Dat is de uitkomst van een discussie naar aanleiding van een door de ChristenUnie ingediende motie over kleine scholen. Na aanvraag van stemming bleken naast de ChristenUnie alleen het CDA en GroenLinks/D66 de mening toegedaan dat opschroeven van de opheffingsnorm en de eveneens genoemde afschaffing van de kleine scholentoeslag geen reden is om een signaal af te geven dat we dat met elkaar voor behoud van voorzieningen niet moeten willen.

Voor de PvdA en de VVD geldt dat zij eerst voldoende vertrouwen heeft in het signaal dat de norm zoals voorgesteld niet bespreekbaar is. Voor de zomer wordt duidelijk hoe de norm wordt bijgesteld. Het alternatief waarbij de kleine scholentoeslag wordt afgeschaft is voor hen geen aanleiding om onze zorg te delen.

Daarnaast merkt de VVD op dat zij consistent beleid wil voeren en haalt daarmee de brede scholendiscussie bij de behandeling van de perspectiefwissel aan. Mochten zij daarmee willen suggereren dat de ChristenUnie niet consistent is dan hebben ze het bij het verkeerde eind.  We hebben bij herhaling aan de wethouder gevraagd of daarmee andere scholen die niet tot een brede school behoren worden gesloten. Het antwoord van de wethouder was even zo vaak ‘Nee, dat is niet aan de orde.’ Het neerzetten van de ChristenUnie als niet consistent is daarmee voldoende weerlegd.

Gemeentebelangen heeft zoals wel vaker geen inhoudelijke argumenten nodig om ergens tegen te zijn. Drie drogredenen waren voldoende om duidelijk te maken dat kleine scholen van deze partij niets te verwachten hebben.