Nadat in de vorige raadsperiode al twee scholen zijn gesloten lijkt het einde nog niet in zicht. Inmiddels is de eerste school in deze periode ook al omgevallen en zorgt een discussienota van POS voor erg veel onrust. Onrust die voor een groot gedeelte wordt veroorzaakt door een rapport waarin OPOS voorstellen doet over de situatie van de scholen in de toekomst. Die laat zich kort samenvatten in:

• Grotere scholen.
• Minimale klassengrootte van 25 leerlingen.
• In een enkel geval mag een kleine school van 80 leerlingen.
• Scholen zouden onderdeel moeten worden van brede kindcentra. 

De ChristenUnie heeft met verbazing kennisgenomen van de discussienota. Hoe komt OPOS er nu bij om te spreken van brede kindcentra? Zij weet toch dat de komst van brede scholen eerder is onderzocht en financieel niet haalbaar bleek. Die discussie daarover is en aantal jaren geleden gevoerd en afgehandeld. De financiële middelen zijn besteed aan lokaal maatwerk. Daardoor zijn veel scholen de afgelopen jaren weer helemaal bij de tijd gebracht. De financiële situatie van de gemeente is niet zodanig dat we nu wel geld hebben voor brede scholen of brede kindcentra. Daarnaast zou het volgens ons complete kapitaalvernietiging zijn om alles wat is geïnvesteerd in het lokaal maatwerk nu overboord te zetten.

De communicatie naar de ouders mag helemaal bijzonder worden genoemd. Een paar weken voor de vakantie krijgen ouders een discussienotitie mee waarin in grote lijnen de plannen uit de doeken worden gedaan. Daarmee versmalt OPOS de kaders van de discussie behoorlijk. De bedrijfsvoering lijkt leidend. De oplossing grote scholen, homogene groepen en grotere groepen. Daarmee lijkt OPOS voorbij te gaan aan de plaatselijke situatie. Het maakt nogal wat uit of je onderwijs verzorgd in een plattelandsgebied of in een stedelijke regio.

Eerder heeft OPOS, tot op heden zonder succes, verschillende fusietrajecten onderzocht. De laatste fusiebesprekingen met OPRON zijn afgeketst omdat de voorkeur uit gaat naar samenwerking met Hoogezand. Daarvan weet OPOS dat verzelfstandiging altijd moeilijk heeft gelegen. Een ander argument was de nadelige afvloeiing die zou ontstaan. OPOS zou afscheid moeten nemen van personeel en vanuit het oogpunt van werkgeverschap vond ze dat ongewenst. Dat argument lijkt nu ineens geen opgeld meer te doen. Bij minimale klassen van ten minste 25 leerlingen is immers ook minder personeel nodig. De argumentatie is bij OPOS snel aan verandering onderhevig.

De ChristenUnie is kritisch over het proces en de manier waarop OPOS bestuurlijk wordt aangestuurd. Op momenten die relevant zijn is er van zowel directie als bestuur van OPOS niemand aanwezig in de raadszaal. Dat schept weinig vertrouwen.