Opnieuw praten we over onderwijshuisvesting in Meerstad en opnieuw zijn er ontwikkelingen die afwijken van de aannames die we eerder hadden gemaakt. Het bouwen van een school in Meerstad lijkt al net zo dynamisch als alle andere onderwerpen die samenhangen met de bouw van deze nieuwe wijk.

Feitelijk was de situatie waar we nu voor staan al door de ChristenUnie voorspelt. Het gemak waarmee er in eerdere instantie voorbij werd gegaan aan de uitspraak van de Raad van State en de gevolgen die dit had voor de verdere ontwikkeling in juist Meeroevers is door ons steeds duidelijk naar voren gebracht. Planologisch moet de zaak goed in elkaar steken en op basis van onder andere dit afwegingskader willen we komen tot goede keuzes. De school moet vanwege het brede karakter, een centrale plek krijgen in de wijk. Juist in een nieuwbouwwijk waarin sociale verbanden moeten worden opgebouwd is een centrale plek van groot belang. Sociaal geografische studies naar uitbreidingen van steden in Vinexwijken wijzen dat ook uit. De plaats en positionering is dus van wezenlijk belang.

Tweesporenbeleid.

Uiteindelijk zijn we akkoord gegaan met een tweesporenbeleid omdat we graag recht wilden doen aan twee zaken. Namelijk de eerdere besluitvorming waarin op basis van, zoals al snel zou blijken achterhaalde aannames, werd besloten tot een definitieve school met een bepaalde omvang. Dat schept verwachtingen en vraagt bij afwijken van het eerdere plan om duidelijk uitleg. In de tweede plaats gaf het ons de tijd en gelegenheid om te komen tot een afgewogen oordeel dat nodig was vanwege een feitelijk nieuwe situatie. Er waren nogal wat vragen die beantwoord moesten worden.

Dat antwoord is er nu voor een deel. Nieuw is dat er nu wel duidelijkheid is over de positie van “De Driebond” in het geheel. Voor de besluitvorming is dat belangrijk. Dat die helderheid zo laat in het traject pas naar voren komt roept vragen op. Bij de planvorming werd steeds rekening gehouden met een min of meer gegarandeerde instroom van 120 leerlingen. Ook heeft het nadrukkelijk een rol gespeeld in de positionering van de school.

Locatie.

Wat vreemd blijft is de vasthoudendheid waarmee ook het AB zich richt op een bepaalde plaats. In eerdere instantie werd in een presentatie door Jan Kleine van Meerstad al gewezen op andere mogelijkheden en het verschuiven van woonvlekken naar andere locaties. Het is vreemd om zo dicht in de buurt te gaan zitten van het Grunopark. Enerzijds is een reden voor heroverweging de 300 meter zone. Toch blijft de locatie gehandhaafd. Daaraan zit een onzekere factor die in andere gebieden niet of minder aan de orde is. Dat kan trouwens ook zonder aan de voor ons belangrijke factor centrale plaats afbreuk wordt gedaan.

Verder is natuurlijk ook de hoogspanningsleiding geen nieuwe infrastructurele belemmering. Dit was te voorzien geweest en ook het later ondergronds brengen van de leiding is eerder besloten. Vreemd is hierbij wel dat eerder bewoners van Eemskanaal ZZ werd gemeld dat er geen enkel probleem was wanneer de hoogspanningsleiding op korte afstand van hun woning werd aangelegd.

Eigenlijk is er in het geheel, ondanks uitgebreid toegelichte scenario’smnaar 1 optie over. Om in ieder geval aan de andere afspraak namelijk die van een onderwijsvoorziening in welke vorm dan ook per 1 augustus te voldoen is een besluit nu geboden.

Wel hebben we een vraag over de in scenario 1 geschetste tijdelijke huisvesting. Deze ligt weliswaar buiten de 300 metergrens van het Grunopark, maar weldegelijk in de hindercontour van de hoogspanningsleiding (kaart 2)

Alles overziend gaan we akkoord met beslispunt 4.

Ten aanzien van de overige beslispunten gaan we akkoord met de kanttekening dat er duidelijkheid komt van alle partijen. Nu ontstaat teveel het beeld dat er buiten de school in deelplan niets anders is. We hebben te maken met andere ontwikkelingen en met partijen buiten Meerstad om. Dat vraagt om goed overleg en afstemming.