Programma

Verkiezingsprogramma 2010-2014.

Voorwoord

Voor u ligt het verkiezingsprogramma 2010-2014 van de ChristenUnie Slochteren. Daarin leest u hoe we de komende periode samen met u willen werken aan een sterke gemeente Slochteren.

Na de verkiezingen in 2006 deed de ChristenUnie in Slochteren voor het eerst mee aan het college van B&W. Doordat we in het college zijn vertegenwoordigd konden we nog meer dan normaal invloed uitoefenen op het beleid in de gemeente Slochteren. Het “Van IK naar SAMEN!” waarmee we de verkiezingen in 2006 in zijn gegaan is duidelijk terug te zien in het beleid.

De ChristenUnie maakt zich vanuit haar Bijbelse opdracht sterk voor een sterk, rechtvaardig en sociaal beleid. Dat ziet u terug in een sterk verbeterd minimabeleid. Veel voorstellen tot verbetering werden door ons gedaan en allemaal overgenomen door het college.

Op een verantwoorde manier omgaan met publieke middelen is de ChristenUnie toevertrouwd. We beheren niet ons eigen geld, maar dat van de u als inwoner. Dat vraagt om een goede belangenafweging. Door het gevoerde financiële beleid is de dienstverlening verbeterd, kunnen we veel investeren in onder meer scholen, goede wegen, nieuwe fietspaden, bedrijventerreinen en toerisme. Dat is goed voor ons allemaal. Investeren stimuleert ook de lokale economie. Dat is belangrijk voor de bedrijven en de werkgelegenheid. Dit alles kan zonder de lasten te laten stijgen.

Veiligheid heeft prioriteit bij de ChristenUnie. We hielden een korte enquête om de knelpunten bij de scholen in kaart te brengen. Met de uitkomsten konden we het college overtuigen de verkeersveiligheid te verbeteren. Daar blijven we alert op.

Een van onze wensen was de terugkeer van de Algemeen Muzikale Vorming. Dat is gelukt. Met de nieuwe cultuurnota heeft het hele culturele leven in Slochteren een fors nieuwe impuls gekregen.

Het “samen” kreeg vorm in het meedenken over de gemeentevisie. Veel inwoners hebben met hun ideeën en initiatieven de visie Slochteren 2020 vorm gegeven. Wij werken graag mee aan de realisatie.

Voor dit “samen” is het vrijwilligerswerk essentieel. De voetbalverenigingen in onze gemeente, de scouting, culturele commissie, marktcommissies en veel andere verenigingen zouden in de problemen komen wanneer ze het zonder vrijwilligers zouden moeten doen. Daar mag iets tegenover staan. Een gedegen vrijwilligersverzekering welke de gemeente betaalt is daarvoor een goed middel. Ook dit punt heeft de ChristenUnie kunnen regelen. Hierdoor zijn vrijwilligers verzekerd voor zaken als: ongevallen, schade/verlies persoonlijke eigendommen, aansprakelijkheid en rechtsbijstand.

“Samen” is ook ontmoeten en serieus nemen van de inwoners. We hebben ons met succes ingezet voor een goed jeugdbeleid, zodat ook onze jongeren goed opgroeien.

Het leefbaarheidfonds maakt het mogelijk om initiatieven in de eigen buurt of dorp mogelijk te maken.

U ziet het de ChristenUnie is zichtbaar en effectief. Een betrokken partij die het belang van onze inwoners voor ogen heeft. Een stabiele partij met betrouwbare bestuurders die doen wat ze zeggen en hebben bewezen verantwoordelijkheid aan te kunnen. Dat deden we. Dat blijven we doen. Ook in de periode 2010-2014.

Stabiel en betrokken ChristenUnie. Samen maken we Slochteren! Doet u met ons mee?

 

1. Christelijk-sociaal: dienstbaar en duurzaam

De ChristenUnie is er voor u! Juist in moeilijke tijden willen wij als christelijk-sociale partij de handen uit de mouwen steken en ons inzetten voor u en voor de gemeente Slochteren. Dat doen we vanuit onze persoonlijke betrokkenheid bij de Slochter samenleving en vanuit onze christelijke overtuiging.

De ChristenUnie is betrokken en heeft oog voor mensen, hun welbevinden en hun relaties. Niemand leeft voor zichzelf en niemand mag aan zijn eigen lot worden overgelaten. We geloven dat mensen tot bloei komen als ze zich voor elkaar verantwoordelijk voelen en zorg dragen voor elkaar. We zetten ons daarom in om onmenselijke situaties van armoede, verslaving en eenzaamheid tegen te gaan en te voorkomen. De ChristenUnie wil alles doen wat in haar vermogen ligt, om mensen tot hun recht te laten komen. Dat mensen actief kunnen meedoen in de Slochter samenleving. Niemand mag aan de kant blijven staan. Maar dat kunnen we niet alleen bereiken. We hebben u daarbij nodig!

Als inwoners van de gemeente Slochteren zijn we geen losse eenheden die met de rug naar elkaar toe staan. We zijn als mensen en samenlevingsverbanden op elkaar aangewezen. Wij willen daarom ruim baan geven aan die gemeenschappen waarin zorg en verantwoordelijkheid opbloeien. Gezinnen, scholen, kerken, bedrijven en organisaties van burgers zoals sportclubs en verenigingen vormen de basis van de onze samenleving. Daarin wil de ChristenUnie investeren.

We willen dan ook graag een actieve bijdrage leveren aan de uitwerking van de Visie Slochteren 2020 waarin we samen met inwoners de lijnen naar de toekomst hebben geschetst.

Religieuze en culturele verschillen kunnen in de praktijk lastig zijn, maar als we elkaar de ruimte geven en elkaar respecteren, dan kan diversiteit de gemeenschap juist versterken. Wij willen ons inzetten voor de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging.

Wij willen ons actief inzetten voor duurzame economische ontwikkeling. Goede zorg voor de schepping en dus voor mens, natuur, landschap en milieu heeft daarom vanzelfsprekend onze grote aandacht en betrokkenheid. Daarop zijn en blijven we aanspreekbaar.

Het is een belangrijke taak van de gemeente om criminaliteit en overlast tegen te gaan. Met elkaar kunnen we iets doen tegen hufterigheid op straat en vervuiling van onze leefomgeving.

De overheid heeft echter niet alles in de hand. De politiek kan niet alles oplossen. Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid. Daarbij hebben we elkaar nodig. Samen kunnen we iets moois van onze gemeente maken. Wij zullen daar van onze kant alles aan doen, daar kunt u van op aan. Daar willen we heel duidelijk in zijn. Als christenen in de politiek beseffen we ook dat de bloei van onze gemeente afhangt van de zegen van God. We zien uit naar de komende vier jaar en rekenen op uw steun!

Ook in de periode 2010-2014 zijn we er voor u. Stabiel en betrokken ChristenUnie. Samen maken we Slochteren! Doet u met ons mee?

2. Dienstbare overheid 

Bij de gemeenteraadsverkiezingen op woensdag 3 maart 2010 mag u als burger uw lokale vertegenwoordiging kiezen. De kiezers bepalen de samenstelling van de gemeenteraad van Slochteren. Die gemeenteraad bestaat uit 17 volksvertegenwoordigers en staat aan het hoofd van de gemeente.

Na de verkiezingen gaan de gekozen politici van de verschillende partijen onder leiding van de grootste partij of een informateur onderhandelen over de vraag welke partijen met elkaar de coalitie gaan vormen en dus de wethouders gaan leveren. Het college van burgemeester en wethouders gaat de gemeente besturen. De gemeenteraad stelt daarvoor vooraf de kaders en controleert achteraf. College en raad hebben dus eigen verantwoordelijkheden, maar zijn altijd samen verantwoordelijk voor het goed besturen van de gemeente Slochteren. Het gemeentebestuur moet niet gericht zijn op zichzelf, maar op de Slochter samenleving en op het algemeen belang.

De bestuursperiode van 2010 tot 2014 kenmerkt zich net als de afgelopen periode door een groeiende verantwoordelijkheid van gemeenten. De afgelopen jaren zijn allerlei taken gedecentraliseerd, zodat taken worden overgedragen van het Rijk naar de gemeenten, bijvoorbeeld op het gebied van werk, bijstand, inburgering, zorg en welzijn. De gemeente wordt steeds meer gezien als de overheid waar het beleid begint. Een overheid die zelfstandig taken uitvoert.

Slochteren staat voor de uitdaging deze versterkte positie om te zetten in resultaat. Dat vraagt om visie en bestuurskracht, om een betrouwbare en daadkrachtige overheid.

De gemeente is ook een dienstbare overheid en bondgenoot van de samenleving. Dat betekent niet; mensen plat knuffelen of betuttelen. Dat betekent wel zoveel mogelijk verantwoordelijkheden in de samenleving laten of, als dat kan, daar ook terugleggen. Het betekent in ieder geval verantwoordelijkheden delen met partners in de samenleving. De gemeente ondersteunt en faciliteert daarbij, en stelt grenzen waar dat nodig en wenselijk is. Op deze manier draagt de overheid zelf ook actief bij aan een bloeiende samenleving.

Een dienstbare overheid vraagt om dienstbare raadsleden, wethouders, burgemeester en ambtenaren. De ChristenUnie wil een gemeentelijke organisatie die dienstbaar is aan de samenleving en zoveel mogelijk via één loket open, transparant, service- en klantgericht handelt. De ChristenUnie staat dicht bij de burger. ChristenUnie-politici willen betrouwbaar en betrokken zijn en open en transparant hun afwegingen maken. Dienstbaarheid is niet soft en is ook niet alleen maar dienstbaarheid aan burgers. Dat kan niet alleen via het credo “u vraagt, wij draaien”. Het is ook dienstbaarheid aan het algemeen belang en aan de publieke gerechtigheid. Daarin heeft de overheid ook een duidelijke eigen stevige verantwoordelijkheid.

In de volgende paragrafen willen we u vertellen hoe we de rol van de gemeente, veiligheid en financiën zien in onze gemeente voor de komende jaren.

2.1 Rol van gemeente

Trends en ontwikkelingen

De positie van de gemeente wordt steeds belangrijker. Het Rijk en de provincies decentraliseren allerlei taken naar het lokale niveau. Denk bijvoorbeeld aan de Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), Jeugdzorg en Wet Ruimtelijke Ordening (WRO). Die vele en vaak nieuwe taken vragen om een goed toegerust ambtenarenapparaat en een efficiënte uitvoering. Mede daardoor is er ook een tendens naar samenwerking en schaalvergroting. De gemeente moet kunnen aantonen dat zij in staat is tot effectief en efficiënt handelen. De recent in de provincie uitgevoerde bestuurskrachtmeting heeft aangetoond dat Slochteren voldoende bestuurskracht heeft. Gezien de intensieve samenwerkingsrelaties met Hoogezand-Sappemeer en de stad Groningen, maar ook gezien de forse voorziene groei van Slochteren waarbij naar verwachting minimaal verdubbeling van het huidige aantal inwoners zal plaatsvinden als gevolg van Meerstad, is deze bestuurskracht en de daarmee samenhangende zelfstandigheid ook op langere termijn gewaarborgd.

De gemeente Slochteren heeft met andere woorden voldoende bestuurskracht en kwaliteit van dienstverlening om zelfstandig te blijven.

De visie van de ChristenUnie

Vanuit het Rijk zijn veel taken overgedragen naar de gemeente. Dat past bij de visie van de ChristenUnie. De gemeente staat het dichtst bij de burger, en kent haar ook het beste. Voor zaken die bij uitstek relevant zijn voor de burger, is de gemeente Slochteren het beste niveau van uitvoering en verantwoording. Tegelijkertijd willen we daar waar mogelijk de samenwerking met onze preferente samenwerkingpartners Hoogezand-Sappemeer en Groningen onderhouden en uitbouwen.

Een veelgehoorde klacht is dat de burger zich niet herkent in haar bestuur. De ChristenUnie waardeert de lokale gemeenschappen en hecht aan het eigene van de lokale gemeenschap en de daarbij horende korte lijnen. Wij vinden het belangrijk dat buurten, en kernen een belangrijke plaats hebben in de ontwikkeling van Slochteren.

Concrete uitwerking

  • De opvattingen van de kiezer nemen wij serieus, zoals past bij een dienstbare overheid zonder te vervallen in een “u vraagt, wij draaien”-mentaliteit. Hier hoort zo veel mogelijk een inspraak van onderaf bij, de zogenaamde begin-inspraak. De gemeente vraagt burgers, maatschappelijke organisaties en/of bedrijven om een open advies waarbij er veel ruimte is voor inbreng en discussie. Deelnemers kunnen een eigen probleemdefinitie en oplossingsrichting aangeven. Dus niet reageren op plannen, maar eerst inventariseren welke ideeën en opvattingen er leven en daarop een plan baseren. Goede voorbeelden in dit verband zijn de toekomstvisie 2020 “het land van Slochteren”, de recent vastgestelde structuurvisie Siddeburen en de uitwerkingen van de visie Slochteren zoals het haven- en centrumgebied en de Verlengde Veenlaan. Ook lopende trajecten als structuurvisie Harkstede en structuurvisie Buitengebied kunnen dan genoemd worden.
  • De gemeenteraad tast met grote regelmaat af wat er leeft onder de Slochter bevolking. Dit bijvoorbeeld door het houden van sessies waarin een bepaald actueel thema wordt uitgediept. Verder door het betrekken van jongeren, ouderen en andere doelgroepen bij de politiek door speciale raadsvergaderingen eventueel op locatie, inspreekavonden, panels, regelmatige adviesvragen en gebruik van andere mogelijkheden. Graag zien we dat doelgroepen, waaronder jongeren- en ouderenorganisatie maar ook andere gesprekspartners van de gemeente Slochteren bij de voorbereiding en uitvoering worden betrokken.
  • De fractie van ChristenUnie zal in fractieverband dit intensief oppakken. Ook de website van de fractie zal daartoe worden ingezet en uitgebouwd. Dit omdat goede communicatie met burgers een essentie van het democratisch bestel.
  • Op basis van volkomen beleidsvrijheid van beide gemeenteraden, wil de ChristenUnie de uitvoering van beleid samen met de gemeente Hoogezand-Sappemeer blijven uitvoeren en waar mogelijk uitbouwen.
  • Binnen de gemeentelijke organisatie wordt gestuurd op de afgesproken afdoeningtermijnen behorende bij inkomende stukken en klachten. Daartoe worden prestatie-indicatoren vastgesteld, gevolgd en gepubliceerd op de website.
  • Verder moet de gemeente Slochteren bovengemiddeld scoren op zaken als burgertevredenheid, doeltreffendheid en efficiency. Met andere woorden zo veel mogelijk transparantie (inclusief deelname in VNG-verband aan www.waarstaatjegemeente.nl) over de besteding van middelen in relatie tot de vastgestelde beleidsdoelen richting burgers en gemeenteraad.
  • Om de dienstverlening op peil te houden en te verbeteren zijn er op gemeentelijk niveau dereguleringstrajecten gestart. Daarbij wordt beoogd een betere dienstverlening te bieden door het verminderen van administratieve lasten en regeldruk. In de gemeente Slochteren is het project “minder regeldruk, vereenvoudiging vergunningen” gestart. Voorbeelden van resultaten zijn de kapvergunningen die alleen voor monumentale bomen gelden en verder vergunningvrij zijn, afschaffen collectevergunning, vergunningsvrij maken van ventvergunningen en het afschaffen van de meldingsplicht voor het carbidschieten. De ChristenUnie ziet graag dat verder gegaan wordt met het proces van deregulering, waarbij de “één loket”-gedachte uitgangspunt is. De nieuwe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo, dat is het combineren van bouw- en andere daar-mee samenhangende vergunningen) biedt daartoe volop mogelijkheden.
  • Burgers moeten steeds meer in staat worden gesteld om diensten van de overheid te kunnen afnemen dan wel te communiceren met de gemeente via internet. De website wordt daartoe verder uitgebouwd.
  • Burgers moeten ook altijd de mogelijkheid hebben om in persoonlijk contact te treden met de gemeente, met ambtenaren en bestuurders.
  • Handhavingsbeleid in de breedst mogelijke zin van het woord blijft een topprioriteit. Een hard optreden tegen onveilige situaties, illegale bordelen, wietplantages, illegale bouwwerken, illegale bewoning, illegale zondagsopenstellingen e.d. hoort bij dit handhavingsbeleid. De beleidsprioritering van de handhaving moet periodiek tegen het licht worden gehouden. Dit ook gelet op de veranderende maatschappelijke urgentie.
  • Een gemeentelijke overheid moet controleerbaar en integer zijn. Dat vraagt voortdurende aandacht en onderhoud door gerichte trainingen. Daarbij worden minimaal de landelijk geldende normen voor integriteit gehanteerd.
  • Wij willen een duidelijke samenwerking tussen raad en College. Samenwerken vraagt helder inzicht in de eigen rollen en de bereidheid de ander de ruimte te geven. De raad kan zich versterken in haar kaderstellende rol (startnoties maken, organiseren begin-inspraak voor bepaalde beleidsvelden), volksvertegenwoordigende rol (dorpenrondes, vergaderen in dorpen als het een onderwerp van dat dorp betreft) en controlerende rol. De ChristenUnie ziet hierin volop kansen en zal dit ook in fractieverband oppakken.
  • De ChristenUnie staat een overheid voor die ook ruimte geeft aan het particuliere initiatief.

2.2 Veiligheid

Trends en ontwikkelingen 

Integraal veiligheidsbeleid krijgt steeds meer aandacht. Denk aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen, de Handreiking Veilig Uitgaan, het Keurmerk Veilig Ondernemen, de Veiligheid-effectrapportage en de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB), maar ook de aansluiting bij de veiligheidsregio’s is een goed voorbeeld.

Steeds duidelijker wordt de enorme betrokkenheid van de criminele sector bij de drugshandel en prostitutie. En ook de criminele overlast van deze zaken. Ook de overlast als gevolg van drankketen neemt toe. Dit fenomeen is één van de zwaar nadelige effecten van toenemend drankmisbruik bij de jeugd.

Het beleid van de politie is steeds meer afgestemd op kengetallen en landelijk en lokaal aangedragen aandachtspunten. Een onrustige buurt of kern krijgt daardoor extra aandacht, maar zodra de onrust weg is, is helaas vaak ook de extra aandacht weg. Structurele aandacht voor zo’n wijk en preventieve aanpak van de problemen moet dan vanuit de gemeente komen. We hechten groot belang aan goede nazorg. Problemen aanpakken is goed, maar problemen vóór zijn is minstens zo belangrijk.

Veiligheid is subjectief. Toch verschijnen er steeds vaker veiligheidsmonitors met kengetallen. Deze gegevens zijn goed bruikbaar maar wel een valkuil voor lokaal ad hoc beleid. Ad hoc beleid moet worden ingezet voor incidenten, het langere termijn beleid moet incidenten voorkomen.

Burgernet, een samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie, is een nieuw initiatief om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen.

De visie van de ChristenUnie

De overheid is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid. Maar ook burgers, zowel individueel als collectief, hebben hierin een rol. Dit geldt het sociale toezicht, maar ook in het doen van aangifte of meldingen. Overheid en burgers werken samen aan een veilige en leefbare samenleving, elk vanuit hun eigen verantwoordelijkheden. De overheid staat voor een duidelijke handhaving van normen en waarden. Vertegenwoordigers van de lokale driehoek (burgemeester, politie en justitie) hebben daarin elk hun eigen taak en zorgen voor een nauwe, efficiënte en doeltreffende samenwerking. Het moet ook zichtbaar zijn voor de Slochter samenleving dat er werk wordt gemaakt van aanpak.

Ook het voorkómen van normoverschrijdend gedrag is belangrijk. Handhaving en preventie dienen in evenwicht te zijn. Partners in preventie zijn onder andere welzijnswerk, jeugdzorg, onderwijs en gezondheidszorg. Samenwerking tussen al deze partijen is van belang, maar mag niet uitmonden in overleg zonder resultaten. De gemeente kan hierin een proactieve en regisserende rol vervullen. Integrale aanpak van het veiligheidsbeleid is daarom noodzakelijk. De gemeenteraad kan daarvoor de gewenste kaders vaststellen.

Burgers zijn actief betrokken bij veiligheid op straat, in de eigen vertrouwde wijk, het eigen dorp en in huis. Burgers zijn de oren en ogen van de politie. Overlastgevend en crimineel gedrag moeten daarom blijvend gemeld worden bij de politie. Burgers spreken hun medeburgers waar mogelijk aan op ongewenst en asociaal gedrag waarbij hun eigen veiligheid natuurlijk niet uit het oog mag worden verloren. Burgers hebben respect voor hun medeburger, andermans eigendommen en de leefomgeving. De gemeente kan de inzet van de burgers versterken door een Buitengewoon Opsporingsambtenaar in te zetten. Deze is het aanspreekpunt voor de burgers en zo een verlengstuk van de politie.

Aanpak van probleemjongeren vraagt extra aandacht. Daarbij mag wat de ChristenUnie betreft hard worden opgetreden als de situatie daar om vraagt. Daarmee zijn we er niet. Een zorgvuldige overheid moet ook zicht hebben op de oorzaak van het probleem, en niet aan symptoombestrijding alleen doen. De ChristenUnie vindt het dan ook belangrijk dat we in gesprek blijven met jongeren die voor overlast zorgen. De jeugdwerker is ook daarbij duidelijk en zichtbaar aanwezig.

Voor de ChristenUnie kan er geen sprake zijn van het gedogen van drugs, coffeeshops, drankketen, (illegale) prostitutie en andere situaties die veiligheidsrisico’s met zich meebrengen. Gedogen is geen oplossing, het creëert alleen maar weer nieuwe problemen. De overheid stelt duidelijk wat wel en niet mag en heeft oog voor onderliggende problemen 

Concrete uitwerking

  • Zorg voor een blijvende inzet voor een voldoende sterk en geoefend brandweerkorps die optimaal qua faciliteiten en accommodatie is toegerust voorhaar taak.
  • Om ook voor de toekomst voldoende vrijwilligers voor de brandweer te kunnen werven, pleit de ChristenUnie voor een continue actieve promotie door de gemeente bij inwoners en eigen gemeentelijke organisatie.
  • De huidige situatie van buurt-, en jeugdagenten moet worden gehandhaafd en waar mogelijk uitgebreid. Daar hoort een intensieve samenwerking bij met de daarbij betrokken gemeentelijke en maatschappelijke instanties.
  • Zorg dat een (drank)ketenbeleid opgesteld wordt waardoor handhaving mogelijk wordt en uitwassen kunnen worden voorkomen. Maximaal moet worden ingezet op het terugdringen van drankmisbruik van jongeren en ouderen.
  • Het landelijke initiatief van Vroeg Op Stap krijgt ook in de gemeente Slochteren navolging.
  • Ook met sportkantines en jeugdsozen en –honken, scoutinggroepen en dergelijke moeten duidelijke afspraken worden gemaakt om alcoholmatiging te bevorderen en -misbruik te voorkomen.
  • Stel blowverboden in op specifieke plaatsen zoals speelplaatsen of plaatsen waar overlast is. Ook in de directe omgeving van scholen hoort blowen niet thuis.
  • Zorg voor lage drempels voor het doen van aangifte, internetaangifte kan hier goede diensten bewijzen.
  • Verhaal via actief beleid de kosten van vandalisme op de daders; publiceer regelmatig de resultaten hiervan en de omvang van schade ten gevolge van vandalisme door middel van een “vandalismemeter”.
  • Versterk de sociale samenhang tussen mensen en groepen mensen door het faciliteren van dorpsverenigingen, buurtverenigingen, buurtfeesten etc. (zie ook paragraaf 4.3).
  • Voorkom de vestiging van gokhallen, bordelen en coffeeshops.
  • Stel een lokale veiligheidsmonitor in, zodat we ook aan effectmeting kunnen doen.
  • De ChristenUnie pleit voor de effectief gebleken Doe Normaalcontracten. Ook het opstellen van omgangsregels in de horeca heeft een goed effect en vereenvoudigd door de heldere afspraken de handhaving.
  • Stimuleer de agent in de klas en in het jeugdhonk. Dit omdat het zo belangrijk is dat jongeren hun wijkagent op een goede manier leren kennen.
  • De jeugdwerker moet zichtbaar zijn op straat en een goed aanspreekpunt zijn voor jongeren. Daarbij wordt de jeugd ook zelf gevraagd zich in te zetten voor de leefbaarheid in hun dorp. De gemeente kan daarbij ondersteunen.
  • Jongeren zijn nog steeds te weinig betrokken bij het opstellen van beleid dat hen rechtstreeks raakt. De ChristenUnie wil de jeugdparticipatie actief bevorderen. De instelling jeugdraad of –panel die de gemeente actief adviseert moet worden onderzocht en gefaciliteerd.

2.3 Financiën

Trends en ontwikkelingen

In onze samenleving lijkt het vaak alsof alles draait om geld. Hoewel de begroting van een gemeente vol cijfers staat, gaat het uiteindelijk niet om die cijfers maar om het verhaal achter de cijfers. Het gaat om het beleid. Beleid maken betekent keuzes maken: waaraan mag hoeveel geld besteed worden?

De invoering in 2002 van het dualisme binnen het gemeentebestuur in het gemeentebestuur heeft geleid tot de ontwikkeling van een programmabegroting. Grote winst van een goede programmabegroting is de juiste mix van beschrijving van beleidskeuzes, de beoogde effecten en het weergeven van de financiële vertaling daarvan.

De ruimte voor een eigen gemeentelijk belastingbeleid lijkt steeds kleiner te worden.

De laatste jaren wordt bij de controle van de gemeentelijke bestedingen steeds meer aandacht besteed aan de vraag of gelden doelmatig en rechtmatig zijn besteed. De ChristenUnie juicht deze ontwikkeling erg toe. De gemeenteraad en het College van B&W - en het ambtelijk apparaat - moeten steeds in onderlinge samenwerking alert blijven op deze ijkpunten. Er moet duidelijkheid verschaft worden over gemaakte keuzes en er moet begroot en verantwoord worden op basis van heldere normen. Dit temeer nu de economische situatie de rijksoverheid dwingt om een bezuinigingsprogramma vanaf 2011 door te voeren. In welke mate dit effect heeft voor gemeenten is nog niet duidelijk. Wel duidelijk is dat de huidige aanpak van realistisch begroten in dit verband essentieel is en blijft.

De visie van de ChristenUnie

Inwoners worden steeds mondiger en vragen verantwoording van de gemeente. De ChristenUnie staat hier positief tegenover omdat het terecht is dat het bestuur in het openbaar verantwoording aflegt. Het gaat over de besteding van publieke middelen. Het is de dure plicht van het gemeentebestuur om duidelijk te maken waaraan ze haar geld uitgeeft en hoe dit bijdraagt aan de bloei van de gemeente. Dit in combinatie met een strak begrotingsbeleid. Voor de ChristenUnie betekent dit handhaven van de succesvol gebleken stelregel dat de inkomsten behoudend en de uitgaven reëel worden begroot. Dat voorkomt overschrijdingen op de begroting en daarmee samenhangende lastenverzwaring voor de burgers van Slochteren.

Concrete uitwerking

  • In de afgelopen collegeperiode is in Slochteren in het kader van financiën steeds het uitgangspunt gehanteerd van het realistisch plannen van de uitgaven en terughoudend zijn in het ramen van inkomsten. Dit realistische begrotingsbeleid heeft veel goeds gebracht voor Slochteren. Zeker ook in vergelijking met veel gemeenten om ons heen. Ondanks economisch sombere tijden kan in 2010 voor meer dan 10 miljoen worden geïnvesteerd, zijn bezuinigingen niet nodig, kunnen de belastingen omlaag, is de reservepositie goed en is er meerjarig evenwicht tussen inkomsten en uitgaven. Dit beleid van goed rentmeesterschap moet in de komende raadsperiode blijvend worden gehanteerd.
  • De ChristenUnie vindt dat het gemeentebestuur zich zeer terughoudend moet opstellen waar het gaat om het verhogen van de lastendruk voor de inwoners. Onder meer efficiëntieverbetering moet een voortdurend proces zijn onder andere om de lokale lastendruk binnen de perken te houden. Dit in combinatie met realistisch begroten en plannen en het maximaal binnenhalen van subsidiemogelijkheden.
  • Indien de financiële draagkracht van burgers daartoe aanleiding geeft, behoort automatische kwijtschelding van verschuldigde belasting(en) en heffingen in individuele gevallen tot de mogelijkheid. Het gemeentebestuur maakt duidelijk op welke wijze een verzoek tot kwijtschelding kan worden ingediend. Het kwijtscheldingsbeleid is een belangrijk onderdeel van beleid in de strijd tegen sociaal isolement en armoede. Het College van B&W moet zich inspannen om het kwijtscheldingsbeleid bekend te laten zijn bij de groepen waarvoor het bedoeld is.
  • Bij de begroting en de jaarrekening moet ruime aandacht worden geschonken aan de risicoparagraaf. De in de huidige collegeperiode ingezette risicomanagement moet worden uitgebouwd. De belangrijkste risico’s moeten worden benoemd en van bedragen worden voorzien. Hierdoor kan er begrotingstechnisch gestuurd worden op deze risico’s.
  • In het najaar van 2008 heeft de wereld gemerkt dat banken kunnen omvallen. Omdat gemeenten met publieke middelen omgaan, moet het recent vastgestelde treasury-statuut goed op orde blijven. In ieder geval moet duidelijk en solide beleid overeind blijven over het uitzetten van tijdelijk “overtollige” middelen, spaargelden en beleggingen. Dit uitzetten van geld kan alleen bij banken met een zogenaamde “triple A-rating”. Met geld van de burger ga je zorgvuldig om.
  • Financiële ondersteuning van maatschappelijke activiteiten is een hulpmiddel om de samenleving tot bloei te laten komen. De ChristenUnie staat dan ook positief tegenover het subsidiëren van bijvoorbeeld sportverenigingen, vitalisering van het platteland, vergroten van de leefbaarheid, culturele activiteiten en – voorzieningen. In de afgelopen collegeperiode zijn daartoe fondsen gemaakt in het kader van leefbaarheid, accommodaties en cultuur. Tegelijkertijd is veel (Europees) subsidiegeld binnengehaald. Dit heeft veel initiatieven van burgers, organisaties en bedrijven mogelijk gemaakt en ondersteund. Waar mogelijk moet dit beleid worden uitgebouwd.
  • Daar waar mogelijk past de gemeente het principe toe dat de gemeente voor elke door de subsidievrager zelf opgebrachte Euro een bepaald percentage subsidie verstrekt. Zo stimuleert de gemeente eigen fondswerving door de subsidievrager.
  • Het College doet jaarlijks verslag van de kostendekkendheid van de verschillende heffingen. De gemeenteraad kan haar kaderstellende taak inhoud geven door voor belangrijke heffingen de gewenste dekkingsgraad vast te leggen.

3. Duurzame leefomgeving

Een centraal begrip bij de ChristenUnie is verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid van en voor mensen en de inrichting van de samenleving, maar ook verantwoordelijkheid voor natuur en milieu. Ook dat is christelijk-sociaal.

De ChristenUnie hecht bijzondere waarde aan een duurzame leefomgeving. Wij willen als goede rentmeesters op een verantwoordelijke en dus duurzame manier omgaan met de schepping. Dat bepaalt onze keuzes op terreinen als natuur, energie en klimaat, maar ook op het gebied van afval, mobiliteit en bebouwing.

Wij zijn beheerders van Gods schepping, niet de verbruikers ervan. Hoewel veel milieu- en klimaatbeleid op Europees, of zelfs op wereldniveau gemaakt wordt, moet ook de gemeente Slochteren een bijdrage leveren. Allereerst via haar voorbeeldfunctie. Sommige gemeenten zijn al “millenniumgemeente” of hebben ambitieuze plannen om in het volgende decennium “klimaatneutraal” te zijn. De gemeente moet haar gebouwen zo energiezuinig mogelijk maken, groene stroom en gas inkopen of in de kantine duurzaam geproduceerde producten aanbieden. Daarnaast moet de gemeente waar mogelijk lokale klimaatinitiatieven ondersteunen, zoals het plaatsen van windmolens of het benutten van aardwarmte en het bevorderen van energiebesparing bij particulieren, het bedrijfsleven en het midden- en kleinbedrijf.

Verduurzaming is niet gemakkelijk, maar wel noodzakelijk. Soms is het lastig draagvlak te vinden. Soms is het financieel moeilijk, maar duurzaamheid mag geen sluitpost zijn op de begroting. Het is de taak van de gemeentelijke overheid een goede belangenafwegingen te maken. Niets doen is in elk geval geen optie.

De verschillende belangen zoals groen, water, wonen, en wegen overvragen steeds meer de beschikbare ruimte. Het wordt steeds belangrijker dat de overheid duidelijke ruimtelijke keuzes maakt. De belangen van bestaande en nieuwe ruimtevragers moeten goed worden afgewogen. De overheid moet daar zijn werkwijze op aanpassen. Integraal en gebiedsgericht werken zal opgezet en uitgebouwd moeten worden. De overheid heeft daarbij niet meer alle kaarten in handen, maar treedt vaak op als overlegpartner of als regisseur in het speelveld met andere partijen.

Samenwerking vraagt om overleg met velerlei betrokkenen, zoals mede-overheden, grondeigenaren, omwonenden en belangenorganisaties. Dat vergt veel tijd, maar uiteindelijk win je tijd. Door belanghebbenden in het voortraject goed er bij te betrekken, kunnen vaak bezwaren later in het proces veelal worden ondervangen. De nadruk moet liggen op participatie en begin-inspraak, om onnodige, langdurige (en kostbare) juridische procedures te voorkomen. Dit sluit aan bij de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening (WRO), waar het accent ligt op overleg vooraf in plaats van toetsing achteraf.

Samenwerken kan ook heel goed in het beheer van de openbare ruimte. In projecten als “Schoon, heel en veilig” werken gemeente, politie, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties samen aan een leefbare samenleving.

In de volgende paragrafen vertellen we u graag over onze standpunten op het gebied van onder meer ruimtelijke ordening, wonen, groen, natuur, mobiliteit en nog veel meer.

3.1 Ruimtelijke ordening en wonen

Trends en ontwikkelingen 

Ruimte is een schaars goed. Wonen, landbouw, natuur en industrie strijden om een plekje op de Nederlandse kaart. De druk is niet overal even groot, maar ook in de gemeente Slochteren merkbaar Het is daarom goed om na te denken over het ruimtevraagstuk. Slochteren staat niet stil en zal zich blijven ontwikkelen. We maken werk van de uitvoering van de Visie Slochteren 2020. De keuzes die we nú maken, zijn bepalend voor de leefomgeving van toekomstige generaties. Het gaat om een evenwichtige keuze tussen ecologie en economie. Met de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening is het primaat bij gemeenten komen te liggen: decentraal wat kan, centraal wat moet. Gemeenten moeten hun regierol in het ruimtelijke ordeningsbeleid oppakken. Dit wel passend op het recent door de Provinciale Staten vastgestelde Provinciaal OmgevingsPlan (POP3) en de Omgevingsverordening. Op die manier kunnen zij vanuit de Slochter samenleving sturing geven aan het ruimtevraagstuk, zowel kwantitatief als kwalitatief.

De visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie vraagt aandacht voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Slochteren moet in dit verband een dynamische landelijke gemeente zijn waar mensen graag wonen, werken, recreëren en leven. Voor iedereen is en moet er een plek zijn. Dit geldt voor heel de gemeente, inclusief Meerstad. Ouderen en jongeren, armen en rijken, zelfstandigen en zorgbehoevenden wonen, werken en leven zoveel mogelijk door elkaar en niet in aparte buurten of dorpen. Kleinschalige bedrijven en woon-werk-combinaties in en bij de kernen bieden kansen en geven dynamiek en levendigheid. Daar hoort bij dat de ChristenUnie kiest voor zoveel mogelijk behoud van het buitengebied waar ruimte is voor modern agrarisch ondernemerschap in combinatie met natuurontwikkelingen en ontspanningsmogelijkheden. Investeren in kwaliteit en duurzaamheid is daarbij essentieel.

Concrete uitwerking

  • Een toekomstgerichte en realistische structuurvisie; actuele bestemmings-plannen:
  • Burgers verdienen rechtszekerheid. Daarom moeten er actuele bestemmingsplannen zijn, die digitaal kunnen worden ingezien.
  • Voortvarend moet daarom worden doorgewerkt aan de actualisatie van de bestemmingsplannen. Voor 2013 moet dit zijn afgerond.
  • Daar waar een zekere mate van een belangencomplexiteit speelt in combinatie met duurzaamheid-vraagstukken wordt vooral gekozen voor het maken van nieuwe structuurvisies. Dit geldt in ieder geval voor het buitengebied, Slochteren en Harkstede.
  • De ChristenUnie wil over de structuurvisie het debat zoeken met de samenleving: bewoners, maat-schappelijke organisaties, bedrijfsleven, agrariërs en scholen. Dit door middel van begin-inspraak (burgers laten meedenken zonder plannen vooraf). Zo creëren we betrokkenheid en draagvlak van onderaf.

Meer aandacht voor de openbare ruimte:

  • De kwaliteit van onze leefomgeving wordt sterk bepaald door bebouwing maar ook door de openbare ruimte, die meer is dan de restruimte na bebouwing. Open ruimten zijn onmisbaar: pleinen, groenstroken, parken, speeltuinen en oppervlaktewater. Het zijn de ontmoetingsplaatsen van dorp of buurt. Deze moeten wel netjes gehouden worden. Daarin hebben burgers als ook de gemeente taken. Hierover moeten situationeel goede afspraken worden gemaakt.
  • Een belangrijke opgave in dit verband ligt bij Slochteren centrum in relatie tot de Slochter haven. Dit gebied verdient een goede structuurvisie of masterplan waarbij elementen als sport, zwembad de Tobbe, onderwijs, wonen, ontspannen en openbare ruimte (pleinen) op een verantwoorde wijze met elkaar in samenhang worden gebracht. Daarbij zal ook de inbreng van de verschillende culturele en historische verenigingen worden gevraagd.
  • De gemeente Slochteren verdient een eigen monumentenbeleid, waarin aandacht is voor de lokale identiteit en geschiedenis.
  • Voorkom de sloop van huizen, straten en wijken die alleen maar tegen de vlakte gaan omdat de nieuwe huizen meer geld opbrengen.
  • Bij de ruimtelijke plannen moet het scheppen van buitenspeelruimte, groen voor jong en oud een belangrijker accent krijgen. Daarbij zou de ChristenUnie graag meer natuurlijke speelplaatsen en wandelplaatsen zien. In Harkstede, Siddeburen en Slochteren zijn daarvan reeds goede voorbeelden te vinden.
  • Welstand heeft alles te maken met ruimtelijke kwaliteit. Daarom is gemeentelijk welstandsbeleid onontbeerlijk.

De mogelijkheden die er zijn om invulling te geven aan “duurzaam bouwen” worden uitgebouwd en waar mogelijk toegepast. Voorbeelden zijn:

  • bouwen met duurzame materialen, die op verantwoorde wijze geproduceerd en kwalitatief hoogwaardig zijn.
  • woningen die klimaatneutraal zijn of zelfs energie “produceren”.
  • levensloopbestendigheid van een woning of wijk: mensen kunnen hun hele leven in hetzelfde huis blijven wonen, ongeacht hun omstandigheden (echtpaar, gezin, ouderen, zorgbehoevend etc.). Daarbij wordt ingezet op mogelijkheden om de mantelzorger(s) te laten inwonen bij de zorgbehoevende (of andersom). Daartoe wordt planologische ruimte gecreëerd om tijdelijk extra woonruimte mogelijk te maken in of bij de bestaande woning.
  • Bij de vergunningverlening en oplevering van nieuwbouwwoningen moet daadwerkelijk getoetst en gehandhaafd worden of aan de wettelijke duurzaamheideisen en de criteria van eventueel verleende subsidie(s) is voldaan.

Kwaliteit en afstemmen op de vraag:

  • Zorg ervoor dat het huisvestingsbeleid in de gemeente Slochteren ook aansluit op de vraag. Dit betekent een actueel woonplan dat gebaseerd is op de meest actuele demografische ontwikkeling.
  • Ouderen zijn steeds vitaler en willen graag zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Bouwen van betaalbare huisvesting voor deze doelgroep moet dan ook meer aandacht krijgen.
  • Kies voor een realistische koers. Soms is het beter om niet te groeien in kwantiteit, maar te groeien in kwaliteit. Investeren in de woonomgeving en alleen bouwen waar nodig en mogelijk.
  • De vastgestelde Structuurvisie Schildmeer/Steendam moet met inzet van marktpartijen zo snel mogelijk verder gebracht worden. Dit inclusief een goede ontsluiting van het Schildmeergebied vanaf de N33. Ook moet met betrokken partijen goed worden samengewerkt om de vaarverbinding Schildmeer met het Oldambstermeer mogelijk te maken. Dit geldt ook voor de verbetering van de vaarverbinding tussen Schildmeer en Meerstad.
  • De vastgestelde Stuctuurvisie Siddeburen impliceert een passief grondbeleid. Dit betekent dat de gemeente de markt of inwoners snel en effectief wil faciliteren als deze wil investeren in Siddeburen Zuid en Noord. Aandachtspunt daarbij is de verdubbeling van de N33, de af- en toerittenstructuur naar en van Siddeburen in relatie tot Kalverkampen 2 (is uitbreiding bedrijventerrein).
  • De uitwerking van de structuurvisie Slochteren wordt actief opgepakt. Zo snel mogelijk moet de Verlengde Veenlaan planologisch worden afgewikkeld en bouwrijp gemaakt. Aansluitend zullen ook de andere dwarslinten als Edsersweg en Slochterveldweg planologisch verder gebracht moeten worden. Dit geldt ook voor de toegang van Slochteren vanaf de provinciale weg. Het gebied rondom de Korenmolendreef verdient in dit verband een upgrade.
  • Het plan Meerstad vormt een belangrijk aandachtspunt. Dit plan verandert blijvend het aangezicht van de westkant van onze gemeente. Bij de uitwerking van de bestemmingsplannen kunnen planologische missers niet “zomaar” worden hersteld. Dit betekent dat betrokken partijen moeten gaan voor een gedegen voorbereiding, waaronder het optimaal informeren en betrekken van inwoners en deskundigheid op alle beleidsonderdelen. Dit geldt ook voor de uitwerking van andere beleidsonderdelen inzake Meerstad. Denk aan het onderwijsbeleid, sportbeleid, cultuurbeleid, de auto- en fietsbereikbaarheid van en naar de stad Groningen, et cetera. Afgezien van de aandeelhoudersrol van de gemeente (verkoop gronden aan bouwers) behoort voorgaande niet direct tot de verantwoordelijkheid van de gemeente Slochteren. Maar de gemeente is via de Gemeenschappelijke Regeling Meerstad indirect hierbij wel degelijk betrokken.
  • Harkstede en omgeving vervullen een scharnierfunctie tussen Meerstad en Slochteren als gemeente. In een op te stellen Structuurvisie Harkstede wordt de ruimtelijke opgave in dit verband optimaal uitgewerkt. Dragers in deze visie zijn Harkstede aan het water, herstructurering, invulling van de Haak om Harkstede, de omgeving van de Hoofdweg (verbinden Meerstad Harkstede West en Oost), oevers Borgmeren, inclusief de daarin geplande natuurontwikkeling en het versterken van de retailstructuur (toename en zo mogelijk concentratie van winkels), ook met het oog op de vraag vanuit Meerstad.
  • Ingezet moet worden op een zo spoedige realisatie van de wegverbinding aan de Hoofdweg van de wijk Borgmeren inclusief Eilandrijk.
  • In de kleinere kernen moeten moet samen met de inwoners en/of dorpsvereniging worden nagedacht over de toekomst van die kernen. . Zodat ook invulling kan worden gegeven aan kwalitatieve en kwantitatieve woonwensen in deze kernen. Dit ook met het oog op demografische ontwikkelingen.
  • Voorkomen moet worden dat de disbalans (hoge bevolkingsdichtheid aan de westkant van de gemeente) welke Meerstad in zich heeft nadelige effecten met zich mee brengt met de rest van de gemeente. Sterker nog ingezet moet worden om optimaal de (financiële) kansen die Meerstad biedt voor geheel Slochteren in te zetten. 

Het buitengebied een kwaliteitsimpuls geven en verrommeling tegengaan:

  • Het groene buitengebied is niet het restgebied tussen dorpen en steden, maar verdient een eigen visie op de inrichting. Dit door middel van een structuurvisie Buitengebied. Verrommeling (een steeds voller worden buitengebied waarvan de horizon steeds vaker achter bebouwing verdwijnt) moet worden tegengegaan.
  • Landschapsfondsen kunnen de uitvoering van het plan financieel ondersteunen. Het fonds wordt gevuld met bijdragen van bewoners, bedrijven en overheden. De gemeente kan bijvoorbeeld de inkomsten uit de toeristenbelasting of opbrengsten uit woningbouw (rood voor groen) in dit fonds storten.
  • Onderzoek welke mogelijkheden er zijn om via Europese subsidies meer financiële mogelijkheden te genereren, waardoor de uitvoerbaarheid van plannen vergroot kan worden.
  • Organiseer draagvlak in het buitengebied, want dat is cruciaal voor de uitvoering van plannen. De georganiseerde begin-inspraak bij de totstandkoming van de structuurvisie Buitengebied moet bij de verdere uitwerking tot het bestemmingsplan worden gecontinueerd.
  • Daarbij zullen de nadelige effecten van het archeologiebeleid (is Europees beleid welke in de bestemmingsplannen moet worden verankerd, heeft vooral impact op het buitengebied) voor iedereen in alle redelijkheid worden gecompenseerd.
  • De landbouw levert een belangrijke en maatschappelijk nuttige bijdrage aan het onderhoud van ons landelijke landschap. Daarom zijn ze van blijvend belang. Economie en ecologie horen in dit verband bij elkaar.
  • De landbouw is in Slochteren essentieel als drager van het buitengebied. Tegelijkertijd is deze bedrijfstak in ontwikkeling door schaalvergroting, verbreding (nevenactiviteiten) en verdieping (biologische landbouw). Bij een visie op het buitengebied is het noodzakelijk dat er duidelijkheid komt over het toekomstperspectief van de landbouw, waarbij alle belangen in het buitengebied tegen elkaar zijn afgewogen.

Inzet op regionale bedrijventerreinen:

  • Het is essentieel dat fase 3 en 4 van het regionaal bedrijventerrein Rengers bouwrijp worden gemaakt. Voor de lokale bedrijvigheid moet worden ingezet op de spoedige doorontwikkeling van Kalverkampen 2 bij Siddeburen.
  • De overige bestaande bedrijventerrein of residuen daarvan moeten worden gerevitaliseerd respectievelijk worden afgebouwd. Het fonds grondbeleid kan bijdragen aan het opknappen van verouderde bedrijventerreinen.

Een klimaatbestendig ruimtelijk beleid:

  • Ook gemeenten moeten zich in hun ruimtelijk beleid rekenschap geven van klimaatverandering. Dit betekent dat uitvoering wordt gegeven aan het huidige Gemeentelijk Rioleringsplan zodat de kans op wateroverlast wordt verkleind.
  • Door het relatief schone regenwater “af te koppelen” van het riool, kan het aantal vuil water overstorten worden gereduceerd. In de omgeving waar nog geen sprake is van een gescheiden rioolstelsel dient gekeken te worden naar mogelijkheden voor afkoppeling. Bij reconstructies van wegen, van parkeerterreinen en bij inbreidingsplannen dient hier specifiek op gelet te worden.
  • De bekende trits “vasthouden, bergen en afvoeren” laat zich ruimtelijk vertalen door te zorgen voor voldoende oppervlaktewater in stedelijk gebied en waterberginglocaties in het buitengebied. Het gemeentelijk waterbeleid laat zich dan ook het beste vertalen in een goed gemeentelijk waterplan waarin aandacht gegeven wordt aan zowel het oppervlaktewater en het grondwater. Waar nodig dient het waterplan geactualiseerd te worden. Betrokkenheid van de inwoners is hierbij een belangrijke vereiste.
  • Start een maatschappelijk debat over water, waterconsumptie en waterveiligheid. We zijn vergeten dat we in een delta wonen: “leven met water” moet weer tussen onze oren komen!

3.2 Natuur, milieu en klimaat

Trends en ontwikkelingen

We kunnen er intussen niet meer omheen: het klimaat verandert. Ook al zouden we met directe ingang de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen drastisch verminderen, dan nog zal de klimaatverandering de komende decennia doorgaan. Het begrip duurzaamheid heeft in dit kader een extra dimensie gekregen. Een uiterst belangrijk begrip, maar wel op de juiste manier te gebruiken: niet te veel meer praten en schrijven, actief aan de slag er mee!

In het licht van de klimaatontwikkeling is energieverbruik een belangrijk thema. Energie labeling van gebouwen, ook al komt het moeizaam van de grond, kan hierin een goede rol spelen. Een andere ontwikkeling die zijn beslag moet gaan krijgen in de komende periode, is de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Binnen de Wabo moeten circa 25 regelingen samen worden gebracht die de fysieke leefomgeving betreffen. Het gaat hierbij om bouw-, milieu-, natuur- en monumentenvergunningen, die gebundeld worden tot Omgevingsvergunning. Deze ontwikkeling kan en moet, mits zorgvuldig voorbereid en ingevoerd, tot een aanzienlijke verbetering van de dienstverlening en daarbij behorende deregulering door de overheid leiden.

Op gebied van afval zijn er ontwikkelingen, zoals het nieuwe Landelijk afvalbeheersplan (LAP) 2009-2021, die aanzetten geven tot integraal materiaalketenbeleid (cradle to cradle). De doelstelling van gemiddeld 60% hergebruik van het huishoudelijk afval in 2015 moet haalbaar zijn.

De visie van de ChristenUnie 

Wij hebben de schepping van onze Schepper ontvangen om deze op een juiste wijze te bebouwen en te bewaren. Dat mag niet op de korte termijn gericht zijn. Ook volgende generaties moeten kunnen voortborduren op door ons ingezette acties.

Vanuit ons christelijk geloof, dat ons leert om God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf, moeten wij activiteiten gericht op milieu, natuurbeheer en klimaat ontplooien.

Met onze naaste wordt niet alleen diegene die wij direct kennen bedoeld. Ook mensen die elders leven (en vaak minder bedeeld zijn dan wij) moeten kunnen profiteren van de positieve gevolgen van ons handelen. Een goede verhouding tussen consumptie en milieu is daarbij essentieel.

Dat betekent dat ook in financieel mindere tijden een daadkrachtig milieubeleid op peil moet blijven.

Doordat veel milieutaken gedecentraliseerd zijn hebben gemeenten een belangrijke rol bij de uitvoering van het beleid. De gemeente is op basis van de Wet Milieubeheer verplicht tot het vaststellen van een integraal milieubeleidsplan. Dit zal een helder en up-to-date plan moeten zijn dat van jaar tot jaar moet worden geactualiseerd.

De ChristenUnie staat volledig achter de doelen zoals die zijn verwoord in het klimaatakkoord dat de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Rijk (Ministerie VROM) hebben gesloten. De ambities liggen hoog, maar zijn niet onuitvoerbaar. Een hechte samenwerking tussen het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen, woningbouwcorporaties, bedrijven en burgers zal noodzaak zijn.

Gemeenten vervullen een zeer belangrijke voorlichtende en faciliterende rol in dit geheel. Zij staan immers dicht bij de burger (loketfunctie), maar hebben ook een voorbeeldrol. Tevens vervult de gemeente de rol van vergunningverlener en handhaver. Veel staat er op papier, nu de uitwerking nog. Gemeenten moeten lokaal of binnen regionale samenwerking een klimaatactieplan opstellen afgestemd op het (eventuele) klimaatprogramma van de Provincie.

De huidige praktijk van apart inzamelen van GFT-afval is meestal heel zinvol en (milieu-)rendabel. Zwerfafval is nog steeds één van de meest genoemde ergernissen onder de bevolking. Gemeenten moeten zoveel mogelijk maatregelen nemen om zwerfafval te voorkomen. Blijvende voorlichting hieromtrent is van groot belang. Handhavend optreden is noodzaak.

Concrete uitwerking

Voorlichting:

  • Zorg voor heldere voorlichting bij het in werking treden van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het gaat hier om één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu.
  • Geef voorlichting over de mogelijkheden die er zijn om het milieu goed te beheren en verontreiniging tegen te gaan door milieu bewust gedrag bij burgers en ondernemers. Concrete maatregelen, zoals het verstrekken van premies kunnen mensen aanzetten tot gedragsverandering.
  • Betrek scholen bij de inhoud en vormgeving van deze voorlichting.
  • Stel een Natuur- en Milieu Educatief centrum in dan wel zoek aansluiting bij dergelijke initiatieven in de directe omgeving van Slochteren. Vrijwilligers kunnen worden ingezet bij het geven van voorlichting op scholen. Ook speciale activiteiten zoals de Nationale Boomfeestdag kunnen vanuit dit centrum in samenwerking met bijvoorbeeld scholen worden georganiseerd.
  • Doe mee aan landelijke dagen rond afval, zwerfvuil, compost, etc. (Nederland Schoon, Opzomeren e.d.). Hiermee kan een gemeente extra acties ondernemen om afvalscheiding onder de aandacht te brengen bij de burgers. Individuele burgers, scholen en organisaties kunnen worden betrokken bij een zwerfafval-opruim-project.
  • Stimuleer burgers (door subsidieverstrekking) om bij reconstructies van tuinen infiltratiekratten in de grond te plaatsen. Hiermee wordt het hemelwater, daar waar het valt, vastgehouden en langzaam in de bodem opgenomen.
  • Verplicht winkels, scholen en dergelijke het “eigen erf” schoon te houden.

Voorbeeldfunctie:

  • Zorg voor een duidelijk beleid betreffende het kappen van groen en bepaal een groennorm. Herbeplanting moet bovenaan staan in het te voeren beleid.
  • De huidige aanpak van waardevolle en beeldbepalende bomen moet worden gecontinueerd en blijvend geactualiseerd.
  • Zorg voor een actueel landschapsontwikkelingsplan.
  • Zorg voor voldoende (ondergrondse) containers voor onder meer glas kleding en eventueel papier. Daar waar ruimtegebrek voor het plaatsen van containers een rol speelt, kan het plaatsen van retourterminals worden overwogen.
  • In de komende raadsperiode zou het inkoopbeleid 100% duurzaam moeten worden, inclusief fair trade. Dit betekent dat bij offerteaanvragen per jaar in toenemende mate duurzaamheidcriteria opgenomen moeten worden om dit te bereiken.
  • Slochteren gaat mee doen met de duurzaamheidmeter en gaat voor een plaats in de top 15, zie daartoe www.duurzaamheidsmeter.nl. Hierin kan de duurzaamheidambitie vergeleken worden andere gemeenten.

Klimaat, energie en vervoer:

  • Uitvoering moet worden gegeven aan het bestaande plan Duurzaam Slochteren. Daarbij zal werkende weg binnen de komende raadsperiode aansluiting gezocht worden op het hogere ambitieniveau van dit program .
  • Bij bestaande gemeentelijke gebouwen streeft de gemeente naar een minimale energiebesparing van 3% per jaar en 40% opwekking en/of inkoop van duurzame energie.
  • Toepassen van moderne technieken bij verlichting in de openbare ruimte (o.a. LED-verlichting). Streef hierbij naar meetbare doelen (door het gebruik van LED-verlichting kan er 30 tot 40% energie bespaard worden).
  • Zorg voor een zuiniger en schoner eigen wagenpark (toepassen van roetfilters en/of gebruik van alternatieve brandstoffen of elektrische auto’s).
  • Informeren en ondersteunen (subsidies) van particuliere woningeigenaren t.a.v. energiebesparende apparatuur. Hierbij valt te denken aan zonnepanelen, zonneboilers, warmtepompen en/of windenergie.
  • Zorg voor uniforme en actuele energievoorschriften in de te verstrekken milieuvergunningen en adequaat handhavingsbeleid.
  • Ga samen met LTO na op welke wijze agrarische ondernemers kunnen bijdragen aan het klimaat door vermindering uitstoot broeikasgassen, CO2 reductie van gebruik, inzet van duurzame energiebronnen etc..
  • Zorginstellingen, seniorenwoningen en bejaardencentra zullen kwalitatief goede klimaatreguleringstechnieken moeten hebben. Belangrijk is deugdelijke apparatuur. Natuurlijk zal het toenemende stroomverbruik van dit soort apparatuur duurzaam moeten worden ingekocht dan wel lokaal worden opgewekt.

3.3 Mobiliteit

Trends en ontwikkelingen

De landelijke overheid heeft ten aanzien van het openbaar vervoer forse groeidoelstellingen; voor de trein 5% per jaar. Nieuwe systemen als TramPlus, RandstadRail, Stedenbaan en Light Rail bieden bijzondere kansen voor een duurzame verstedelijking gebaseerd op een hechtere band tussen mobiliteit en ruimtelijke ontwikkeling. Dit zeker ook met het oog op de ontwikkeling van Meerstad.

Voor doelgroepen (meestal jongeren en senioren) wordt het openbaar vervoer goedkoper.

Steeds vaker worden ter bevordering van het OV vrij liggende busbanen en transferia aan de grens van de steden aangelegd.

Het scheiden van verkeersstromen (bijvoorbeeld auto’s en fietsen) vindt steeds meer ingang.

In planologische ontwikkelingen wordt steeds meer rekening gehouden met de toenemende vraag aan mobiliteit door alle groepen in de samenleving.

De mobiliteitsvisies van overheden worden steeds beter op elkaar afgestemd en maatschappelijke organisaties zien steeds meer hun verantwoordelijkheid om wezenlijke bijdrages te leveren.

Voor de uitstoot van CO2 worden er door de Europese Unie steeds strakkere normen geformuleerd.

Op het gebied van veiligheid worden de eisen die gesteld worden aan voertuigen op een steeds hoger niveau gebracht en anderzijds worden er maatregelen getroffen om de verkeersveiligheid op straat te verhogen.

De visie van de ChristenUnie

De overheid moet zorgen voor een goed niveau van infrastructuur voor wonen, arbeid, verkeer en telecommunicatie, zodat burgers economische, sociale en culturele activiteiten kunnen ontplooien en bedrijven hun werk kunnen doen. De ChristenUnie laat zich daarbij leiden door drie criteria: veiligheid (o.a. verkeersveiligheid), milieu en dus de bescherming van Gods schepping: mensen, dieren, groen en leefbaarheid zoals lawaai, CO2, en de hoeveelheid beschikbaar openbaar groen.

Ruimtelijk beleid legt veelal de basis voor het mobiliteitsbeleid. Hoeveel te meer deze twee beleidsterreinen integraal worden benaderd, hoe beter. Dit vergt een langetermijnvisie.

Mobiliteit is zowel een groot goed als een probleem (vervuiling, lawaai e.d.). Het is zaak een goede balans te vinden en de (auto)mobiliteitsstromen te beheersen.

De afgelopen periode heeft de ChristenUnie zich actief ingezet voor de verkeersveiligheid rondom scholen. Dat heeft mede geleid tot concrete maatregelen. We zijn blij met de ingestelde schoolzones. Handhaving blijft belangrijk. Het zijn helaas vaak juist vaak de ouders die de verkeersonveilige situaties veroorzaken. 

Concrete uitwerking

  • Voer bij het opstellen van plannen met betrekking tot ruimtelijke ordening een bereikbaarheidstoets en toegankelijkheidstoets in. Hiermee wordt bereikt dat er met de mobiliteit efficiënt wordt omgegaan.
  • Ingezet wordt op snel realiseren van optimale OV-voorzieningen in, rondom en aangetakt op Meerstad. De kansen die Meerstad biedt moeten maximaal worden benut. Dit met het oog op terugdringen automobiliteit. Daarbij moet ook meer oog zijn voor verbindingen met Hoogezand-Sappemeer, richting Winschoten en Delfzijl.
  • Zoek waar mogelijk combinaties met het doelgroepen vervoer (regiotaxi’s, scholierenvervoer, WMO vervoer etc.).
  • Subsidiëren van het leerlingenvervoer is een blijvend aandachtspunt voor de gemeente.
  • Scheidt de fietsroutes binnen de gemeente zo veel mogelijk van het overige verkeer.
  • Accenten worden bij dit alles gelegd op de kwetsbare verkeersdeelnemers als kinderen, ouderen, fietsers.
  • Ieder kind moet veilig te voet of lopend van huis naar school kunnen gaan. Hiertoe dienen school-huisroutes en andere belangrijke kinderroutes verkeersveilig en sociaal veilig te worden ingericht.
  • Intensief beleid op veilige en mooie fietsroutes bedoeld voor doorgaande fietsverkeer en recreatie. Bij dit laatste wordt maximale aansluiting onderling bewerkstelligd tussen de diverse fietspaden
  • Afronden volgende fases project Duurzaam Veilig (60, en 80km-zones en het daarbij treffen van adequate en consistente verkeersmaatregelen.
  • De gemeente moet Veilig Verkeer Nederland actief betrekken bij verkeersbeleid, maar ook met hen in gesprek zijn bij nieuwbouwprojecten zodat verkeer een vast onderdeel wordt bij het bouwbeleid.
  • In woonwijken worden bij voorkeur 30 kilometer zones aangelegd.
  • Zo snel als mogelijk de onveilige verkeersituaties inventariseren, zodat een plan kan worden uitgevoerd om deze situaties te verbeteren. Periodieke inventarisatie van de schoolroutes met behulp van kinderen, hun ouders/opvoeders en leerkrachten. Ook moet er een meldpunt (ook via internet) bij de gemeente worden gerealiseerd waar onveilige verkeerssituaties gemeld kunnen worden (te hard rijden, onoverzichtelijke situaties e.d.).

3.4 Economie

Trends en ontwikkelingen

 Hoe de economische ontwikkelingen in de komende jaren zullen zijn, valt onmogelijk te voorspellen. Naast bedreigingen zoals afnemende bedrijvigheid en toenemende werkloosheid, biedt deze situatie ook kansen om tot een duurzamere economie te komen. Mede door de toegenomen scholingsgraad van de beroepsbevolking en de stijging van de kosten van arbeid wordt de Nederlandse economie steeds meer een kenniseconomie. Dat leidt tot een verschuiving van industriële bedrijvigheid naar dienstverlening. Dat heeft zijn weerslag op locaties en inrichting van bedrijventerreinen en daarop moet worden ingespeeld. Het parkmanagement neemt toe, dit geldt voor bedrijventerreinen, maar ook voor de overige bedrijfslocaties. Dit vooral met het oog op kwaliteit van de locaties, om de veiligheid te vergroten en om inkoopvoordeel te kunnen behalen

Herstructurering van bedrijventerreinen kan een beter grondgebruik en daarmee een betere bedrijfsvoering voor de ondernemers opleveren. Een belangrijk element daarin is de fysieke en digitale bereikbaarheid van de locatie. Infrastructuur zonder files en de beschikbaarheid van een breedband internetaansluiting zijn belangrijke trekkers van bedrijven geworden. Net als de beschikbaarheid van goed gekwalificeerde beroepsbevolking.

Landbouw blijft in Nederland en zeker in Slochteren een economische factor van betekenis. De sector heeft zelf bovendien steeds meer oog voor het belang van duurzaamheid en is ook bereid een bijdrage te leveren aan een kwalitatief goed beheer van het buitengebied.

De visie van de ChristenUnie

Werk is een belangrijk middel om de gaven die we van God hebben gekregen, te ontplooien. Bovendien draagt werken bij aan het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en is het een goed middel om een inkomen te verwerven waarmee voorzien kan worden in de eigen levensbehoeften en die van anderen.

Concrete uitwerking

Recessie:

  • De gemeente Slochteren is vanuit het solide begrotingsbeleid in de afgelopen collegeperiode in staat om fors investeringen in positieve zaken als onderwijshuisvesting, onderhoud van wegen, aanleg van fietspaden, verkeersveiligheid en dergelijke naar voren te halen. Dit moet de komende jaren worden gecontinueerd. Dit is goed voor de bedrijvigheid en daarmee samenhangende lokale werkgelegenheid.
  • Het periodieke overleg met de federatie Handel en Ambacht moet worden uitgebouwd tot een overlegplatform waarin minimaal de gemeente en het bedrijfsleven zitten, maar bij voorkeur ook instellingen als het Fivelcollege en andere onderwijsinstellingen. Dit et als doel om de ontwikkelingen in de economie goed in de gaten te houden.
  • Voorkomen moet worden dat jongeren afhaken omdat ze niet op een goede manier worden begeleid. De gemeente heeft een hierbij een belangrijke taak in de uitvoering van de Wet Investering Jongeren (WIJ) De ChristenUnie wil een goede lokale uitvoering van deze nieuwe wet. Niemand mag aan de kant blijven staan.
  • School-first (voorkomen schooluitval van jongeren) blijft een belangrijk speerpunt.

Werkgelegenheid en werkloosheid:

  • Bevorder het scheppen van werkgelegenheid die past bij de behoeften van de beroepsbevolking. Zo wordt woon-werk-verkeer teruggedrongen en het beroep op bijstand verminderd. Gerichte bedrijfsacquisitie en regionale samenwerking vergemakkelijken dit.
  • Laat de gemeente, bijvoorbeeld door middel van een subsidieregeling, bevorderen dat bedrijven stageplaatsen aanbieden aan hen die moeilijk een plaats kunnen vinden op de arbeidsmarkt en laat de gemeente daarbij zelf het goede voorbeeld geven.
  • Zorg dat werk in de prostitutie, gokhallen en coffeeshops niet als passende arbeid beschouwd wordt voor werkzoekenden.
  • Beschouw het opvoeden van kleine, nog niet schoolgaande kinderen als passend werk voor alleenstaande ouders met gezinsverantwoordelijkheid. Stimuleer in die situaties verdere scholing en het aanvaarden van een deeltijdbaan.
  • Voer de Wet werk en bijstand (WWB) ruimhartig uit, zowel wat het inkomens- als het werkdeel betreft.
  • Het te vormen Bedrijf Werk en Re-integratie (TRIO en Baanvak) moet voortvarend worden uitgebouwd. Richt daartoe de Sociale werkvoorziening TRIO in als leerwerkbedrijf voor mensen met een beperking. Niet alleen voor SW-geïndiceerden, maar ook voor anderen met een beperking zoals Wajong, WIA, WAO e.d. Stimuleer doorstroming vanuit de WWB naar sociale werkvoorziening en beschermde banen. De Stichting Baanvak heeft daartoe een belangrijke diagnosticerende en coördinerende rol.
  • Bij al het bestaande en nieuwe beleid betrekt de gemeente actief en vooraf het Platform Werk en Inkomen en het WMO platform.
  • De gemeente neemt ook zelf haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door jongeren werkervaring op te laten doen en stageplaatsen aan te bieden.

Vestigingsbeleid en detailhandelsbeleid:

  • Weeg bij (het subsidiëren van) bedrijfsvestigingen duurzaamheid als factor zwaar mee.
  • Zorg ten behoeve van ondernemers in de front office voor één loket waar men met alle (aan)vragen terecht kan. Zet daar in de back office ook één vaste contactpersoon op (bedrijfscontactfunctionaris).
  • Streef in de kernen een combinatie van functies na (detailhandel, bibliotheek, bank etc.).
  • Het is essentieel dat fase 3 en 4 van het regionaal bedrijventerrein Rengers bouwrijp wordt gemaakt en wordt uitgegeven. Voor de lokale bedrijvigheid moet worden ingezet op de spoedige doorontwikkeling van Kalverkampen 2 bij Siddeburen. Richt de genoemde bedrijfsterreinen duurzaam in. Bij voorkeuren functioneren zij klimaatneutraal.
  • De overige bestaande bedrijventerrein inclusief verpauperde losstaande bedrijfscomplexen moeten worden gerevitaliseerd respectievelijk worden afgebouwd. Het bestaande fonds grondbeleid kan bijdragen aan het opknappen van verouderde bedrijventerreinen.
  • Landbouwbedrijven krijgen ruimhartig de mogelijkheden nevenactiviteiten uit te voeren voor zover deze niet ten koste gaan van de kwaliteit van het buitengebied. Zij krijgen ook de ruimte voor een moderne bedrijfsvoering door perceelsvergroting als deze een bijdrage levert aan de verduurzaming van de bedrijfstak.
  • Optimaal wordt ingezet op het stimuleren van kleinschalige bedrijvigheid, ook in het buitengebied (bijvoorbeeld in vrijkomende boerderijen). In dit verband worden optimaal kansen worden benut om de recreatieve kracht in de gemeente Slochteren te versterken maar het mag bestaande agrarische bedrijven niet hinderen in hun bedrijfsvoering.
  • De gemeente gaat binnen de wettelijke mogelijkheden de zondagsopenstelling van winkels zoveel mogelijk tegen.

4. Bloeiende samenleving

Burgers zijn er in vele soorten en maten. Van jong tot oud. Van deelnemer aan een sportactiviteit tot bezoeker van een monument. Van kind die de basisschool bezoekt tot oudere die gebruik maakt van huishoudelijke hulp.

De ChristenUnie zal zich vooral inzetten voor gemeentelijke voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de kwetsbaren in onze samenleving en hen hiermee een goede en herkenbare plaats in de maatschappij geven. De ChristenUnie wil zich ook sterk maken voor herkenbare en toegankelijke instellingen en voorzieningen voor de burger en dus kritisch kijken naar schaalvergrotingen. Daar waar als gevolg van reeds doorgevoerde schaalvergrotingen reeds sprake is van bureaucratisering moet deze direct worden afgebouwd..

De samenleving is er naar de mening van de ChristenUnie mee gebaat dat er aandacht is voor het publieke, voor het gezamenlijke, voor wat ons bindt. Wij willen vanuit de Bijbelse opdracht graag meewerken aan een samenleving waarin we “omzien naar elkaar”. De ChristenUnie is van mening dat er in een “samenleving met samenhang” of noaberschap geïnvesteerd moet worden. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) biedt naar onze mening mogelijkheden om aan die in de samenleving noodzakelijke “sociale cohesie” met elkaar te werken. Het verenigingsleven, buurtwerk, jongerenwerk e.d. moet (financieel) gestimuleerd worden. Belangrijke samenbindende voorzieningen als kinderboerderijen, volkstuinen en buurtwinkels moeten beschermd worden.

Voor bloei zijn zowel fundamentele vrijheden, daaronder vallen voor de ChristenUnie de vrijheid van godsdienst, meningsuiting, vereniging en onderwijs, als ook gedeelde waarden en normen nodig. Geen vrijheid zonder verbondenheid. Geen vrijheid van godsdienst en vereniging zonder een fundamentele erkenning van de democratische rechtsstaat. Geen vrijheid van meningsuiting zonder wederzijdse erkenning van menselijke waardigheid. Geen vrijheid van onderwijs zonder kwaliteitseisen.

Tot slot is het ook belangrijk om processen van isolatie, polarisatie en radicalisering tegen te gaan door het (weer opnieuw) erbij betrekken van mensen die dreigen af te glijden of zich af te keren van de Nederlandse samenleving en democratische rechtsorde. Daarbij dient vooral gedacht te worden aan scholing, stages en werk. Dit is primair een zaak van het lokale bestuur, van preventie, signalering en interventie. Dat moet gebeuren samen met professionals als wijkagenten, jeugdwerkers en leraren en ingebed in het lokale beleid op het terrein van veiligheid, integratie, werk, jeugd e.d.

4.1 Jeugd, gezin en onderwijs

Trends en ontwikkelingen

Het gezin is de hoeksteen van de samenleving, maar het gezin staat er de laatste jaren in toenemende mate alleen voor. Er zijn gaten ontstaan in de pedagogische infrastructuur: familie, buurt, kerk en andere elementen van de traditionele leefomgeving spelen een steeds kleiner wordende rol en zijn niet langer vanzelfsprekende opvoedings-partners van de ouders.

De visie van de ChristenUnie

Het gezin is de basis in het leven van kinderen, ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Maar niet alleen het gezin moet een gezonde basis zijn, ook de directe omgeving waarin kinderen opgroeien en gezinnen functioneren: het sociale netwerk. De ChristenUnie wil zich inzetten voor het versterken van de kringen rond gezinnen. We vinden relaties belangrijk, relaties waarin waarden en normen worden uitgewisseld. De Centra voor Jeugd en Gezin gaan ouders en kinderen ondersteunen bij het opvoeden en opgroeien. Door de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin heeft de gemeente een belangrijk middel in huis om werk te maken van preventie en om de zorglijnen kort te houden en adequaat op te treden bij ontsporingen tijdens de opvoeding van de jeugd.

Door een rijk aanbod van opleiding, cultuur en sport kunnen jongeren de vaardigheden en de kennis opdoen die zij nodig hebben in de maatschappij en op de arbeidsmarkt. Scholen moeten alle ruimte krijgen om zich te kunnen richten op hun kerntaak: het geven van goed onderwijs. De opvoedingsverantwoordelijkheid ligt bij de ouders en mag niet worden uitbesteed aan de school of aan andere instellingen rond het kind. Het is belangrijk dat kinderen onderwijs aangeboden krijgen op hun niveau en dat ze een diploma kunnen halen. Het onderwijs dient alle wettelijke mogelijkheden te benutten om spijbelen en schooluitval tegen te gaan. Ouders (en vooral ook de jongeren) moeten ervan doordrongen worden dat schooluitval veel minder kansen in de samenleving biedt door het ontbreken van startkwalificaties. Lokale samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven moet resulteren in een betere aansluiting op de arbeidsmarkt.

Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) is vooral voor achterstandskinderen van groot belang. Een goede aansluiting van dit taalonderwijs met het vroegschoolse onderwijs (groep 1 en 2 van het primair onderwijs) is van belang. Goede afspraken hierover met het onderwijs zijn belangrijk.

Verder kan een gemeente actief de “doelgroepkinderen” voor dit VVE beleid opzoeken. Dat kan op consultatiebureaus en gezinsspreekuren (actief stimuleringsbeleid om ouders aan te moedigen hun kind naar een peuterspeelzaal of kinderopvang te brengen die VVE aanbiedt), maar ook door afspraken met de kinderopvangaanbieders te maken om VVE daar aan te bieden als er kinderen aanwezig zijn die dit nodig hebben. Het Rijk stelt hiervoor geld ter beschikking aan gemeenten.

De problematiek van alcohol- en drugsgebruik, vernielingen en overlast vraagt een integrale aanpak vanuit zorg en repressie. De ChristenUnie ziet jongeren graag gezond opgroeien en zal daarom initiatieven die gezond gedrag stimuleren steunen. Gok-, game- en drankverslaving bij jongeren willen we tegengaan. Eenzaamheid onder jongeren is één van de oorzaken van de vlucht naar verslaving. De ChristenUnie wil deze vereenzaming aanpakken door het verstevigen van het netwerk rond jongeren.

Jongeren hebben ruimte nodig, de ChristenUnie wil ze die ruimte bieden en daarbij voorzieningen voor de jeugd realiseren. De woonomgeving moet voor jongeren een positieve uitstraling hebben. We pleiten voor gezinsvriendelijke veilige wijken en dorpen, waar volop ruimte is om te spelen en te sporten en om elkaar te ontmoeten.

De ChristenUnie wil dat in de zorgketen de regierol op het inzetten van interventies van verschillende instanties bij één wethouder komt te liggen (naast de andere portefeuilles). Het jeugdbeleid vraagt om visionaire, inhoudelijk regie en niet alleen het stroomlijnen van processen. Vooral de beleidsterreinen onderwijs, veiligheid en volksgezondheid en zorg zullen onderling afgestemd moeten worden om het jeugdbeleid tot een succes te laten zijn.

Een mogelijkheid om jongeren die vastlopen te helpen te helpen en die we graag willen inzetten is de Eigen Kracht Conferentie. (EKC) Hierbij wordt een hulpvraag met behulp van een professional binnen het eigen netwerk van een gezin aangepakt. De ervaringen hiermee zijn positief. Voordeel is dat er vaak geen beroep op de jeugdzorg hoeft worden gedaan en het probleem integraal wordt aangepakt. Een probleem heeft namelijk ook effect op de hele omgeving en dus ook op het hele gezin. De provincie Groningen staat in de huidige periode tot 2011 tot een maximum van 75% van de kosten garant. Het voordeel van één probleem, één professional, één aanpak is verder dat er in het vervolgtraject ook een betere bewaking van de afspraken is.

Concrete uitwerking

  • De gemeente moet optimaal gezinsproof worden. Dit door het gemeentelijk beleid gezinsvriendelijk te maken door in te zetten op veilige buurten, op ondersteuning van ouders en op het integraal aanpakken van problemen (dus in het gezin). Stel daartoe een wethouder voor jeugd en gezin aan (en neem een apart programma jeugd en gezin in de begroting op).
  • Daar waar ze nog missen moeten er ontmoetingsplaatsen voor ouders in komen. Bevorder in dit verband dat op een positieve manier het gesprek over opvoeden gevoerd kan worden.
  • In 2011 moet in elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) operationeel zijn. Dit bij voorkeur in onze gemeente en nauwe samenwerking met Hoogezand-Sappemeer. De ChristenUnie wil een goedwerkend CJG dat aansluit bij de vraag, volop zichtbaar en benaderbaar is en actief begeleid.
  • Zorg voor een jeugdzorgbeleid dat zich kenmerkt door een goede afstemming tussen betrokken partijen waardoor het kind de zorg krijgt waar het recht op heeft (CJG, Verwijsindex, sluitende aanpak, zorgcoördinatie).
  • Aan de kwaliteit van en het toezicht op de kinderopvangcentra en buitenschoolse opvang moet niet getornd worden, waar mogelijk zal dit moeten worden uitgebouwd. De kern Siddeburen is hierbij een aandachtspunt.
  • De samenwerking tussen peuterspeelzalen, kinderopvang, naschoolse opvang, primair onderwijs sportverenigingen en cultuurinstellingen moet geoptimaliseerd worden. De wens daartoe kwam bij de voorbereiding van de nota “Jong Slochteren doet mee!” van de betrokkenen zelf. De gemeente kan dit vanuit haar coördinerende rol oppakken.
  • Er moet een groter accent komen op buitenspeelplekken voor de jongere jeugd en de leeftijdsgroep 10+. Optimaal wordt daarbij ingespeeld op lokale initiatieven op het punt van sportkooien, hang- en activiteitenplekken of openbare speelruimte. Ruimtelijke inbedding van dit soort zaken zoals bijvoorbeeld de natuurspeelplaatsen in Harkstede, Siddeburen en Slochteren gelden daarbij als een goed voorbeeld.
  • Zorg voor meer samenwerking tussen en scholen met betrekking tot naschoolse opvang.
  • Door aanpassen van de APV wordt maximaal ingezet op het drank/drugs/blowvrij houden van kinder-/sport- en speelplaatsen.
  • Introduceer sociale samenhang als uitgangspunt bij (de actualisatie van) bestemmingsplannen en bij uitbreidings- en inbreidingsplannen e.d..
  • Benader ouders actief door middel van huisbezoeken door de leerplichtambtenaren om zo schooluitval tegen te gaan. De eerste verantwoordelijkheid ligt ook bij de opvoeders.
  • Afstemming met de zogenaamde Zorg Advies Teams (ZAT) in het onderwijs is van groot belang.
  • Een evaluatie van het 12+ netwerk dat in de periode 2006-2010 is opgestart is zinvol en kan leiden tot voorstellen voor verdere uitbouw.
  • Zorg voor preventie van echtscheidingen (via huwelijks- of relatiecursussen) en hulpaanbod bij en na een echtscheiding, vooral gericht op (emotionele) problemen bij kinderen en co-ouderschap.
  • Stimuleer bedrijven om leerwerkplekken te creëren: waarbij ook de gemeente Slochteren zelf het goede voorbeeld geeft.
  • Met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (prestatieveld 2) hebben gemeenten de opdracht gekregen preventieve ondersteuning te bieden aan jeugdigen en hun ouders bij het opgroeien en opvoeden. De uitvoering van dit prestatieveld heeft prioriteit bij de ChristenUnie
  • De afstemming en aansluiting tussen de WMO, de CJG, het jongerenwerk, scouting, het onderwijs, politie en hulpverlening moet goed geregeld zijn.

4.2 Zorg, welzijn en sociale zaken

Trends en ontwikkelingen

Binnen de zorg merken we de gevolgen van het “marktdenken”. Deze zijn lang niet altijd positief. Het sluiten op last van de gemeente Slochteren van een zorgboerderij in Steendam vanwege onder meer brandonveiligheid geldt in dit verband als een triest voorbeeld.

Ontwikkelingen als gevolg van het groeiend aantal ouderen (“verzilvering”) zullen ook de komende jaren voor de gemeente Slochteren actueel zijn. Ook de gevolgen van ongezonde levensstijlen en verslavingen zullen merkbaar zijn.

Op dit moment verkeert de wereld in een economische crisis. Een toenemende werkloosheid, het voorkomen dat een jonge generatie “verloren” gaat en om gaan met een ruime arbeidsmarkt zijn uitdagingen waarmee de sector “sociale zaken” te maken krijgt.

Daarnaast hebben we te maken met een groei in het aantal sociale regelingen waardoor de toegankelijkheid er voor de burger niet eenvoudiger op wordt. Ook de grotere vraag naar vrijwilligers en de toename van de alleenstaanden stelt ons de komende jaren voor de nodige uitdagingen.

De visie van de ChristenUnie

De ChristenUnie vindt het belangrijk dat er vanuit de overheid aandacht is voor de kwetsbaren in onze samenleving. De Bijbel geeft ons op diverse plaatsen aan dat Christenen oog moeten hebben voor de zwakkere medemens in onze maatschappij. Bij het inzetten van het marktmechanisme moet steeds de positie en het belang van de zorgvrager centraal staan. Deze aandacht dient er ook te zijn wanneer schaalvergroting van instellingen wordt overwogen.

De ChristenUnie zal zich steeds weer sterk maken voor de positie van chronisch zieken al of niet in combinatie met mantelzorg.

De overheid dient een nadrukkelijke rol te blijven vervullen waar het gaat om zorg voor onze burgers en inkomensondersteunende maatregelen voor mensen die niet kunnen werken.

Zoveel mogelijk moet geprobeerd worden te bereiken dat iedereen mee doet. Maar ook daar geldt weer dat wanneer dat niet mogelijk is de overheid er voor zorgt dat er in de sfeer van financiële vergoeding een goed, bekend en toegankelijk vangnet is.

Toch wil de ChristenUnie hier niet een berustende houding innemen. Zo veel mogelijk moeten belemmeringen om een actieve bijdrage in onze samenleving te vervullen weggenomen worden. Kwetsbare burgers moeten in staat gesteld worden hun eigen levenspatroon vorm te geven.

Na de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is nog duidelijker geworden dat een sterk georganiseerd vrijwilligerswerk noodzakelijk is.

Kwetsbaar zijn tenslotte ook de burgers die als gevolg van hun verslaving aan de onderkant van onze samenleving terecht dreigen te komen of zijn gekomen. Op dit onderdeel mogen we geen berustende houding innemen. We moeten voor een goede opvang zorgen en nog veel meer investeren in preventie om verslavingsproblematiek zoveel mogelijk te voorkomen.

Voor de ChristenUnie geldt het gezin als hoeksteen van de samenleving. Daarnaast moeten we ook aandacht hebben voor sterk groeiende groep alleenstaanden.

Sport speelt in onze huidige samenleving een belangrijke rol. Veel mensen genieten van het beoefenen van een sport of het kijken er naar. De ChristenUnie ziet voor de gemeente vooral een faciliterende rol weggelegd. Daarnaast kan de sport een gunstige invloed hebben op het terrein van gezondheid, integratie, bevorderen gemeenschapszin en sociale samenhang.

Voor het faciliteren van de profsport ziet de ChristenUnie geen belangrijke bijdrage weggelegd voor de lokale overheid. We willen inzetten op breedtesport. Investeren in de sportinfrastructuur is dan ook belangrijk.

De aanpak van het Huis voor de Sport is succesvol. De ChristenUnie vindt het belangrijk dat de impuls die er uitging van het Buurt, Onderwijs, Sport project (BOS-project) een vervolg krijgt.

Daarbij maken we gebruik van de mogelijkheden die worden geboden door de sportconsulent. Daarmee is de continuïteit van een breed aanbod en een professionele aanpak gegarandeerd.

De combinatie functionaris die zowel de vaklessen lichamelijke oefening als de buitenschoolse sportactiviteiten verzorgd heeft bij de ChristenUnie de voorkeur.

Cultuur manifesteert zich op tal van manieren in onze samenleving. Kunst, musea, muziek, toneel e.d. zijn in onze samenleving niet weg te denken. Bovendien zijn we trots op het culturele erfgoed in de vorm van monumentale boerderijen, kerken en andere gebouwen. Ook dorpsgezichten en cultuurlandschappen horen bij ons gezamenlijk culturele erfgoed.

Cultuur is van groot belang voor de samenhang in de gemeente Slochteren. De ChristenUnie waardeert erg de inzet van de culturele commissie. Op vrijwillige basis geven ze meer kleur aan de Slochter samenleving. Daarbij is de amateurkunst en de uitoefening daarvan voor ons erg belangrijk. De ChristenUnie vindt de Algemeen Muzikale Vorming (AMV) dan ook een belangrijke basisvoorziening

Bibliotheken en buurthuizen die het verenigingsleven mogelijk maken en ondersteunen moeten gestimuleerd en beschermd worden. De ChristenUnie is van mening dat de overheid in de voorwaardenscheppende sfeer een taak heeft. Telkens dient kritisch de vraag gesteld te worden of een gemeente ook professionele cultuur in gebouw en accommodatie moet ondersteunen.

Concrete uitwerking

  • De gemeente moet nog actiever worden om al het bestaande beleid en regelgeving echt “in de etalage” te zetten. Het niet-gebruik van regelingen door burgers is nog veel te hoog. Veel mensen hebben daardoor onnodig (financiële) moeiten. Bovendien maakt het grote aantal regelingen het er voor de burger niet duidelijker op.
  • Faciliteer en betrek buren bij hulpsituaties, zodat de kosten niet in alle gevallen op de beroepskrachten van de WMO afgewenteld worden bij bezoek aan ziekenhuis, boodschappen doen, tandarts en doktersbezoek.
  • Om het vrijwilligerswerk te stimuleren en de waardering voor de vrijwilligers te laten blijken, sluit de gemeente een vrijwilligersverzekering af zodat de rechtszekerheid van vrijwilligers bij het uitoefenen van hun taak is verzekerd.
  • Organiseer “wegwijsfunctie” voor de burger naar (sociale)voorzieningen. We pleiten voor een actieve benadering en één informatieloket met heldere uitleg en duidelijke spelregels.
  • Laagdrempelige toegang tot de schuldhulpverlening. In samenwerking met organisaties (ook kerken) wordt “stille armoede” getraceerd. Ook worden afspraken met woningbouwcorporatie en energieleveranciers om betalingsachterstanden te signaleren en huisuitzetting te voorkomen. Belangrijk is ook de samenwerking bij schuldhulpverlening met maatschappelijk werk voor de psychologische kant van schulden.
  • Het geven van budgetlessen moet jongeren leren verantwoord om te gaan met geld. Er zijn nu teveel jongeren met schulden. Die schuldproblematiek neemt de ChristenUnie erg serieus.
  • Er moet meer gerichte voorlichting over (voorkomen van) schulden bij jongeren worden aangeboden. Een cursus budgetbeheer op primair en voortgezet onderwijs kan daartoe een belangrijke bijdrage leveren.
  • Inventariseer waar sociale- en/of gezondheidsproblematiek is en investeer in altijd preventie.
  • Het BOS- project (Buurt, Onderwijs, Sport) krijgt een eigen lokale Slochter invulling om ook bij onze jongeren een gezonde levensstijl aan te leren en kennis met de breedtesport te bevorderen. Waarbij we gebruik maken van de expertise die het Huis voor de Sport levert.
  • Bij voetbalverenigingen die te maken hebben met een te grote gebruiksdruk op de oefenvelden moet worden onderzocht of kunstgrasvelden haalbaar zijn.
  • Burgers die moeite hebben om hun eigen dagpad (levenspatroon) vorm te geven en in te vullen worden op weg geholpen. Bij het zoeken naar werk en opleiding wordt actief gebruik gemaakt van het Bedrijf voor Werk en Re-integratie (BWR, betreft samenwerkingsverband Baanvak en TRIO-bedrijven) te Hoogezand- Sappemeer
  • Zorg dat de uitvoering van beleid aan organisaties toegekend wordt op basis van kwaliteit omdat dit de beste waarborg is voor het behalen van de doelstelling.
  • Ontwikkel een actief en verantwoord participatiebeleid. Dat duidelijk is naar alle partijen.
  • Investeer in een breed ouderenbeleid, waar de ouderen ook zelf actief bij betrokken worden.
  • Ontwikkel beleid voor de groeiende groep alleenstaanden.
  • Stimuleer een ruim aanbod van plaatsen voor begeleid wonen. Medeburgers die om welke reden ook niet in staat zijn om (tijdelijk) zelfstandig te wonen, moet een vorm van begeleid wonen worden aangeboden. Stop deze mensen niet weg maar laat hen actief deel uit maken van de samenleving.
  • Wanneer daar in goed onderling overleg voor wordt gekozen, moet ook de mogelijkheid van kangoeroewonen (meer generaties onder één dak) tot de mogelijkheid van de mantelzorgers behoren.
  • Stimuleer samenwerking tussen sportclubs van verschillende sporten, om zo een afwisselend aanbod te creëren en meer faciliteiten te bieden én de activiteiten voor een ieder bereikbaar te maken. Sport moet leuk zijn voor iedereen. Maak beleid waarmee de integratie van diverse bevolkingsgroepen wordt bevorderd. Gemeenten kunnen hierin een stimulerende rol vervullen.
  • Stel binnen vast te stellen randvoorwaarden openbare gebouwen, zoals bibliotheken open voor kunstenaars.
  • Stimuleer de amateurkunst en de betrokkenheid en creativiteit van nieuwe culturen bij de bestaande activiteiten.
  • Hanteer criteria rondom geweld en discriminatie, godslastering en onzedelijkheid, om excessen te voorkomen.
  • Cliëntenplatforms worden meer en vroegtijdig bij het beleid betrokken en stemmen onderling ook met elkaar af welk advies aan de gemeente wordt verstrekt.
  • De gemeente maakt ook gebruik van de mogelijkheid die de kerken bieden bij de uitvoering van de WMO.
  • Het leefbaarheidfonds moet een structureel karakter krijgen om initiatieven vanuit de samenleving ook concreet vorm te kunnen geven. Dat verbetert de leefbaarheid en heeft een positieve uitwerking op het groepsgevoel. Daarmee wordt de hele samenleving versterkt.

4.3 Sociale samenhang

Trends en ontwikkelingen

Niet alleen in stedelijke gebieden maar ook op het platteland staat de sociale samenhang steeds meer onder druk. In onze kleinere kernen spelen vooral factoren als bevolkingskrimp, vergrijzing en de vicieuze cirkel van afnemende koopkrachtbinding en afnemend voorzieningenaanbod. In algemene zin vragen de toename van het aantal éénpersoonshuishoudens en meer eenzaamheid om politieke aandacht.

Het in gang gezette proces van individualisering heeft de noodzakelijke sociale cohesie in een samenleving onder druk gezet. Voeg daarbij ontwikkelingen zoals tolerantievermindering, afname van sociale verantwoordelijkheid en betrokkenheid, dan is duidelijk waaraan ook de lokale overheid de komende jaren aandacht moet besteden

De visie van de ChristenUnie

Bewogenheid en betrokkenheid zijn een belangrijke drijfveren voor de overheid te investeren in onze samenleving. De Bijbel geeft praktische invulling aan die betrokkenheid. Omzien naar onze naaste blijft echter een belangrijk speerpunt als het gaat om het samenleven in dorp, wijk of buurt.

In (kleine) kernen is de sociale cohesie een zeer belangrijk aspect voor de leefbaarheid in die kernen.

De ChristenUnie is van mening dat het gemeentebeleid invulling moet geven aan een duurzame samenleving. Te veel wordt een standpunt van een groepering verheven tot een tegenstelling die er naar onze mening niet moet zijn. Zonder onze eigen principes geweld aan te doen, moeten we respect opbrengen voor de ander.

We willen als politieke partij geen inbreuk maken op persoonlijk levenssfeer van de burger. Wij vinden het wel belangrijk dat verschillende groepen met elkaar in gesprek komen en blijven. Sociale cohesie ontstaat voor ons pas als er sprake is van: samenwerking tussen inwoners van een dorp of wijk, onderlinge solidariteit ervaren wordt en er sprake is van betrokkenheid op elkaar. Wij zijn van mening dat verenigingen en kerken al een belangrijke bijdrage aan sociale cohesie leveren. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning willen we als één van de instrumenten hier voor gebruiken.

De ChristenUnie constateert dat de meeste burgers gelukkig goed in staat zijn hun eigen “levenspad” vorm te geven. Wij willen er vooral zijn voor diegenen die dat niet kunnen.

Concrete uitwerking

  • Zorg voor minimaal één ontmoetingspunt (sociale supermarkt) per dorp/buurt waar burgers kunnen kopen of iets kunnen regelen. Deze functie kan worden ingevuld door bijvoorbeeld de dorpshuizen. Hierbij werken zoveel mogelijk instanties samen.
  • Het is belangrijk dat we stimuleren dat de openbare gebouwen, waaronder dorpshuizen zoveel mogelijk gebruikt worden door verenigingen en organisaties. Dit met het oog de sociale cohesie. Hierdoor worden ook de exploitatiemogelijkheden vergemakkelijkt. Slochteren moet hierin een voorbeeldrol vervullen.
  • Stimuleer activiteiten met het oog op de samenhang in een dorp/buurt waar het dorp in al zijn geledingen bij betrokken is dan wel zich betrokken voelt.
  • Bepaal aan welke activiteiten binnen een dorp/buurt behoefte bestaat en baseer daar de activiteiten op.
  • Ga regelmatig bij de burger na in hoeverre activiteiten wel of niet voldoen aan zijn/haar wens/behoefte. Stem het aanbod af op de vraag.
  • Maak gebruik van de mogelijkheden die de kerken kunnen bieden. We kunnen veel aan elkaar hebben.
  • Stimuleer een integraal beleid op het gebied van welzijn (club- en buurthuiswerk en maatschappelijk werk), integratie, jeugdzorg, veiligheid en sport in relatie tot de brede school in Harkstede en brede schoolinitiatieven in Slochteren en Siddeburen.
  • Het is belangrijk dat jongeren aan activiteiten van verenigingen kunnen deelnemen. Daarom moet in kaart gebracht worden welke groepen jongeren er zijn die relatief weinig aan activiteiten van verenigingen deelnemen. De jeugdwerker kan hierbij een belangrijke bijdrage leveren. Op basis van die uitkomst kan een gemeentelijk beleid ontwikkeld worden waarin deelname wordt gestimuleerd. Ook het aspect integratie kan hierin meegenomen worden. Probeer ook de kerken hierbij te betrekken deze hebben doorgaans een actief jongerenbeleid.
  • Vraag meer aandacht voor voorzieningen voor die burgers die minder mobiel zijn. Mogelijkheden als een buurtbus moeten serieus worden onderzocht.
  • Stimuleer buurtbeheer van speeltuinen, hangplekken, uitleenpunten voor sport en spel e.d.

Inhoudsopgave

Voorwoord

1. Christelijk sociaal : diensbaar en duurzaam

2.  Dienstbare overheid
2.1 Rol van de gemeente
2.2 Veiligheid
2.3 Financiën
3.  Duurzame leefomgeving
3.1 Ruimtelijke ordening en wonen
3.2 Natuur, milieu en klimaat 
3.3 Mobiliteit
3.4 Economie
4.  Bloeiende samenleving
4.1 Jeugd, gezin en onderwijs
4.2 Zorg, welzijn en sociale zaken
4.3 Sociale samenhang