De eerste werkweek na de lange zomervakantie zit er voor mij al weer op. Ook het politieke werk kan weer worden opgepakt. Afgelopen maandag had ik een eerste overleg met de gemeentesecretaris en de afdeling financiën. Ze hebben alle achterliggende stukken boven water gehaald om de vragen die onze fractie over de uitkering chronisch zieken en gehandicapten heeft gesteld te beantwoorden. Zoals ik al vermoede was het tot dusver gegeven antwoord niet juist. In een commissievergadering Leren, Werken en Zorgen in het voorjaar werd namelijk gesproken over €7000 die vooral is besteed aan de collectieve ziektekostenverzekering. Het bedrag is aanmerkelijk hoger namelijk een veelvoud van dat wat eerder werd gemeld. Eenmalig over 2004 ongeveer €65.000 en daarna vanaf 2005 structureel €15.000. Omdat de collectieve ziektekostenverzekering pas later is ingevoerd is er dus alleen al ruim €80.000 in de algemene middelen terecht gekomen. In het eerstvolgende fractieoverleg zal ik de verdere uitkomsten naar voren brengen. Ze hebben voor mij in ieder geval een duidelijke politieke betekenis. Want in ieder geval twee van de drie huidige niet collegepartijen hebben hierin flink wat boter op hun hoofd. Het stelt de moties die onlangs voorbij kwamen bij de besteding van het rekeningresultaat tijdens de behandeling van de jaarrekening ook in een heel ander licht. Nu vragen om meer geld voor minima terwijl je zelf in het verleden gelden voor deze doelgroep niet hebt besteed, is dan op zijn zachts gezegd een heel gênante vertoning.