Programma 2007-2011


De Missie van de ChristenUnie

De ChristenUnie wil de samenleving dienen door haar meer te laten functioneren naar Gods wil. Daartoe streeft zij ernaar op elk politiek niveau zo krachtig mogelijk vertegenwoordigd te zijn. De ChristenUnie fundeert haar opvattingen over de politieke vraagstukken van vandaag op de Bijbel, het Woord van God.

De ChristenUnie wil een politieke partij zijn die midden in de samenleving staat en haar in beweging brengt, terug naar Gods bedoelingen. Zij mobiliseert mensen, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en kerken om samen na te denken over de politieke boodschap van de ChristenUnie en om acties te ondernemen die bijdragen aan een realisatie van de missie. Dat vraagt van onze partij een voortdurende inspanning om christelijke waarden te vertalen in (publieke) normen voor de overheid en de samenleving.


Voor elkáár in de provincie

De provincie is veel meer dan een tussenlaag in het openbaar bestuur. Zij heeft duidelijk haar eigen taken en verantwoordelijkheden. Deze taken liggen op terreinen als woningbouw, verkeer en vervoer, economie, natuur en landschap, recreatie, cultureel erfgoed, water en zorg & welzijn.
De provinciale verkiezingen zijn dus van groot belang voor uw eigen directe (leef)omgeving. De uitslag van de provinciale verkiezingen is niet alleen van invloed op de hoeveelheid ChristenUnie-zetels in de Provinciale Staten. De leden van de Eerste Kamer worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten. Dat gebeurt een paar maanden na de provinciale verkiezingen. Daarom is de uitslag van de provinciale verkiezingen ook van groot belang voor de samenstelling van de leden van de Eerste Kamer.
Uw stem telt dus dubbel!


Maakt de ChristenUnie zoveel verschil?

Ja. Het politieke handelen van de ChristenUnie valt op door haar heldere, maar genuanceerde aanpak van problemen. Wij gaan niet voor de makkelijkste oplossingen, maar wel voor de meest duurzame. Wij gaan voor die oplossingen die uiteindelijk het beste zijn voor mens en milieu.
Onze opvattingen en plannen, zoals u die verderop in dit programma kunt lezen, baseren wij op uitgangspunten die we hebben ontleend aan de Bijbel. De belangrijkste van deze uitgangspunten is dat we willen bouwen aan een betrouwbare en rechtvaardige overheid. Een overheid die het zwakke beschermt, een overheid die kiest voor een goed beheer van Gods goede schepping. We kiezen voor goede zorg, voor gezinswaarden, voor een goede onderlinge afstemming van voorzieningen, voor een boer- én milieuvriendelijk landbouwbeleid, voor het stimuleren van vrijwilligerswerk en voor goed onderwijs dat aansluit bij de vraag vanuit de maatschappij. Ook zet de ChristenUnie zich in voor een integer bestuur en voor de leefbaarheid van kleine kernen. De ChristenUnie maakt zich hard voor een gezonde economie die niet 24 uur per dag en 7 dagen per week doordraait, voor bescherming van de goede zeden, voor recreatieve, gezonde sportbeoefening, voor leefbare wijken, voor zorgvuldige omgang met de vrijheid van meningsuiting en voor behoud van identiteitsgebonden instellingen.

ChristenUnie = christelijk-sociaal = voor elkáár!

 


ALGEMEEN BESTUUR


Trends en uitgangspunten

Nederland is een steeds complexer wordende samenleving, waar alles steeds meer met elkaar samenhangt. Plaatselijke problemen hebben vaak een landelijke, Europese of zelfs mondiale dimensie. De regelgeving is ingewikkeld en de verantwoordelijkheden van Rijk, provincie en gemeente zijn niet altijd even helder. De ChristenUnie streeft naar duidelijke regelgeving, duidelijk afgebakende verantwoordelijkheden en voldoende middelen om die verantwoordelijkheden waar te maken. Het zogenaamde middenbestuur (de provincie) staat de laatste jaren weer volop ter discussie. De ChristenUnie is van mening dat niet alle provincies in Nederland gelijk zijn. Verschillen tussen provincies in taken en verantwoordelijkheden moeten bespreekbaar zijn. We zetten ons in voor herstel en handhaving van het gezag van de overheid.

Speerpunten integriteit

Het optreden van de provinciale overheid heeft dikwijls grote gevolgen voor burgers en bedrijfsleven.
Daarom mag men uitgaan van een overheid die betrouwbaar is. Men moet het provinciebestuur kunnen aanspreken op onder andere
de volgende uitgangspunten:

  • bestuurders nemen publiekelijk verantwoordelijkheid op zich en leggen ook publiekelijk verantwoording af;
  • besluitvormingsprocessen zijn volledig transparant;
  • er wordt open gecommuniceerd;
  • met macht en invloed wordt open, integer en dienstbaar omgegaan;
  • bij werving van personeel dient integriteit deel uit te maken van de procedure;
    het afleggen van een ambtseed voor nieuwe medewerkers past hierbij.

naar index
Speerpunten communicatie

  • Het provinciebestuur werkt actief aan een vertrouwensrelatie met de burgers. 
  • Interactieve beleidsvorming kan de kwaliteit van het beleid en het draagvlak onder burgers doen toenemen. Het bevordert ook de democratische participatie van burgers. De burger moet daarbij wel gebruik kunnen maken van bij de provincie aanwezige expertise. Bij het interactief vormen van beleid wordt vooraf helder gemaakt wat de rol van burgers en bestuurders is in het proces, om teleurstelling en verwijdering te voorkomen. Afweging en besluitvorming dienen altijd te liggen bij het democratisch gekozen overheidsorgaan.
  • Besluitvorming en afwegingen moeten voor de burgers duidelijk gemaakt worden. Strategisch beleid, afgebakende delen uit het omgevingsbeleid ( kleine kernenbeleid, bundeling van woningbouw en bedrijvigheid), gebiedsgericht beleid, en verkeersmaatregelen lenen zich uitstekend voor interactief beleid.

 

Speerpunten provinciebestuur

  • Veel maatschappelijke vraagstukken vragen om een integrale aanpak. De ChristenUnie vindt dan ook een versterking van het middenbestuur
    (de provincie) een essentieel onderdeel van de modernisering van de overheid. Voor de provincie als middenbestuur kan dat nieuwe verantwoordelijkheden geven of andere taken. Voor die taken zal de provincie dan over de juiste juridische, financiële en organisatorische middelen dienen te beschikken.
  • Een provinciale herindeling van Groningen is wat ons betreft niet aan de orde. Een gemeentelijke herindeling moet niet van bovenaf opgelegd worden. De voorkeuren van betrokken gemeenten worden zoveel mogelijk gevolgd.
  • De bestuurskracht van gemeenten kan toenemen indien zij, op vrijwillige basis, gericht gebruik kunnen maken van deskundigheid die bij de provincie beschikbaar is. De provincie richt haar organisatie zó in, dat zij flexibel genoeg is om de gemeenten van dienst te kunnen zijn.


Speerpunten samenwerking

  • Het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), een samenwerkingsverband tussen de provincies Groningen, Friesland en Drenthe) is ingesteld voor zaken die de drie provincies gezamenlijk aangaan.
  • Intensivering van de samenwerking zal zich moeten richten op concrete zaken, dus op zaken die voor de provincies gezamenlijk van belang zijn en waar samenwerking van meerwaarde is. Dat kan zich voordoen bij indiening van gezamenlijke noordelijke projecten, samen optrekken in Brussel en Den Haag etc.
  • De besluitvorming zal nadrukkelijk democratisch gelegitimeerd dienen te worden. 
  • Incidenteel kan een gezamenlijke vergadering worden gehouden, echter niet ter vervanging van de reguliere Provinciale Statenvergaderingen.
  • De twaalf provincies in Nederland werken samen in het IPO, het Interprovinciaal Overleg. Het IPO heeft tot doel om vooral bij het Rijk en bij de gemeenten, maar ook bij andere organen, op te komen voor de belangen van de provincies. Activiteiten van het IPO mogen niet leiden tot aantasting van de bevoegdheden van de afzonderlijke provincies.


Speerpunten collegevorming

  • Bij de vorming van het college van Gedeputeerde Staten moet worden gestreefd naar een evenwichtige afspiegeling van de
    politieke verhoudingen.
  • De omvang van het college van Gedeputeerde Staten wordt voornamelijk bepaald door de uit te voeren taken.

naar index
OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Trends en uitgangspunten

Criminaliteit, onleefbaarheid en onveiligheid moeten krachtig worden bestreden. De zorg voor de veiligheid van de burgers behoort tot de kerntaken van de overheid. De ChristenUnie is tegen een gedoogcultuur, omdat het voor alle burgers van belang is dat er duidelijke regels bestaan en dat die ook gehandhaafd worden. Niet alleen de overheid is echter verantwoordelijk. Burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zullen zich samen eveneens verantwoordelijk moeten weten voor de bevordering van de veiligheid. Een leefbare publieke samenleving vraagt om een sterk normbesef bij overheden en burgers. De ChristenUnie wil dat ook het provinciebestuur hierin zijn verantwoordelijkheid neemt. Naast de bestuurlijke drukte waar de laag tussen provincies en gemeenten al mee geconfronteerd wordt, worden nu ook de veiligheidsregio’s vormgegeven. Hoewel de grenzen van de veiligheidsregio's in Groningen samenvallen met de provinciegrens maakt de ChristenUnie zich zorgen over het ontbreken van een duidelijke democratische legitimatie en controle.

Speerpunten openbare orde

  • In samenwerking met gemeenten worden activiteiten ontplooid om zinloos geweld terug te dringen. Daarbij zijn provincie en gemeenten ook op zoek naar fundamentele vragen over de diepere oorzaken van dit geweld. De samenleving wordt daarbij nadrukkelijk betrokken.


Speerpunten veiligheid

  • Provinciale en gemeentelijke rampenplannen moeten regelmatig getoetst worden op actualiteit en doeltreffendheid. Bovendien dienen de plannen op elkaar afgestemd te worden. Daarvoor is een voortdurende inventarisatie nodig van risico-opleverende objecten.
  • Een actuele digitale risicokaart wordt via voorlichtingsmateriaal en op de provinciale website beschikbaar gesteld voor de burgers.
  • De provincie is nog steeds verantwoordelijk voor de planning en de spreiding van het ambulancevervoer.
    De ChristenUnie vindt dat ambulances binnen de wettelijke aanrijtijden beschikbaar moeten zijn.
    Zonodig worden er aanvullende maatregelen genomen.
  • Bij zaken van leven en dood passen geen beperkingen rond de inzet van de traumahelikopter.
  • Het provinciebestuur wordt actief betrokken bij de vraag of de hulpverleningsdiensten (politie, brandweer, ambulance) optimaal functioneren.
  • De rol van de commissaris van de koningin als portefeuillehouder veiligheid dient volstrekt duidelijk te zijn.
naar index


ZORG EN WELZIJN

Trends en uitgangspunten

De ChristenUnie is van mening dat het uitgangspunt bij het provinciale welzijnsbeleid gericht moet zijn op de eigen verantwoordelijkheid.
De eigen keuzemogelijkheid van de burger dient gestimuleerd en ondersteund te worden. De huidige tendensen van individualisme, vereenzaming, opvoedingsproblemen, zinloos geweld, criminaliteit, materialisme en verval in verslavingen vragen ook goede en professionele hulp. Het is belangrijk dat bepaalde groepen mensen niet louter als probleem worden gezien en benaderd. Beleid gaat uit van eigen capaciteiten van de hulpvrager.
'Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst'. De ChristenUnie kan dit volmondig beamen. De zorg voor onze jeugd is allereerst een verantwoordelijkheid van de ouders. Soms redden de ouders of verzorgers het niet alleen, dan is er professionele hulp nodig. Die extra zorg moet zoveel mogelijk tijdig, dichtbij en kortdurend zijn. Onze gehandicapte medemens is ook een volwaardig lid van onze maatschappij. Elk mens is een uniek schepsel van God. Binnen de mogelijkheden die zij van hun Schepper hebben ontvangen moeten zij in staat worden gesteld zich te ontplooien. Het feit dat er in Nederland in verhouding steeds meer ouderen komen, vraagt ook van de provincie extra aandacht. Op het gebied van zorg en welzijn is een vermindering van de verkokering in regelgeving noodzakelijk. Het beleid dient gericht te zijn op de vráág naar zorg. Samenwerking van uitvoerende organisaties moet gestimuleerd worden. Niet de continuïteit van de instelling moet centraal staan, maar het resultaat naar de burgers toe.

Speerpunten jeugd

  • Ouders en kinderen staan als hulpvrager centraal in de verdere vormgeving van de jeugdzorg. De organisatie van de jeugdhulpverlening dient flexibel in te spelen op de veranderingen in de hulpvragen.
  • De provincie is het ideale niveau voor het organiseren van de jeugdzorg: de (kleinere) gemeenten zullen niet in staat zijn alle noodzakelijke expertise in huis te halen en het Rijk staat veel te ver van de werkvloer af. Provincie en gemeenten geven samen gestalte aan een integraal jeugdbeleid.
  • Er is veel winst te boeken voor de hulpvragende kinderen door een goede uitvoering van de preventieve jeugdtaken van gemeenten.
    Het is in het belang van kind en ouder dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat kinderen in de gespecialiseerde jeugdzorg terecht komen.
    Wij vinden daarom dat gemeenten hierbij op hun verzoek moeten worden ondersteund door de provincie.
  • De algemene jeugdzorg dient voor alle hulpvragers snel en drempelloos toegankelijk te zijn.
  • Kinderen die noodzakelijk uit huis geplaatst worden, komen in een daartoe opgezette inrichting; ze mogen niet worden opgesloten in een justitiële inrichting als zij niet veroordeeld zijn voor strafbare feiten.
  • Internet kan een goed hulpmiddel zijn jongeren de weg te laten vinden in de Jeugdzorg. Het internet is immers het medium voor de meeste jongeren. Initiatieven daartoe worden gesteund.
  • Een kind staat pas op de wachtlijst als er een indicatie is afgegeven. Wij vinden dat de periode tussen aanmelding van een kind en (start van) indicatiestelling niet meer dan enkele weken mag bedragen. Voor urgente hulpvragen mag er helemaal geen oponthoud zijn.
  • Wachtlijsten voor Advies- en Meldpunten Kindermishandeling (AMK’s), crisisopvang en andere urgente hulpvormen zijn onaanvaardbaar.
    Andere vormen van jeugdzorg blijven verschoond van lange wachttijden. De provincie houdt constant de wachtlijsten en de wachttijden bij en
    heeft een flexibel budget ter beschikking om plotselinge grotere hoeveelheden hulpvragen adequaat te kunnen oppakken.
  • Identiteitsgebonden hulpverleningsorganisaties dienen ook geen lange wachtlijsten en wachttijden te kennen. Deze organisaties moeten
    dezelfde financiële en andere ruimte krijgen om hun werk te doen als andere organisaties.
  • Gezinscoaching is een goed instrument om vroegtijdig grotere problemen te voorkomen. Wij steunen desbetreffende initiatieven.
  • Sport en werk en fysieke inspanning kan voor sommige groepen hulpvragers een goede remedie zijn voor het weer krijgen van een positief zelfbeeld, het aanleren van discipline en het verkrijgen van structuur in het leven. Wij ondersteunen initiatieven op deze terreinen.
  • Het Elektronisch Kinddossier wordt geïntroduceerd. Wij zien de gevaren voor de privacy, maar stellen het belang van de kinderen boven de eventueel ten onrechte aangebrachte schade aan de privacy van ouders. Wij ondersteunen een verdere uitbouw van elektronische gegevensopbouw rondom hulpverlening aan kinderen.
  • De provincie bouwt verder aan netwerken tussen onderwijs, leerplicht, jeugdzorg en arbeidsvoorziening om snelle en gerichte interventies mogelijk te maken.


Speerpunten gehandicapten

  • De provincie zorgt voor mogelijkheden voor opleiding, arbeid, ontspanning en goede woonomstandigheden.
  • De provincie bevordert - zo veel mogelijk in samenwerking met gemeenten en gehandicaptenorganisaties - provinciaal overleg over (arbeids)participatie van arbeidsgehandicapten en andere speciale groepen.
  • De provincie heeft een planningstaak op het gebied van het stichten van dagverblijven en gezinsvervangende tehuizen voor gehandicapten.
    De ChristenUnie wil dat de provincie ruimte blijft scheppen voor instellingen om op basis van een eigen identiteit te kunnen blijven functioneren.

naar index
Speerpunten ouderen

  • Wij maken ons sterk voor extra aandacht voor de huisvesting van en zorgverlening aan ouderen. Waar mogelijk moet de provincie projecten ondersteunen en stimuleren waardoor ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen (te denken valt aan aanpasbaar bouwen als norm, multifunctionele zorgcentra, netwerk van ouderensteunpunten)
  • Zorg op maat is belangrijk. Daarom moet er goed overleg zijn tussen de provincie, gemeenten, zorgaanbieders, ouderenbonden en het Regionaal Patiënten Consumenten Platform (RPCP).
  • Initiatieven vanuit onze samenleving om te komen tot het oprichten van (identiteitsgebonden) hospices worden door ons van harte ondersteund. Wanneer thuis sterven niet kan, is opname in een hospice een goed alternatief. De provincie kan een startsubsidie verstrekken.
  • Dementie is een toenemend probleem in onze samenleving: mensen die aan deze aandoening lijden hebben recht op een optimaal aan hun omstandigheden aangepaste leefomgeving. De provincie draagt zorg voor beschikbaarheid van gegevens inzake de ontwikkeling van dementie en stimuleert gemeenten en zorginstellingen in het nemen van hun verantwoordelijkheden.
  • De toenemende vergrijzing is van invloed op veel provinciale beleidsterreinen. De provincie ontwikkelt een toekomstgericht integraal ouderenbeleid.


Speerpunten vrijwilligerswerk, mantelzorg en WMO

  • Vrijwilligers worden vaak (en terecht!) het cement van de samenleving genoemd. Ondersteuning van vrijwilligersorganisaties en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers verdienen ook de aandacht van de provincie. Projecten voor vrijwilligers kunnen aanspraak maken op een financiële bijdrage van de provincie.
  • De ChristenUnie heeft veel respect voor de vele mantelzorgers in de provincie. Een platform mantelzorg, contactpunt mantelzorg en steunpunten voor mantelzorgers vinden wij belangrijk. Wij zien hierin ook een taak voor de provinciale overheid, zowel coördinerend als financieel.
  • Speciale aandacht moet er zijn voor de jónge mantelzorger (met een zieke ouder). Projecten om alle problemen van deze jongeren in kaart te brengen en oplossingen te zoeken ondersteunen wij.
  • De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning)*, een nieuwe wet die het nodige van de gemeenten vraagt. Wij vinden dat de provincie moet beschikken over voldoende expertise om ondersteuning te bieden aan gemeenten die daarom vragen, echter niet ter overname van verantwoordelijkheden.

* De WMO komt in de plaats van de Wvg (Wet voorzieningen gehandicapten), de Welzijnswet en delen van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten)

Overige speerpunten zorg en welzijn

  • De ChristenUnie is voorstander van het op provinciaal niveau stimuleren van initiatieven die gericht zijn op de bevordering van het gezinsleven en de betrokkenheid op elkaar in de samenleving.
  • Zorgboerderijen zijn een niet meer weg te denken fenomeen in de zorg voor verstandelijk gehandicapten, ouderen en psychiatrische patiënten. Ter borging van de kwaliteit van de geleverde zorg ondersteunt de provincie initiatieven die leiden tot kwaliteitskeurmerken.
  • Voor zo lang voedselbanken kennelijk noodzakelijk zijn en in een behoefte voorzien verstrekt de provincie voor zijn deel subsidie.
  • De provincie start een voorlichtingscampagne over het gevaar van loverboys.

naar index
ECONOMIE

Trends en uitgangspunten

Door te werken ontplooien mensen hun talenten en bouwen ze mee aan de samenleving. Werk is belangrijk, maar niet het enige dat telt. Steeds meer mensen kunnen de hoge spanning en werkdruk niet meer aan en raken overspannen. Daarom pleit de ChristenUnie voor een goede balans tussen werk, zorgtaken en ontspanning. Bedrijven en ondernemers staan aan de basis van onze welvaart: van winkeliers, kleine zelfstandigen en boeren tot aan de grote internationale bedrijven. Bedrijven mogen niet belemmerd worden door onredelijke regels of knellende heffingen, maar juist in staat worden gesteld hun maatschappelijke verantwoordelijkheden waar te maken.

Speerpunten economie

  • Het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) is belangrijk voor de werkgelegenheid. Iedere nieuwe overheidsmaatregel voor het bedrijfsleven moet eerst een ‘MKB-toets’ ondergaan; dit om te voorkomen dat nieuwe regels het MKB op kosten en administratieve lasten jagen.
  • De positieve ontwikkeling van de Eemshaven en bedrijventerrein Oosterhorn bij Delfzijl en de economische spin-off die dit met zich meebrengt zullen wij van harte moeten ondersteunen en waar nodig faciliteren.
  • Ook de ontwikkeling bij de haven van Lauwersoog mogen we niet uit het oog verliezen; aandacht moet er zijn voor nieuwe gebruiksmogelijkheden voor de haven en het gebied daar omheen.
  • In de komende Statenperiode zal de baanverlenging van Groningen Airport Eelde zeker moeten worden gerealiseerd.
  • Het belang van de Stad en de regio betreffende opslag en distributie van gas moet verder worden verbreed en gewaarborgd.
  • Bij de vestiging van industrie wordt ook in grote mate invulling gegeven aan de taken betreffende milieu en natuur en landschap.
  • De stimuleringsregelingen voor de ontwikkeling van de economie moeten in stand blijven.
  • Wij zullen ons moeten inzetten voor hoogwaardige nieuwe bedrijventerreinen en voor het aanpassen en aantrekkelijk houden van bestaande bedrijventerreinen.
  • Het is van groot belang dat er goede aandacht wordt besteed aan de afstemming tussen onderwijs en bedrijfsleven, ook gezien de economische ontwikkeling in de komende jaren.
  • Bijzondere aandacht is nodig voor starters op de arbeidsmarkt, dit geldt echter ook voor doorstarters. Het is van groot belang de kwaliteit van mensen voor het arbeidsproces te behouden.
  • Het is niet nodig voor onze samenleving om zeven dagen in de week te werken. Wij zijn van mening dat er een goede balans dient te zijn tussen werken en rusten. Daarom blijft de zondag voor ons de collectieve rustdag.

naar index
RECREATIE EN TOERISME

Trends en uitgangspunten

In onze hectische samenleving waar het niet alleen moet gaan om werken, maar zeker ook om rust en ontspanning is kwaliteit van recreëren niet onbelangrijk. Wij verwachten dat het economische belang van deze sector in de komende jaren alleen maar zal toenemen.

Speerpunten recreatie en toerisme

  • Het eigen karakter van onze provincie moet worden gewaarborgd; dit zal op een goede en heldere manier moeten worden gecommuniceerd. Wij zijn voorstander van continuering van Marketing Groningen.
  • Er moeten voldoende mogelijkheden zijn of worden ontwikkeld om toeristen langer in onze provincie te laten verblijven.
  • Het uitbouwen van onze toeristisch sterke punten (te denken valt aan de stad Groningen, Bourtange, Noordpolderzijl, Pieterburen e.a.) verdient de nodige aandacht.
  • De provincie moet - daar waar zich mogelijkheden voordoen - de recreatieve en toeristische sector stimuleren en adviseren.
  • Verdere ontsluiting (herstel verbindingen, verbetering voorzieningen) en promotie van onze recreatieve vaarwegen maken onze provincie tot een aantrekkelijk vaargebied.
  • De provincie stimuleert de aanleg van een buitendijks fietspad langs het Wad. Deze ontwikkeling geeft invulling aan het uitgangspunt 'het Wad is voor iedereen' en is een belangrijke uitbreiding van het recreatieve fietspadennet langs de kust. Dit fietspad past goed binnen de doelen waarvoor het Waddenfonds is ingesteld.


MILIEU

Trends en uitgangspunten milieu

Het provinciale milieubeleid van de ChristenUnie staat in het teken van de bijbelse opdracht om te bouwen en te bewaren. Wij zijn geen exploitanten van de wereld, maar leven in het besef dat we de wereld als goede rentmeesters moeten bewaren. In onze welvaartsmaatschappij lijkt de zorg voor ons leefmilieu steeds meer een sluitpost te worden. Eigenbelang en economisch belang winnen het te vaak van het milieu. Daar waar het ons natuurlijk milieu betreft, wil de ChristenUnie duidelijke keuzes maken. In die keuzes willen wij niet alleen de belangen van onze generatie voor ogen hebben, maar ook die van de komende generaties. Leefbaarheid en duurzaamheid zijn de sleutelbegrippen van het provinciale milieubeleid. Waar leefbaarheid en duurzaamheid nog onvoldoende aandacht krijgen, zijn de veiligheid, de gezondheid van mensen en de biodiversiteit in geding. De handhaving van verleende milieuvergunningen verdient een hoge prioriteit. Bij een geloofwaardig provinciaal bestuur past geen gedogen.

Speerpunten milieu

  • De provincie moet meer werk maken van een integrale benadering in de vergunningverlening. Bedrijven moeten zoveel mogelijk bij één 'loket' kunnen afhandelen.
  • Het Verdrag van Aarhus verplicht provincies tot het openbaar maken van milieu-informatie en daarom moeten ook risicokaarten gewoon worden gepubliceerd.
  • De ChristenUnie is voorstander van het stimuleren van een duurzame woningbouw door strenge eisen aan de bestemmingsplannen te stellen. Milieu- en energievriendelijk bouwen heeft hoge prioriteit.
  • Het (subsidie)beleid bevordert het gebruik van ecostroom en duurzame energiebronnen.
  • Lichtvervuiling en geluidsoverlast worden zo goed mogelijk tegengegaan.
  • De sanering van vervuilde bodems (boven en onder water) moet onverminderd doorgaan.
  • Voor de regelgeving geldt de eis dat zij goed uitvoerbaar is. Voorlichting en educatie vergroten het draagvlak voor milieumaatregelen. Stimulerende acties voor het onderwijs, de industrie en de landbouw zijn noodzakelijk, terwijl ook de consumenten op hun verantwoordelijkheid moeten worden gewezen: een goed milieu heeft zijn prijs!
  • Niet-biologische bestrijdingsmiddelen worden nog steeds op grote schaal toegepast in de landbouw, tuinbouw en bloementeelt. De provincie ondersteunt initiatieven die leiden tot een vermindering van het gebruik van deze middelen (voor zover de bedrijfsvoering dit toelaat).

naar index
ENERGIE

Trends en uitgangspunten energie

Energiebesparing verdient de hoogste prioriteit, maar het overschakelen van fossiele brandstoffen op duurzame, vernieuwbare energiebronnen (wind-, zonne- en getijdenenergie en biobrandstoffen) is eveneens hard nodig. Zo moet er een koppeling gelegd worden tussen duurzame energie en innovatiebeleid. De provincie moet een provinciaal energiebeleidsplan maken op basis van een provinciale klimaatnota en een concreet uitvoeringsprogramma. De provincie moet ook zelf het goede voorbeeld geven.

Speerpunten energie

  • Het herstellen van de subsidiemaatregelen ter bevordering van alternatieve energie, omdat dit vooralsnog de enige manier is om deze vorm van energie aantrekkelijk te maken.
  • Het stimuleren en faciliteren van onderzoek naar alternatieve energiebronnen.
  • Burgers stimuleren om zuinig om te gaan met energie en waar mogelijk alternatieven toe te passen.
  • Bij de ontwikkeling van nieuwe woonwijken zoveel mogelijk kijken naar alternatieve vormen van energiegebruik.
  • Als provincie Groningen voorop lopen daar waar het gaat om nieuwe initiatieven met betrekking tot alternatieve energie .
  • Energy Valley een nog duidelijker profiel geven: niet alleen blijven steken in planvorming, maar daadwerkelijk komen tot de invulling.


RUIMTELIJKE ORDENING EN VOLKSHUISVESTING

Trends en uitgangspunten

Wij zullen inhoud moeten geven aan de opdracht die ons is gegeven om de aarde te bebouwen en te bewerken en hier als een goed rentmeester over te waken. Wij moeten daarom zorgvuldig omgaan met de ruimte die aan ons is toevertrouwd.

Speerpunten

  • De Regiovisie Groningen-Assen 2030 is nog steeds een goed instrument gebleken om het grote aantal plannen dat er is gezamenlijk uit te voeren. Wel is van het grootste belang dat er een voortdurende communicatie is met alle betrokkenen om zodoende ook voldoende draagvlak te houden voor de ontwikkeling van de komende jaren.
  • De ontwikkeling van starters op de woningmarkt moet meer aandacht krijgen. Door de enorme stijging van de huizenprijzen is het voor een starter bijna niet meer mogelijk om nog in aanmerking te komen voor een koopwoning. Hier zal zeker op gestuurd moeten worden bij de toewijzing van woningcontingenten.
  • We zullen ons de komende jaren sterk moeten maken voor de ontwikkeling van zgn. levensloopbestendige woningen; gebleken is dat hier grote vraag naar is.
  • Wij vinden nog steeds dat bouwen in kleine kernen (voor de eigen behoefte) moet kunnen.
  • Als er bij gemeenten ondersteuning nodig is voor de ontwikkelingen op planologisch gebied, dan moet dit door de provincie worden gefaciliteerd.
  • In de komende Statenperiode zullen we een nieuw POP (Provinciaal Omgevingsplan) moeten vaststellen. Voorwaarde voor vaststelling zal moeten zijn dat er heel breed gediscussieerd kan worden over dit POP en wel door alle belanghebbenden.

naar index
VERKEER EN VERVOER

Trends en uitgangspunten

Uitgangspunt voor de ChristenUnie is een veilig en betrouwbaar verkeer- en vervoersysteem.
We laten ons hierbij leiden door de kernbegrippen veiligheid, milieu en leefbaarheid.

Veiligheid.
Een van de basisvoorwaarden is de veiligheid in het verkeer. We hebben de afgelopen jaren een goede sprong voorwaarts gemaakt wat dit punt betreft in onze provincie. Toch is elk slachtoffer in het verkeer er een teveel. We zullen ons daarom maximaal moeten inspannen om het aantal slachtoffers nog verder terug te dringen.

Vervoer.
Een van de uitgangspunten is dat de stad Groningen het economische hart is van Noord-Nederland. Er is een enorme werkgelegenheid en dit moeten we proberen zoveel mogelijk te faciliteren.

Speerpunten veiligheid

  • waar mogelijk gescheiden rijbanen voor zowel auto- als fietsverkeer.
  • voldoende gescheiden fietspaden
  • heldere en duidelijke belijning op de wegvlakken en herhaling van de geldende maximumsnelheid
  • duidelijkheid naar de gebruikers toe (voorlichting)
  • goed onderhoud van wegen en bermen
  • inventarisatie voor de komende jaren van knelpunten in de wegstructuur (niet wachten op ongevallencijfers)
  • goede bebording en waar mogelijk verlichting

Speerpunten vervoer

  • De bereikbaarheid van de stad Groningen moet een van de speerpunten zijn voor de komende jaren.
  • Er zal op korte termijn een discussie moeten komen over de planning en situering van de zuidelijke ringweg (Julianaplein, zuidtangent).
  • Niet alleen wegen, maar ook een uitstekend openbaar vervoersysteem is een van de voorwaarden voor een goede bereikbaarheid. Hierbij denken we ook aan verdubbeling van het laatste stukje van de spoorlijn Groningen-Leeuwarden.
  • Een pilot gratis openbaar vervoer behoort wat ons betreft tot de mogelijkheden.
  • Een snelle verbinding met de Randstad en richting Noord-Duitsland heeft onze voorkeur. Wij willen het kabinet houden aan de toezeggingen die in dit kader zijn gedaan.
  • Bij de ontwikkeling van nieuwe wijken en bedrijventerreinen moet eerst de infrastructuur worden aangelegd en ontwikkeld.

naar index
LANDBOUW EN LANDELIJK GEBIED

Trends en uitgangspunten
landbouw en plattelandsvernieuwing
In Nederland en met name in de provincie Groningen is de land- en tuinbouw de belangrijkste economische motor en sociale drager voor de leefbaarheid van het platteland. Daarnaast speelt het landelijk gebied een essentiële rol als recreatiegebied voor stedelingen en als leefgebied voor allerlei planten en dieren. Gevarieerde natuurgebieden en aantrekkelijke landschappen zijn van groot belang om te kunnen recreëren en om iets te herkennen van de manier waarop God de wereld heeft geschapen en nog steeds onderhoudt. Daarom vindt de ChristenUnie het zo belangrijk om zorgvuldig om te gaan met de manier waarop het landelijk gebied wordt ingericht. De eigen identiteit van een gebied en de bijbehorende biodiversiteit zijn voor de ChristenUnie leidend bij het maken van afwegingen.

De provincie speelt als regisseur een grote rol in het landelijk gebied. De rijksoverheid en de provincies geven via de Agenda Vitaal Platteland en het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) een concretere invulling aan de integrale aanpak van het landelijk gebied. De beleidsruimte van de lokale overheden wordt sterk ingeperkt door het Europese plattelandsbeleid en het Gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid, maar in de Reconstructiegebieden en bij allerlei gebiedsgerichte projecten kan de provincie eigen accenten leggen, in samenspraak met agrarische natuurverenigingen, gemeenten en andere partners.

Speerpunten landbouw en plattelandsontwikkeling

  • De provincie zet in op verdieping en verbetering van de landbouw. Om de agrarische sector als drager van het landelijk gebied overeind te houden, investeert de provincie in een economisch en ecologisch duurzame land- en tuinbouw, waardoor de werkgelegenheid in deze sector blijft behouden.
  • De provincie zet vooral in op de nieuwe generatie ondernemers die de landbouw willen verbreden. Wij zien de snelle ontwikkelingen op het gebied van alternatieve en groene energie als uitstekende kansen en oplossingen voor de problemen in de landbouw. De provincie Groningen (landbouw- en energieprovincie) stimuleert de integratie van landbouw, energie en milieu.
  • Nevenactiviteiten van agrariërs worden door de provincie gestimuleerd. Wij geven prioriteit aan de zorglandbouw, plattelandstoerisme, groene diensten, streekproducten en innovatieve projecten. In nauw overleg met de rijksoverheid moet de betaling van groene en blauwe diensten snel worden geregeld. De provincie draagt bij aan landschapsfondsen, waaruit de eigenaren worden betaald die het onderhoud en de verfraaiing van het landschapsbeheer oppakken.
  • De provincie stimuleert het particulier en agrarisch natuurbeheer door er een redelijke vergoeding tegenover te stellen. De kwaliteit van het beheer moet daarbij voorop staan.
  • De provincie doet er alles aan om haar nieuwe functie in het kader van de ontwikkeling van het landelijk gebied goed in te vullen. De provincie betoont zich een goede regisseur van en voor natuur, recreatie, landbouw, milieu en bodem.

naar index
Speerpunten kleine kernenbeleid

  • Om de leefbaarheid op het platteland te bevorderen zet de ChristenUnie in op een stevig kleine kernenbeleid. Woningbouw voor groei naar eigen behoefte moet mogelijk zijn. Er moet naar aard en schaal passend bij de kern worden gebouwd. De provincie zoekt met gemeenten naar mogelijkheden om basisvoorzieningen in kleine kernen te handhaven of opnieuw te vestigen.
  • Binnen stringente randvoorwaarden wordt het hergebruik van leegstaande agrarische gebouwen door nieuwe economische dragers gestimuleerd.
  • Openbaar vervoer op maat is een basisvoorwaarde voor goede plattelandsontwikkeling.


Trends en uitgangspunten
natuur en landschap
Het beleid rond natuur en landschap is gericht op de verbetering van de leefomgeving van mensen, planten en dieren. De instandhouding van de biodiversiteit is een verplichting die we in internationaal verband zijn aangegaan en waaraan we ook op lokaal niveau een steentje moeten bijdragen.
Bij het natuurbeleid staat de ecologische hoofdstructuur (EHS) centraal. Het Rijk geeft de provincies een regisseursrol als het gaat om de Nationale Landschappen. Als het kabinet extra geld uittrekt voor de 'landschappelijke hoofdstructuur' dan doet de provincie naar rato mee.

Speerpunten natuur en landschap

  • De provincie tornt niet aan de ambities voor de EHS (ecologische hoofdstructuur): De zgn. ontsnippering van natuurgebieden blijft een speerpunt in het natuurbeleid en de EHS moet in 2018 af zijn.
  • De Waddenregio ontwikkelt zich duurzaam, zowel ecologisch als ook sociaal-economisch en toeristisch-recreatief. De verbinding tussen mensen (eigen inwoners en toeristen) en natuur (het Wad) wordt versterkt.
  • De provincie doet uitgebreid onderzoek naar het versterken van de natuurfunctie, de woonfunctie en de recreatiefunctie van het gebied direct langs de Waddendijk. Hiervoor worden gelden uit het Waddenfonds ingezet. Als voorbeeld kan gedacht worden aan onderzoek naar de mogelijkheden van extra buitendijks strand.


WATERHUISHOUDING

Trends en uitgangspunten

Veiligheid en gezondheid staan voorop in het waterbeleid.
Belangrijk uitgangspunt voor het provinciale beleid is nu het concept 'integraal waterbeheer' ofwel 'duurzaam waterbeheer', zoals dat is vastgelegd in het 'Nationaal bestuursakkoord Water'. In 2015 moet het watersysteem op orde zijn en daarna dient de waterhuishouding op orde te worden gehouden, anticiperend op de veranderende omstandigheden. Duurzaam waterbeheer betekent dat eventuele knelpunten niet worden afgewenteld op volgende generaties, op andere milieucompartimenten of op andere regio's. Wij streven naar een natuurlijk beheer van water, dat minder afhankelijk is van technische maatregelen. Dit vergt bewustwording op het gebied van de ruimtelijke ordening. Het automatisme van 'peil volgt functie' wordt vervangen door het streven naar grote, robuuste peilvakken, waarin het uitgangspunt 'functie volgt peil' wordt gehanteerd.

Speerpunten waterbeleid

  • De provincie ziet erop toe dat de watertoets bij alle ruimtelijke plannen een serieuze plaats heeft. Het instrument van de watertoets wordt verder uitgewerkt.
  • De vervuiling van grond- en oppervlaktewater wordt krachtig aangepakt, o.a. door:
      het verder instellen van beschermingszones voor drinkwatergebieden
      het terugdringen van het gebruik van niet-biologisch afbreekbare bestrijdingsmiddelen
      het tegengaan van verrijking door nitraten en fosfaten
      het verminderen van thermische verontreiniging
  • Samen met de waterbedrijven en gemeenten stimuleert de provincie zuinig gebruik van drinkwater, zo mogelijk door een koppeling van rioolrechten aan het watergebruik.
  • De waterkwaliteitsdoelen geven - in het kader van de Europese Kaderrichtlijn Water - ecologisch gezonde watersystemen en worden vastgesteld op basis van haalbaarheid en betaalbaarheid.
  • Bij oplossingen voor waterberging heeft het veiligheidsbelang uiteraard het primaat. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met belangen van landbouw, recreatie en natuurontwikkeling. Zo bieden de grote investeringen die op het gebied van waterhuishouding nodig zijn in het Lauwersmeergebied grote kansen voor het verder ontwikkelen van de natuurfunctie aldaar.
  • Een fundamenteel onderzoek naar een andere en verbeterde wijze van bestrijding van overlast door muskusratten is noodzakelijk. Hierin wordt ook betrokken een onderzoek naar de mogelijkheden voor gedeeltelijke privatisering van deze taak door 'premiejagers' (zoals in Duitsland).
  • In de strijd tegen verdroging willen wij bij het produceren van drinkwater meer oppervlaktewater gebruiken in plaats van grondwater.
  • Verdrogingsbestrijding betekent soms stoppen met pompen (rondom diepe polders en bij grootschalige grondwateronttrekkingen).
  • De provincie zet samen met de rijksoverheid en de andere provincies zwaar in op de mogelijkheden voor verwerking en hergebruik van baggerslib als alternatief voor stortplaatsen.

naar index
KUNST, CULTUUR, CULTUREEL ERFGOED EN SPORT

Trends en uitgangspunten
 
Kunst en cultuur zijn vensters van onze beschaving. Kunst en cultuur weerspiegelen onze waarden en normen (kunst en cultuur zijn niet waardenvrij!), onze identiteit als mens, als dorp, stad, provincie of land. Het omvat onder meer beeldende kunst, literatuur, podiumkunst, muziek, monumenten, architectuur en landschapsinrichting. Bibliotheken en musea zijn belangrijke conservators en overdragers van kunst en cultuur.
Artistieke kwaliteiten zijn een gave van de Schepper en mogen tot Zijn eer worden ontplooid. Kunsten kunnen het leven en de samenleving verrijken. De provinciale overheid heeft de taak kunstuitingen te stimuleren en zorg te besteden aan het behouden van het culturele erfgoed. De provincie heeft een rijke cultuurhistorie waar we zuinig op moeten zijn. Immers: kennis van onze geschiedenis geeft zicht op de toekomst.

Kunstzinnige vaardigheden behoren tot de gaven die God aan mensen geeft. Kunst en cultuur verdienen een grote uitingsvrijheid, maar de ChristenUnie is tegen uitingsvormen die godslasterlijk of discriminerend zijn, dan wel op het gebied van zedelijkheid fatsoensnormen overschrijden. Onder deze beperkende voorwaarden kan de provincie cultuur stimuleren door stimuleringspremies te verlenen.

De ChristenUnie is voorstander van een breed gedragen zelfstandige regionale omroep. Hoewel wij de programmering niet altijd op alle punten kunnen toejuichen, zien we wel het belang van deze omroep: zij geeft in tegenstelling tot de landelijke zenders wél aandacht aan de eigen woonomgeving. Daarnaast heeft zij de onmisbare functie van rampenzender. Met name deze laatste functie verdient een bredere bekendheid bij de inwoners.

De ChristenUnie is een sterk voorstander van een bereikbare en betaalbare bibliotheek. Landelijk gezien is er evenwel sprake van een verminderde belangstelling voor de producten van de bibliotheken: de hoeveelheid uitleningen neemt behoorlijk af. Dat betekent dat de bibliotheken zich verder moeten beraden over hun functie voor de samenleving. Wat de ChristenUnie betreft kan dat betekenen dat de bibliotheek zich verder ontwikkelt tot ontmoetingsplek van mensen rondom de informatie. De provincie heeft een stimulerende en faciliterende rol op het terrein van de amateursport (breedtesport!) en gehandicaptensport. Dit moet uitkomen in het stellen van prioriteiten bij subsidiëring van sportactiviteiten.

Speerpunten cultuur

  • Regionale cultuur vinden wij belangrijk, de eigen identiteit van de provincie willen wij graag behouden. Gedacht kan worden aan: (streektaal) streekgeschiedenis, folklore, regionale bouwkunst. Regionale musea kunnen van de provincie financiële steun ontvangen.
  • De doelen van een meerjarig cultuurbeleid moeten gericht zijn op vergroting van de cultuurdeelname van afzonderlijke doelgroepen.
    Ook moet er meer ruimte zijn voor diverse vormen van amateurkunst waarin meerdere stijlen een plaats kunnen krijgen.
  • Traditionele kunstvormen of kunstuitingen zijn voor de ChristenUnie net zo waardevol als experimentele of vernieuwende kunstvormen.
    Dit moet tot uitdrukking komen in het subsidiebeleid van de provincie.
  • Publieke kunstuitingen mogen de religieuze en levensbeschouwelijke overtuigingen en gevoelens niet kwetsen.
  • Wij vinden dat het beleid over het cultureel erfgoed oog moet hebben voor de mogelijkheden die onderwijs en toerisme te bieden hebben.
  • Het gebouwde en mobiele erfgoed blijven zich verheugen in onze aanhoudende belangstelling (te denken valt aan monumentale kerken en vaartuigen).


Speerpunten media

  • Aandacht voor een reële verdeling van de zetels in de programmaraad van de omroep: alle      groepen dienen zich in principe daarin te kunnen herkennen.
  • Aandacht voor de kwaliteit van de programma’s.


Speerpunten sport

  • De provincie stimuleert en faciliteert breedtesport en gehandicaptensport.
  • De provincie geeft geen financiële ondersteuning aan de verschillende vormen van beroepssport en de daarbij behorende voorzieningen.

naar index
FINANCIEN en BEHEER

Trends en uitgangspunten
Bij het besteden van de provinciale middelen dient de provincie steeds te beseffen dat het om gemeenschapsgeld gaat en dat vraagt om een rechtvaardige en verantwoorde manier van verdelen. De provincie beschikt vaak over te weinig financiële middelen om de taken die haar (onder meer door het Rijk) zijn opgedragen op adequate wijze uit te voeren. De overdracht van rijkstaken aan de provincie is daarom alleen aanvaardbaar, als het Rijk de middelen in voldoende mate vergoedt en de bevoegdheden volledig worden overgeheveld. De provincie ziet af van een concurrentiestrijd met andere provincies en – in dat kader - het realiseren van prestigeprojecten. De herkenbaarheid voor en de betrokkenheid van de burgers bij het eigen provinciaal handelen wordt bevorderd door een doorzichtig beleid op basis van de eigen financiële middelen.

Speerpunten financieel beleid

  • De reserves, fondsen en voorzieningen worden regelmatig geëvalueerd op aantal, inhoud en doelmatigheid.
  • De begrotingsruimte dient zoveel mogelijk flexibel te worden ingevuld om in de toekomst voldoende armslag voor het beleid te houden.
  • Het subsidiebeleid is er primair op gericht om het particulier initiatief te stimuleren en dient niet om samenwerking af te dwingen, als dat ten koste gaat van de identiteit.
  • Subsidieverlening gebeurt terughoudend. In principe hoort subsidie een bijdrage in een tekort te zijn. Criteria voor subsidieverlening zijn:
    de activiteiten moeten duidelijk zijn en door particulieren voldoende ondersteund worden;
    de activiteiten mogen niet in strijd met de normen van Gods Woord of het recht zijn er dient nauwkeurig gecontroleerd te worden of het       bedrag is besteed volgens de gestelde voorwaarden, eventueel worden gelden teruggevorderd.
  • Eigen provinciale belastinginkomsten (zoals de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting) behoren niet te ver uit de pas te lopen in vergelijking met andere provincies; dit om onredelijke en voor de burgers onbegrijpelijke verschillen in belastingdruk te voorkomen. Als richtlijn zou men een totale bandbreedte tussen de verschillende provincies van maximaal 10% dienen aan te houden.
  • De provincie is terughoudend in het verhogen van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. De inkomsten stijgen al automatisch door het toenemende wagenpark, zowel in aantal als gewicht.

Verkiezingen Provinciale Staten