het oog het creëren van laagdrempeligheid op het gebied van cultuur, culturele vorming als ook op het faciliteren van culturele verenigingen (zoals muziekverenigingen)
  • Samenwerking met het bedrijfsleven voor het werven van mensen voor het bestuur en expertise op gebied van financiën en organisatie
  • Subsidiëren van het leerlingenvervoer is een blijvend aandachtpunt voor de gemeente
  • De gemeente opent een ‘loket’ voor vrijwilligerswerk. De gemeente geeft subsidie voor trainingen van wervers en ondersteuners van vrijwilligers.
  • De jeugd nadrukkelijk betrekken bij de uitvoering van het jeugdbeleid. Dit zal niet alleen moeten gebeuren met politieke jongerenorganisaties, maar kan ook met andere jeugdorganisaties en door jongeren actief te benaderen
  • De gemeente ondersteunt educatieve wandel- en fietsroutes.
  • Alle plannen van de gemeente (van welzijn en onderwijs tot openbaar vervoer en volkshuisvesting) besteden aandacht aan gehandicapten, ouderen, minderheden en minima
  • Dit geldt ook voor het woonbeleid in de gemeente. De gemeente verzorgt tweejaarlijks een actualisering van het woningbehoeftenonderzoek (woonplan). Een accent daarbij moet zijn het huurbeleid met aandacht voor nieuwbouw, sloop en herstructurering van huurwoningen (met name aandacht voor starters en ouderen). Dit in nauwe samenwerking met de Stichting Bewonersraad Slochteren, betrokken/toekomstige bewoners en de Stichting Woningbouw Slochteren.
  • Optimaal wordt ingezet op het stimuleren van kleinschalige bedrijvigheid, ook in het buitengebied (bijvoorbeeld in vrijkomende boerderijen). In dit verband worden optimaal kansen worden benut om de recreatieve kracht in de gemeente Slochteren te versterken
  • Het plan Meerstad vormt een belangrijk aandachtspunt. Dit plan verandert blijvend het aangezicht van de westkant van onze gemeente. Bij de uitwerking van de bestemmingsplannen kunnen planologische missers niet ‘zomaar’ worden hersteld. Dit betekent dat betrokken partijen moeten gaan voor een gedegen voorbereiding. Dit onder inschakeling van goede adviseurs en het optimaal betrekken van inwoners en belanghebbenden in het gebied. Dit geldt ook voor de uitwerking van andere beleidsonderdelen inzake Meerstad. Denk aan het onderwijsbeleid, sportbeleid, cultuurbeleid, de auto- en fietsbereikbaarheid van en naar de stad Groningen, etcetera. Voorkomen moet worden dat de disbalans (hoge bevolkingsdichtheid aan de westkant van de gemeente) welke Meerstad in zich heeft nadelige effecten met zich mee brengt met de rest van de gemeente. Sterker nog ingezet moet worden om optimaal de ‘spin off’ van Meerstad voor geheel Slochteren in te zetten
  • Bij de ruimtelijke plannen moet het scheppen van buitenspeelruimte voor kinderen een belangrijker accent krijgen
  • Waar mogelijk worden kansen benut inzake de revitalisering van de kleinere kernen.
  • De gebouwen van de gemeenten zijn voorbeelden van goede toegankelijkheid voor gehandicapten. Daar waar mogelijk stimuleert de gemeente de toegankelijkheid binnen onze gemeente.
Samen zorgen
  • Laagdrempelige toegang tot de schuldhulpverlening
  • In samenwerking met organisaties (ook kerken) wordt ‘stille armoede’ getraceerd.
  • Afspraken met woningbouwcorporaties en energieleveranciers om betalingsachterstanden te signaleren en huisuitzetting te voorkomen
  • Samenwerking bij schuldhulpverlening met maatschappelijk werk voor de psychologische kant van schulden
  • Een cursus budgetbeheer als deel van de schuldhulpverlening
  • Gerichte voorlichting over (voorkomen van) schulden bij jongeren
  • Actief beleid om het niet-gebruik (door onwetendheid) van de bijzondere bijstand terug te dringen
  • Een vorm van budgetbeheer door de sociale dienst
  • De gemeente helpt de minima om aanspraak te doen op regelingen (intensieve voorlichting en gerichte huisbezoeken) en organiseert daartoe gerichte huisbezoeken een maatwerktraject dat gericht is op reïntegratie in de maatschappij, in nauwe samenwerking met diverse partners. De gemeente stimuleert maatschappelijke participatie van huishoudens die zijn aangewezen op een inkomen rond het minimumniveau
  • Zo veel mogelijk inzetten op werkervaringsplaatsen bij de gemeente
  • Maximale inzet op  de weg naar regulier werk, dit onder meer door een optimale inzet van een reïntegratiebedrijf. Daarbij moet wel gevolgd worden, onder meer aan de hand van prestatieafspraken, hoe de voortgang is op het gebied van efficiency en effectiviteit.
  • Stimulering van een ruim aanbod van plaatsen voor begeleid wonen
  • Aparte opvang voor jongeren en geen uitval uit de opvang vanwege leeftijdsgrenzen
  • Stimulering van een goed functionerende sociale werkvoorziening (TRIO-bedrijven), zo mogelijk in combinatie met leer-/werktrajecten vooor werkzoekenden. Gewaarborgd moet worden dat de doelgroep in de sociale werkvoorziening zo veel mogelijk hun plaats kunnen vinden.
Samenleven, ook met de natuur.
  • een voorbeeldfunctie van de gemeente door een beleid dat waar groen moet worden gekapt, gezorgd moet worden voor herbeplanting. Monumentale bomen worden gespaard en beschermd
  • het actief tegengaan van straatvervuiling door boetes. Bureau HALT kan vuilopruimers ‘leveren’ in het kader van een alternatieve straf. Bij grote evenementen, zoals markten, is een snelle reiniging na afloop vereist. Daarover worden duidelijke afspraken in de vergunning vastgelegd
  • bij de uitvoering van de milieu wet- en regelgeving wordt er voor gewaakt dat er een optimale balans in het oog wordt gehouden inzake de belangen van het milieu, betrokken burgers en bedrijven. Met het oog op het rentmeesterschap ligt hier een belangrijke taak. Zorg en aandacht voor het milieu, nu en in de toekomst is van groot belang. Natuurlijk zijn economische belangen ook erg belangrijk, maar deze zullen zeer goed en weloverwogen afgezet moeten worden tegenover de milieubelangen. Uiteraard moet bij dit alles gewaakt worden voor een onnodig en een te rigide uitvoering
  • het waar mogelijk afkoppeling van regenwater van de riolering (dit vermindert de belasting van de zuiveringsinstallaties en ook het overstorten van de riolering.
  • het wegwerken van achterstallig onderhoud van de riolering. Waar nieuwe riolering wordt aangelegd, is de scheiding van afvalwater en regenwater het einddoel. Extra aandacht moet er zijn voor de riolering in het buitengebied. Het uitgangspunt moet daarbij zijn dat dit een basisvoorziening betreft
  • afname van ‘groene stroom’ door de gemeente
  • duurzaamheid en energiebesparing moeten een belangrijks beleidsuitgangspunten zijn. Voorbeelden waarbij dit tot uiting komt zijn:
    • het energieverbruik van de openbare gebouwen en gesubsidieerde instellingen
    • inbedden van duurzaamheid in planologie en bestemmingsplannen
    • door het stellen van normen in de bouwvergunningen
Toekomstige planologisch beleid, waaronder Meerstad geeft veel kansen in dit verband
  • In de ruimtelijke plannen worden verlichtingsvoorschriften opgenomen. Accenten zijn daarbij veiligheid, energiebesparing en oog voor lichtgevoelige gebieden
  • Ingezet wordt op snel realiseren van optimale OV-voorzieningen in Meerstad. Dit ook met het oog op de afwikkeling van het verkeer in de toekomstige wijk Meerstad. Hier hoort ook een  snelle (2007) ontsluiting A7 nabij Harkstede
  • Intensief beleid op veilige en mooie fietsroutes bedoeld voor doorgaande fietsverkeer en recreatie. Bij dit laatste wordt maximaal aansluiting onderling bewerkstelligd tussen de diverse fietspaden
  • Afronden volgende fases project Duurzaam Veilig (60, en 80km-zones en het daarbij treffen van adequate en consistente verkeersmaatregelen
  • Zo snel als mogelijk de onveilige verkeersituaties inventariseren, zodat een plan kan worden uitgevoerd om deze situaties te verbeteren. Periodieke inventarisatie van de schoolroutes met behulp van kinderen, hun ouders/opvoeders en leerkrachten Ook moet meldpunt (ook via internet) bij de gemeente worden gerealiseerd waar onveilige verkeerssituaties gemeld kunnen worden (te hard rijden, onoverzichtelijke situaties e.d.)
  • Accenten worden bij dit alles gelegd op de kwetsbare verkeersdeelnemers als kinderen, ouderen, fietsers.
Samen, met levensovertuigingen.
  • Een structurele samenwerking tussen de ChristenUnie-fractie, kerken, maatschappelijke organisaties en burgers om zo een voortrekkersrol te spelen in het zoeken van de onderlinge samenwerking en het bundelen van hun krachten. Op die manier kunnen we beter komen tot overtuigende politieke acties en stellingnamen
  • Ondersteuning van initiatieven vanuit kerken of ander maatschappelijke organisaties die gericht zijn op de ondersteuning en hulp van mensen die dat nodig hebben.
  • Het sluiten van winkels op zondag om ruimte te geven aan het beleven van het geloof, een ongestoorde kerkgang en vanwege het collectieve rustmoment (tijd voor relaties)
Economie, samen winnen.
  • Eenvoudige en heldere vestigingseisen voor bedrijven
  • Het betrekken van het bedrijfsleven bij opleidingstrajecten voor jongeren
  • Aandacht voor de gevolgen van de vestiging van bedrijven voor natuur en omgeving. Eerst goed doordenken, dan vastleggen, en op voorhand aan de bedrijven als vestigingscriterium meegeven
  • Het betrekken van de afdelingen economische zaken en maatschappelijke diensten bij het in kaart brengen van de lokale werkgelegenheidsmarkt. Zo wordt de adviesfunctie van de gemeente versterkt
  • Stimulering van de vestiging van bedrijven die een relatie met elkaar kunnen hebben op het gebied van transport, verwerking van elkaars producten dan wel restverwerking van afvalstromen
  • Voldoende aandacht aan de ruimtelijke samenhang tussen wonen en werken, goede infrastructuur en daarbij passende planologische maatregelen
  • Een geschakeerde samenstelling van werkgelegenheidsobjecten en aandacht voor de regionale positie van de gemeente in de arbeidsmarkt
  • Afstemming van het aanbod op de arbeidsmarkt en de beroepsopleidingen in de
    omgeving op elkaar (probeer die bedrijven aan te trekken die aansluiten bij de beroepsopleidingen in de buurt)
  • Mogelijkheden voor vestiging van bedrijven die in de dagelijkse
    levensbehoeften voorzien; in de buurten, wijken of dorpen die door omvang en ligging daarvoor in aanmerking komen
  • Goede toegang tot de gemeentelijke diensten, duidelijke loketten, geen verkokering, geen belemmerende ambtelijke cultuur
  • De gemeente onderzoekt blijvend de mogelijkheden voor werkervaringsplaatsen bij de gemeente zelf
  • Als het gaat om startende ondernemingen, onderzoekt de gemeente de mogelijkheden voor het ontwikkelen van een bedrijfsverzamelgebouw, waar een starter door de lagere aanloopkosten een ‘gemakkelijker’ start kan maken
  • Voor het gebruik van alcohol in sportkantines worden er afspraken gemaakt over matiging (bijv. ‘s morgens wordt er niet geschonken).
  • De gemeente grijpt elke wettelijke mogelijkheid aan om gokken te beperken en te voorkomen.